vrijdag 24 december 2010

Een barre tocht


Pre-kerstdagen in Maastricht doorbrengen: het klinkt wel heel leuk, maar je moet er wel zien te komen met dit weer, in deze sneeuw. Vantevoren, ruim vantevoren, hadden we bedacht met de trein te gaan. Dat zou leuker, relaxed en vooral voordeliger zijn. Ja, we wisten het zeker: we zouden treinen naar Maastricht!


En toen begon het dus te sneeuwen. En te sneeuwen, te sneeuwen, te... enzovoort. De NS kwam met een "aangepaste dienstregeling" en de ANWB met verkeersalarmen. Maar we wilden nog steeds naar Maastricht.


Twijfelen, dubben, naar buiten kijken, spelletje op de pc doen, "Wat denk jij?", knoop doorhakken, weer een spelletje doen, o ja koffer inpakken, toch van mening veranderen.



Uiteindelijk besloten we met de auto te gaan. Op hoop van zegen en zeer goed voorbereid. Oftewel: met een tas vol mandarijnen, flesjes drinken, chocolaatjes, extra handschoenen en mutsen, een deken in de kofferbak en het voornemen om bij elk benzinestation naar het toilet te gaan en warme koffie te drinken voor het geval we vast zouden komen te zitten en stel-je-voor!


We trokken de voordeur achter ons dicht en stapten in de auto. En reden in krap twee uur over schone wegen zonder opstoppingen linea recta naar Maastricht.


Zal je altijd zien...

zondag 19 december 2010

Nori


Dit is Nori. Nori is een telg van de familie Norovirus. En Nori, of een van haar familieleden, kan je maar beter niet op bezoek hebben. Zij is opgevoed door haar grootvader Norm en zij doet haar stinkende best om hem trots te laten zijn. Hoe ver zij daarin gaat, weet ik nu helaas uit eigen ervaring.

Afgelopen woensdagavond stond Nori mij in een hinderlaag op te wachten. Ik was moe maar argeloos thuisgekomen, ik had een kop soep opgewarmd en de laatste hap was amper doorgeslikt of Nori stond achter mij en greep mij bij mijn nek. Ik heb nog geprobeerd om weerstand te bieden, heb snel een kop warme thee gezet maar ze was te sterk.

Nori duwde mij met mijn hoofd in de toiletpot en ik kon niet anders dan me overgeven. Daarna gaf ze me een paar flinke stoten in mijn maag, bond een knellende band om mijn hoofd en deed ze nog iets waardoor mijn lichaamstemperatuur binnen krap een uur tijd de pan uit vloog. Al was een pan, of iets anders wat met eten te maken heeft, het laatste waar ik nog aan wilde denken, want ze had me ook nog misselijk gemaakt. Van het draaimolenmetcentrifugekrachtsoort misselijk.

Nori schijnt bliksembezoekjes af te leggen. Langer dan een dag of vier blijft ze doorgaans niet. Maar als ze er is, kan je niks, helemaal niks tegen haar beginnen. Ik heb Nori zoveel mogelijk geprobeerd te negeren. Ik ben in bed gaan liggen, heb mijn ogen dichtgedaan en me vervolgens niet meer verroerd. Niet dat dit een weloverwogen strategie was - na haar komst kon ik niks meer overwegen, laat staan wèl - het was puur instinct. Instinct en overlevingsdrift.

Na anderhalve dag van bijna alleen maar slapen durfde ik het aan om uit bed te komen. Heel voorzichtig en heel wiebelig. Vandaag is het vier dagen geleden dat ze me aanviel; ik vermoed dat ze nu weg is. Misschien waren die droge crackertjes en slokjes lauwe thee te flauw voor haar. Gisteren schijnt ze niet gemerkt te hebben dat ik even naar buiten was. En dat ik daarna zowaar een boterham heb gegeten.

Ik hoop zo dat ze echt weg is, dat ze niet voor Peter terugkomt. En dat ik er snel achter kom waar ze mijn eetlust en smaak verstopt heeft.

zondag 5 december 2010

Op de bouwplaats


Ken je dat reclamefilmpje nog? Met die bouwvakker die tijdens zijn pauze een blikje coca cola drinkt?

