Ding 17: Microblogging met Twitter

Tja, Twitter… Het eerste onderdeel waar ik niet direct enthousiast over was. “What are you doing?” Waarom zou ik dat willen weten? Waarom zou iemand dat van mij willen weten? Aan de andere kant: waarom is Twitter zo populair bij zoveel uiteenlopende mensen? Waarom wordt het steeds meer gebruikt?
In één van de info-filmpjes werd o.a. als voordeel genoemd dat vragen op Twitter meteen beantwoord werden. Ik heb de proef op de som genomen en de vraag gesteld wie mij kon overtuigen van de lol en/of het nut van twitteren.

Ik was erg benieuwd: zouden er twee vliegen in één klap geslagen worden? Zou de stelling bewezen worden èn zou ik van mijn twijfel af zijn?
Ja dus. Edwin Mijnsbergen van ZBDigitaal reageerde heel snel. Zijn ervaring was dat het voor hem nuttiger werd nadat hij mensen ging volgen die nuttige info delen. Eh… ja, maar hoe vind ik zulke mensen? Ik besloot met de “following”lijst van Edwin te beginnen, kwam toen in de lijst van een “volger” van Edwin, daarna in de lijst van de volger van de volger, enzovoort, enzovoort. In het begin moest ik over een soort gene heenstappen; zomaar op de “follow”-knop drukken voelde als brutaal bij iemand naar binnen kijken. Dat gevoel raakte ik gelukkig snel kwijt, zeker toen er allemaal mailtjes binnenkwamen dat veel van die mensen ook mij gingen volgen. En ook weer volgers van die mensen…. Die ik op mijn beurt dan ook weer ging volgen.

Ik ben nu een kleine week verder en ik heb al diverse leuke en interessante nieuwtjes, sites, boektitels en filmpjes tot mij genomen. Mijn recentste contact was met iemand uit Phoenix die vroeg om een website waar je audiobooks kan downloaden en die heel blij was met mijn antwoord.

Twitter…. ik ben helemaal om! Follow me on Twitter!

Ding 16: YouTube

Mijn eerste gedachte bij dit onderdeel was: daar ben ik dan gauw mee klaar! Letterlijk dan, want klaar ben je met YouTube niet gauw. Of je nou een muziekclip wilt bekijken, nieuws, home movies of instructievideo’s – het staat er allemaal en het is gemakkelijk te vinden. En voordat je het weet, ben je zo een uur (of meer) verder….
Omdat ik al jaren YouTube gebruik was er voor mij weinig meer te ontdekken in de “ontdekoefening”. Toch wilde ik me er niet gemakkelijk vanaf maken en ik bedacht een alternatieve opdracht: onderzoeken wat YouTube nièt meer biedt.
YouTube mag dan heel veel filmpjes hebben, ze verwijderen ook een heleboel. Dit wordt geautomatiseerd gedaan door middel van filtersystemen, en de reden is meestal (mogelijke) schending van auteursrecht.

Al google’end en surfend kwam ik de site van YouTomb. YouTomb is een project dat eind 2007 is opgestart door een aantal studenten van het MIT (Massachusetts Institute of Technology). Hun doel is door middel van het in kaart brengen van de verwijderde video’s erachter zien te komen hoe de filters van YouTube werken èn of deze wel goed werken.
Op YouTomb (wat is die naam goed gevonden!) zijn lijsten te vinden van verwijderde video’s, aangevuld met gegevens over wie de film geupload heeft, wanneer dit is gebeurd, hoelang het op de site heeft gestaan, op wiens verzoek het verwijderd is en sinds wanneer.
Persoonlijk vond ik het erg interessant om deze site te bekijken. Met name de constant doorlopende lijst van “Latest Video Scans” maakte behoorlijk veel indruk: iets zien gebeuren is toch vaak duidelijker dan er alleen maar over te lezen. En dat laatste is ook de kracht van YouTube.

Ding 15: Podcasts

Volgens o.a. Wikipedia is podcasting een samentrekking van het begrip broadcasting (uitzenden) en de iPod, de populaire MP3-speler van Apple. Daarnaast vond ik ook de uitleg dat de eerste drie letters van podcasting staan voor: personal on demand. Dat laatste past beter bij mijn gebruik van podcasts. Mijn iPod gebruik ik het meest voor het luisteren naar luisterboeken en, wat minder, naar muziek.
Podcasts luister ik liever via mijn MacBook en dus uiteraard: on demand, wanneer ik er zin in heb.
Tot dusver was iTunes mijn belangrijkste bron (op dit moment luister ik via dat programma naar een podcast van Radio 538: Evers staat op) maar nadat ik voor deze oefening ook sites als Podplaza bekeken heb, zal ik hier zeker meer gebruik van maken. Alleen.... waar ik de tijd vandaan moet halen?? Ik heb sinds een paar minuten ook al een abonnement op de podcasts van DOK Delft. Zoals zoveel dingen op het internet: erg leuk en interessant.

Wat gebruik voor en in de bibliotheek betreft heb ik een leuk blogberichtje gevonden over podcasten in de bibliotheek. Hierin wordt ook het fenomeen audiowalk beschreven.