Zijn bouwplaats staat pal naast een kantoor waar allemaal vrouwen werken en tijdens de cola-pauze staan al deze vrouwen zich voor het raam te verlekkeren aan die ene bouwvakker.


Want niet alleen is het een zeer smakelijke man, hij trekt ook nog zijn t-shirt uit voordat hij zijn blikje leegdrinkt!


Ik ben niet goed in het onthouden van reclames, ik weet meestal nog voor het afgelopen is niet meer om wat voor product het gaat, maar van deze kan ik me alles nog haarfijn herinneren. Ook de muziek.

Op dit moment is bijna de helft van mijn filiaal een bouwplaats. Uiteraard inclusief bouwvakkers. Om die mannen te zien hoef ik niet uit een raam te kijken; ze hebben een stofwand tussen hun werkplek en de mijne geplaatst.


Een doorzichtige stofwand.


We kunnen elkaar dus zomaar zien. Tijdens het werk en tijdens de pauzes.



Wat het verband is tussen dat reclamefilmpje en deze situatie? Er is geen verband.



Echt geen enkel verband.
Tsja.

vrijdag 3 december 2010

Sneeuw


Het is winter. We hadden elkaar sinds de zomer niet meer gezien en gesproken. We waren allebei stevig aan relaxen toe. Voor ons is dit een optelsom met maar één uitkomst: badderen in het Sanadome! Ik verheugde me er al weken op: uitgebreid bijkletsen in heerlijk warm water. In lavendelbad, dennengeurbad, zoutwaterbad, bubbeltjesbad... Mmm, bubbeltjesbad...


Lekker op woestijnzand liggen. Ogen dicht. Genieten van de geur en de behaaglijke warmte. Luisteren naar zachte muziek. Voelen dat je gedachten moeiteloos uit je hoofd wegvloeien. Vergeten dat het een doordeweekse dag is. Vergeten dat het buiten koud is. En onvermijdelijk in slaap vallen.


Zo’n badderdag in de winter is wat ons betreft de perfecte vriendinnenbijkletsdag. In de lente, zomer, herfst pakken we een stad, een museum of een achtertuin, maar in de winter… dan ontmoeten we elkaar het liefst in dat heerlijk warme Nijmeegse water.


Er is alleen één nadeel: het wil nog wel eens sneeuwen in de winter. Zoals uitgerekend vandaag. Sneeuw op zich is niet erg. Sneeuw is zelfs fotogeniek. Maar sneeuw zou niet op de weg moeten vallen. Sneeuw hoort op het veld, in het bos, in de tuin. Niet op de stoep en niet op de weg!

Want vandaag zou er teveel sneeuw vallen om vanuit Ede respectievelijk Groningen naar Nijmegen te rijden. En dus lagen we vandaag niet in dat warme water te kletsen en op dat warme zand te slapen. En dus hadden we vandaag niet onze relaxte vriendinnenbijkletsdag. Door die sneeuw.

  
Ik houd niet van sneeuw. Ik kan niet eens leuke sneeuwpoppen maken.

zondag 28 november 2010

De afgelopen week


Het is zondagmiddag en ik gluur even achterom naar de afgelopen week. Het was een week van hard, heel hard werken en afzien. Maar ook eentje van samen-werken, van samen de schouders eronder en samen veel lachen en steun aan elkaar hebben. Het was een week die veel energie vrat maar ook veel energie gaf. Het was een week waar ik moe maar o zo voldaan op terug kijk. 

Op maandag begonnen we met een spoedoverleg. Er was al het een en ander aan inpakken, weggooien en boeken-verschuiven gedaan, maar nu werd het tijd om te kijken wanneer alles opgehaald, opgeslagen en verschoven kon worden. "Ja, dat kunnen we wel voor jullie doen," sprak de Verhuizer en dat was een grote opluchting. "Dan komen we woensdagochtend en –avond, want donderdag hebben we een andere klus," vervolgde hij en we schoten prompt van opluchting naar… Wat staat er aan de overkant van opluchting? Verbijstering? In die richting schoten we, ergens voorbij verbijstering zelfs: woensdag! Woens! Dag! Ochtend…


We hadden dus maar één dag: dinsdag. Gelukkig wel een dag met hulptroepen want we moesten snel door. Door met inpakken en weggooien. Door met boekenschuiven en kasten leegmaken. Door met bepalen wat opgeslagen moest worden en wat kon blijven. We bekeken waar we ons noodkantoor konden opstellen en wat de plaats kon worden van de balie. We kwamen erachter dat het heel krap, te krap zou zijn. Opnieuw dus. Opnieuw meten. Opnieuw kijken. Proberen. Beslissen. Het werd laat die dag maar we kregen het af. Hoe diep je kan zuchten van opluchting? Heel diep! Nog dieper dan van vermoeidheid. Maar wat een fijne zucht!


Woensdag was de dag van de Verhuizers. Woensdag ging alles in een sneltreinvaart. Het demonteren en ophalen van de kasten 's ochtends.


De drukke uitleen 's middags. De laatste lener was nog niet eens weg toen iedereen opeens en tegelijk voor mijn neus leek te staan: collega's van ICT om de pc's af te koppelen, collega's die een handje kwamen helpen en zes grote verhuizers. Binnen no-time stond alles wat weg moest in de verhuiswagen en was alles wat losgekoppeld moest worden losgekoppeld. Alles... op één dikke kabel na. Dat bleek de moeder van alle kabels te zijn en zij liet zich niet zomaar loshalen. Zij bleek de kink in de kabel zoals een collega later spits opmerkte. We konden niet verder, we moesten wachten op elektriciens.


Die elektriciens kwamen donderdag en ze hadden uuuuren nodig om na het ontrafelen van die moederkabel al haar kindjes door te trekken naar hun nieuwe plekken. Ondertussen liep ik rond om kasten te vullen, lege dozen op te vouwen, koffie te zetten, dingen te zoeken die kwijt leken en vooral moed te verzamelen om door te gaan. De balie stond inmiddels op z'n plek maar kon vanwege al dat dradengedoe nog niet ingericht worden. Donderdag vond ik een zware dag. Die dag kwam ik een man met een hamer tegen maar 's avonds gelukkig ook een man die met mij uit eten wilde bij ons favoriete restaurant.

Vrijdagochtend. De pc's waren aangesloten en het enige wat nog moest gebeuren was in- en opruimen, en de boel aanvegen. Het enige, maar het moest wel voor twee uur, voor de uitleen klaar zijn. We namen nog een eindspurt en toen was het klaar. Op tijd voor de eerste leners. Op tijd voor de verbouwing die komende week gaat beginnen.

Komende week. Komende. Week.

woensdag 24 november 2010

Telefoontje


Je zal maar zo'n beroep hebben. Dat je elk moment een telefoontje kan krijgen met een adres en een tijdstip en dat je dan meteen, hop, onderweg moet. Mij lijkt het helemaal niks. Ik houd niet van wachten en dan meteen in actie komen. Van dat stilstaan en vervolgens meteen hollen. Zeker niet beroepshalve. Maar soms kom ik er niet onderuit.

Het was vantevoren afgesproken: maandagochtend moest er een spoedoverleg zijn en ik zou die dag zo vroeg mogelijk te horen krijgen waar en hoe laat het zou plaatsvinden. Dus zat ik die ochtend kant en klaar bij de telefoon. Te niksen, een beetje te internetten, een dom spelletje te spelen. Net op het moment dat ik dacht "ik kan misschien wel wat strijken" (echt waar), ging de telefoon en een mannenstem vroeg of ik binnen een kwartier op een bepaalde plek kon zijn.