Ding 14: Instant messaging

Mijn eerste reactie bij dit onderdeel was: chatten, dat is ouderwets! Er is een tijd geweest dat ik heel regelmatig op MSN te vinden was; gezellig chatten met een vriendin maar ook zakelijk met collega’s. (Voor de goede orde: dit was in mijn vorige baan!) Het was leuk en praktisch; je kon tussendoor andere dingen doen en je kon, na enig oefenen, met meerdere mensen tegelijk kletsen, uh… contact hebben.
Op een gegeven moment werd dit steeds minder. Ik kreeg een andere baan (bij de bieb dus) met andere manieren van samenwerken, en privé waren er steeds meer dingen op internet te doen en uit te vinden waarbij ik niet gestoord wilde worden. Mijn status ging steeds vaker op “offline” en ik gebruikte het MSN-venster alleen nog maar om te kijken of er mail was. Met iGoogle als startpagina is die laatste toepassing ook niet meer nodig.

In de bibliotheek heb ik geen ervaring met het chatten met klanten. Ik vraag me ook af of dit haalbaar is; er moet dan immers ofwel iemand constant online zijn ofwel er moet een soort spreekuur zijn. Wat is er mis met vragen via mail laten stellen en daar binnen een acceptabele (korte!) tijd op antwoorden?

Voor deze oefening heb ik een chatvenster op mijn blog gezet en ik heb wat contactpersonen voor mijn chatlijst uitgenodigd. Maar of ik hier vaak gebruik van ga maken? Ik ben voorlopig druk genoeg met 23#, mailen, krabbelen en tikken op Hyves, en o ja, werken, huishouden en “live” contact houden. En als mijn zoon en schoondochter komende zomer weer met vakantie in de VS zitten, hoop ik ze via Skype te spreken en te zien.

Ding 13: Online kantoortoepassingen en andere tools

Ook bij dit onderdeel kan ik voor de vele voordelen online kantoortoepassingen als Google Docs verwijzen naar de beschrijving in de opdracht.
Kort samengevat: online aanmaken, publiceren, raadplegen, delen, opslaan en bewerken van documenten. Oudere versies blijven behouden en er zijn geen problemen met eventueel verschillende soft wareprogramma’s. De deelnemers kunnen verschillende rechten toegekend krijgen: raadplegen en/of bewerken, het enige wat zij nodig hebben is een Gmail-account.

Bij de start van deze cursus heb ik voor het eerst kennisgemaakt met Google Docs in de vorm van het voortgangsdocument. Inmiddels staan er wat meer documenten bij, o.a. de vakantieplanning (die zeer geregeld wijzigt) van mijn zoon en schoondochter. Voor mijn gemak maak ik bij een paar documenten gebruik van de attenderingsmogelijkheid; elke keer als één van de gebruikers iets in het document wijzigt, krijg ik een mailtje dat dat is gebeurd. (In de werkbalk van het document te vinden onder “Extra” en vervolgens “Meldingsregels”.)

Omdat ik wel van alternatieven houd, heb ik de mogelijkheden van Zoho bekeken. Ik was stevig onder de indruk van de grote hoeveelheid diensten die daar geboden werd en ook van de fraaie (kleurrijke) vormgeving. Toch blijf ik (vooralsnog) bij Google Docs; ik vind het wel zo handig dat het vanuit mijn mailbox te bereiken is – scheelt weer een gebruikersnaam en wachtwoord!

Ding 11 en 12: Wiki's

Net terug van een heerlijke week in Zwitserland en met nog een paar vrije dagen voor de boeg zit ik alweer achter mijn MacBook. Waarschijnlijk ben ik op dit moment één van de weinigen die geen last heeft van het slechte weer: mijn Google Reader zit vol leuke en interessante berichtjes en ik moet nog wat 23dingen-huiswerk inhalen…


Wiki’s dus.
Ik denk dat iedere internetter wel bekend is met Wikipedia. Zelf maak ik er heel veel gebruik van. Het is immers dé bron van informatie op het net. Niet alleen vóór iedereen, maar ook ván iedereen. En in dat laatste zit ‘m de kneep want hoe juist of zelfs betrouwbaar is de gevonden info?
De manier om deze valkuil te omzeilen is: kritisch blijven, bevestiging op andere sites zoeken en de links onderaan de artikelen volgen.

In de opdracht staan de vele voordelen van het gebruik van een wiki al uitgebreid beschreven. Het meest aantrekkelijke vind ik dat het niet alleen een manier is om kennis te delen, maar zeker ook om kennis op te bouwen, en in die zin kan elke organisatie er wel bij varen. Dus ook een openbare bibliotheek.

Een andere valkuil is dat een wiki één grote, en dus onoverzichtelijke, brei van artikelen, links, foto’s wordt. Een toezichthouder, een moderator, is dan absoluut niet overbodig. Als een soort gespreksleider moet hij/zij de informatie op tijd samenvatten en overzichtelijk houden.

Uit deze laatste opmerking kan je opmaken dat ik ook gespeeld heb in die zandbak van de 23#wiki. Wat was het daar zoeken! Ik wilde mijn berichtje posten bij “Favoriete vakantie” en vervolgens kon ik dat item niet meer terugvinden… Bleken er verschillende favoriete vakanties, vakantie, vakantiebestemmingen, vakantielanden enz. enz. te zijn!
Ook het plaatsen van een foto was niet zo simpel als ik had gedacht. Pas na meerdere pogingen lukte het om er eentje te uploaden en daarna had ik de hulp van de helppagina nodig om het formaat aan te passen.
Gelukkig is het uiteindelijk gelukt en gelukkig vind ik het leuk om zo te puzzelen…