Ik zei: "Ja, ik ben al onderweg", pakte mijn tas, schoot in schoenen, jas en auto, rende terug voor bijna-vergeten papieren, daarna weer om de voordeur op slot te draaien en prees me ondertussen gelukkig dat ik dit niet elke dag zo haastje-rep hoefde te doen. Nee echt, alleen al om deze reden zou ik nooit brandweervrouw, verloskundige, pizzabezorger of, nou ja, vul zelf maar in, willen zijn!

maandag 22 november 2010

Verbouwing-verbouwing-verbouwing


Lang, lang geleden zat ik een blauwe maandag op yoga en daar moest ik, behalve me in allerlei bochten wringen, ook chanten. Chanten is het herhalen van mantra's (woorden of zinnen, lettergrepen mogen, geloof ik, ook) met als doel om je staat van bewustzijn te veranderen. Zoiets. Yoga was niet echt wat voor mij. Ik viel ofwel om ofwel in slaap of ik kreeg kramp, maar dat chanten zag ik wel zitten. Probeer maar eens een vaatdoek uit een emmer met heet water te halen. Het scheelt een stuk als je telkens "koud-koud-koud" mompelt. (En daarna desnoods "auw-auw-auw" roept.)

Binnenkort wordt mijn filiaal verbouwd. Er gaat een behoorlijk stuk af terwijl de collectie niet kleiner wordt. Er moet dus flink geschoven worden. Met kasten, met de balie, met bureaus, met alle boeken, met heel, heel veel. Er moet van alles uitgezocht worden, opgeruimd, opgehaald en opgeslagen. En dit alles moet snel, sneller dan verwacht, gebeuren. Om eerlijk te zijn: evenals yoga is verbouwen niet echt wat voor mij. (Voor wie wel? Aannemers uitgezonderd.)

Ik ben maar weer gaan chanten: "Wat-moet-dat-moet" en "niet-zeuren-maar-doen". Tijdens het verschuiven van achtenzeventig (78!) kastplanken vol boeken afgelopen dinsdag hielp het alvast. Al riepen mijn armspieren daarna nog heel lang "auw-auw-auw". (Zij vonden yoga indertijd ook al niks.)

Het worden tropenmaanden deze winter. Ik chant het je. En ik zal er uitgebreid over bloggen. Als mijn armspieren het toelaten.

"Wordt-vervolgd-wordt-vervolgd-wordt-vervolgd"

donderdag 11 november 2010

Waarom ik niet opendeed met Sint Maarten


De kinderen die vanavond met hun lampionnen ondanks het slechte weer op pad gingen en bij mij aanbelden, zullen niet fijn over mij denken. Zij hebben mij misschien weggedoken bij het aanrecht gezien en zullen daarom gedacht hebben dat ik (weer) niet open wilde doen. Hoe begrijpelijk ook; deze keer zaten ze er toch helemaal naast.

Ik geef het eerlijk toe: er zijn jaren geweest dat ik net deed alsof ik niet thuis was. Dat ik de lichten uitdeed en stiekem vanuit het slaapkamerraam gluurde of er nog steeds kindertjes voor mijn voordeur stonden te wachten op een traktatie. Meestal deed ik dat omdat ik die hele Sint Maarten vergeten was en niks te trakteren in huis had. Maar soms ook vanwege gebrek aan zin om in de kou naar liedjes te moeten luisteren om vervolgens een hartgrondig "Weer een mandarijn..." naar mijn hoofd te krijgen. (Ok, dat is één keer voorgevallen maar het kwam hard aan; ik zeg toch ook niet: "Weer die koeien met die staarten!".)

Maar dit jaar, vanavond, was ik er klaar voor en ik had zelfs een schaaltje met "echt" snoep. De regen sloeg tegen de ramen en het waaide behoorlijk hard. "Zal je zien dat ze nu niet komen," dacht ik nog. En daarna: "Als ze maar niet aanbellen als ik net het eten op de borden heb!". (Er zijn grenzen aan mijn schuldgevoel en kinderliefde.) Ik hoorde telkens opgewonden stemmen, ik zag lichtjes door de luxaflex schitteren, maar het bleef stil aan de deur. Zouden ze het onthouden hebben van voorgaande jaren? Zo van: daar hoef je niet aan te bellen; daar wordt niet open gedaan! Of: daar krijg je geen snoep maar mandarijnen!

Het werd zeven uur. Ik werd het wachten beu en besloot het eten op te scheppen. En toen, nèt toen ik een moot zalm met pesto op een bord wilde leggen, ging opeens toch de bel! Ik schrok me rot en de zalm viel pardoes van mijn opscheplepel!

Flats: net gesopte keukenkastje vies!
Flats: pas gedweilde vloer onder de pesto!
Flats: kostelijke vis in stukken op de grond!

Kijk, dat is dus de reden dat ik op mijn hurken zat bij het aanrecht. En kijk, dat is, dit jaar, de reden dat ik niet open heb gedaan met Sint Maarten.

maandag 8 november 2010

In de aanval


Dit is de eerste dag van een zeer volle week. Een. Zeer. Volle. Week.

Een week met een belangrijk gesprek en een dito bezoek aan ons filiaal. Een week waarin we een heel zorgvuldig draaiboek moeten maken zodat we binnen drie weken (DRIE weken, ja!) bijna een kwart (een KWART, ja!) van ons werkoppervlak vrij kunnen maken. Waarin dus ook heel, heel veel papiertroep uitgezocht, weggegooid of goed bewaard moet worden. Om mee te beginnen...

Een week waarin ik moet zorgen dat mijn moeder een indicatie voor een verzorgingshuis krijgt en waarvoor overlegd, gebeld moet worden en formulieren ingevuld. Waarin ik ook nog moet werken. Gewoon werken en een zaterdagdienst werken.

Vergeet ik nog wat? Ach natuurlijk: de "normale" dingen. Wassen, strijken, koken, wat poetsen, proberen te sporten, mailen, blogjes lezen en misschien ook zelf schrijven, beetje ontspannen... O jee. O. Jee.

Nee, geen "o jee": ik ben weer uitgerust, ik ben er weer. Mijn nagels zijn geslepen, mijn tanden gepoetst, ik ben er klaar voor: Kom maar op Week! Ik lust je rauw!

zaterdag 6 november 2010

Gisteren


Ik kan natuurlijk wel beschrijven hoe ik me gisteren voelde. Gisteren toen ik 's ochtends mijn bed niet uit kon, niet uit wilde, komen. Toen ik het liefst weer onder mijn dekbed wilde kruipen, even weg van die buitenwereld die de laatste dagen niet erg aardig was. Toen een moeilijke week precies één dag te lang duurde omdat ik zó aan weekend toe was.

Ik kan natuurlijk wel beschrijven hoe ik me voelde, toen ik me toch naar het filiaal gesleept had en daar een kapotte cv-ketel aantrof, een telefoon die het niet deed, een verbroken internetverbinding en (dus) ook een niet-werkend bibliotheeksysteem. En dat terwijl ik hoopte dat werken, ongecompliceerd werken, me door de dag heen zou helpen.

Maar toen vond ik dit plaatje op internet en dit plaatje laat precies zien hoe ik me voelde: verwilderd, verdwaasd en behoorlijk aangeslagen. (Ik hoop dat ik niet zo hysterisch uit mijn ogen heb gekeken maar ik vrees het ergste.)

Fijn, dat er zulke plaatjes op internet te vinden zijn. Fijn, dat ik het nu niet hoef te beschrijven en dat ik bovendien niet hoef te bekennen dat ik gisteren heel lelijke woorden geroepen heb. Want het is nu wel duidelijk, hè, hoe ik me gisteren voelde?

donderdag 28 oktober 2010

Troost


Vrij snel nadat ik onderstaand berichtje op mijn blog zette, vroeg ik me af of dit wel ok was: had ik er wel goed aan gedaan om dergelijke gevoelens zomaar openbaar op internet te posten? Moet je sommige dingen niet voor jezelf houden? Alleen met naasten en ingewijden delen, en dan persoonlijk en beslist niet via zoiets als een blog?

Maar het leven is nu eenmaal niet alleen maar leuk en grappig en mooi. Er zijn ook scherpe randjes en lelijke hoeken. En als je, zoals ik, ervoor gekozen hebt om de ene kant te delen, dan hoef je de andere kant niet negeren. Om deze reden en vooral omdat het van me afschrijven zo opluchtte, heb ik het toch op mijn blog gezet.

En ik ben er nu heel blij mee want ik had dit alles nog maar net gedacht toen een vriendin mailde: "Sterkte en ik leef met je mee". Meer lieve reacties volgden. Via Hyves, mail, telefoon en ook persoonlijk. Het voelde als de spreekwoordelijke warme deken en het deed, doet, me zo ontzettend goed.

Dank jullie wel, lieve mensen, hartelijk dank voor jullie medeleven en troostende woorden. Dank jullie wel dat jullie niet "Wat en waarom schrijft ze dit nu hier?" dachten maar zo spontaan en zo lief reageerden. Dankjewel, lieve buurvrouw, dat ik in je armen mocht uithuilen toen ik net van mijn doodzieke vriendin thuiskwam. Je kwam precies op het goede moment.

Voor jullie allemaal: een dikke knuffel terug en veel liefs.

dinsdag 26 oktober 2010

Slecht bericht


Het is moeilijk, heel moeilijk om slecht bericht te krijgen. Te horen dat iets niet meer goed komt. Binnen afzienbare tijd definitief afgelopen zal zijn. Te weten dat je elk moment kan horen: het is voorbij.

Maar minstens even zo moeilijk is het wachten op dat ene laatste bericht. Het wachten tussen het weten, en het uiteindelijk te horen krijgen.

Het voelt als een strakke sjaal om je keel, als een klomp in je borst. De wereld wordt vaag en klein maar tegelijk zijn alle kleuren heel helder. Extra helder. Te helder voor je gevoelige ogen.

Een mens wil altijd blijven hopen. Soms, vaak, tegen beter weten in. Dit is het gebied waarin hopen overgaat in rouwen. En, god, wat is dat moeilijk. Wat doet dit nu al pijn. Wat is dit inmiddels te herkenbaar gebied.

zondag 24 oktober 2010

Barcelona


We zijn weer thuis. Nog een beetje daas van alle indrukken en nog een beetje moe van alle kilometers die we gelopen hebben.

Wat is Barcelona mooi! Adembenemend, ongelooflijk mooi! En wat is het een heerlijke stad om in de herfst te bezoeken.

Vanaf het vliegveld namen we een bus die ons midden op het Placa de Catalunya afzette en daar stonden we toen met onze koffers. Weg waren de kou en de regen; we stonden in de zon, en letterlijk en figuurlijk midden in de stad en het stadsleven. Op steenworp afstand van ons hotel. Na het inchecken en uitpakken liepen we naar buiten, de bruisende Ramblas op. 


We begonnen (uiteraard) met een kan sangria. Als je in Spanje bent, moet je nu eenmaal sangria drinken. Dat is een soort wet. Volgens ons tenminste.



Daarna zijn we gaan lopen. Vijf dagen lang. Kilometers hebben we door die stad gezworven. Ontelbare kilometers. Mijn voeten en kuiten weten het nu nog. 's Ochtends na het ontbijt gingen we meteen op pad. We slenterden door straatjes en over pleinen. Kerk in, kerk uit, andere kerk in en met een lift naar de toren. We ontdekten mooie doorkijkjes, dronken koffie op zonnige terrasjes en werden meerdere malen zeer, zeer aangenaam verrast door prachtige muziek van "zomaar" een straatmuzikant.




We gingen met een kabelbaan een berg op en maakten een rondvaart langs de kust. We bezochten musea en zaten in parken. We werden beroofd in de metro en liepen, blij met onze online gekochte tickets, rechtstreeks naar de ingang van de Sagrada Familia. Zomaar langs de lange rij wachtenden op. Daarna stonden we bijna drie kwartier in een andere rij voor de lift, maar wat was het 't waard!




Ik ben nu officieel zelfverklaard fan van:





Maar ook zonder Gaudi was er zoveel moois te zien, zomaar onderweg.




Overdag èn 's avonds.



We raakten maar niet uitgekeken en we hebben lang niet alles kunnen zien en doen. Aan het eind van onze vijf dagen hielden we nog zoveel Barcelona over dat we ter plekke besloten: volgend jaar komen we zeker terug. Dit was een goed begin maar wel pas het halve werk. (Gaan we wel een andere keer naar Parijs, Londen, Kopenhagen, Praag, Stockholm, Wenen, New York...)


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...