dinsdag 31 augustus 2010

Open brief aan "Amelander"



Dag meneer of mevrouw Amelander,

Wat een reactie heeft u achtergelaten onder mijn verhaaltje over Ameland! Ik was er even beduusd van. Aangezien u niet met uw eigen naam ondertekend hebt en aangezien ik toch wil reageren, doe ik dat maar via deze open brief.

Ik vind het jammer dat u mijn lofzang (want zo was het echt bedoeld!) op "uw" Ameland zo negatief opgevat heeft:

"Dom gelul over ons eiland, alsof wij hier achter lopen.We hopen dat u niet meer terug komt op ons mooie eiland.
Blijf maar lekker in uw eigen geweldige omgeving, mensen al u zijn we liever kwijt dan rijk!"


Waren de voorbeelden die ik noemde zo tegen het zere been? Het waren maar voorbeelden, geen punten van kritiek. Persoonlijk heb ik die Albert Heijn, een bioscoop en het zoeken naar een muntje bij het boodschappen doen niet gemist, en het feit dat het er later regende dan op het vasteland was alleen maar erg fijn. Alleen dat trage internet, ja dat vond ik wel lastig. Maar zou u dat niet vinden? Heeft u, meneer of mevrouw Amelander, echt niet begrepen dat ik met "achterlopen" bedoelde dat ik Ameland een heerlijke plek vind waar je prima kan onthaasten? Jammer, heel jammer! Mijn beschrijving van het wandelen kon daarna blijkbaar geen goed meer doen. Of was u toen al zo boos en beledigd dat u niet meer verder las?

Het siert u dat u opkomt voor "uw" eiland. Ameland is het waard om voor op te komen. Maar doe dat dan voortaan op een fatsoenlijke, Amelandwaardige wijze. En zeker niet anoniem! Op deze manier, meneer of mevrouw Amelander, bent u bepaald geen visitekaartje voor "uw" mooie eiland. Mijn man en ik zullen niet wegblijven maar misschien andere mensen nu wel. Mensen, toeristen, die u (of uw mede-eilandbewoners) liever rijk dan kwijt bent.

Tot volgend jaar!
Sylvie

zondag 29 augustus 2010

Onze Amelandweek


Mijn vakantie is voorbij en de zomer ook. Eigenlijk was de zomer iets eerder voorbij, maar gelukkig waren we op dat moment op Ameland en de tijd op Ameland loopt niet helemaal gelijk met die van het vasteland. Het lijkt daar wat achter te lopen zeg maar. Ik noem een paar voorbeelden:
- in de winkelwagentjes hoef je geen muntjes te doen
- er is geen Albert Heijn
- er is ook geen bioscoop
- sommige winkels gaan tussen de middag dicht of zijn zelfs alleen op afspraak open
- er is een irritant trage internetverbinding
- de stevige regenbuien van donderdag bereikten het eiland pas een dag later, toen wij alweer weggingen.

Wat misschien wèl vooruitstrevend is op Ameland is de bibliotheek. Ze hebben er twee vestigingen en die zijn beide serviceluw. Er staat, met andere woorden, geen personeel. De klanten scannen zelf hun boeken en kunnen bij administratieve problemen terugvallen op de medewerkers van respectievelijk de VVV en de drogist. Die hebben daar een cursus voor gevolgd. Wie de boeken opruimt aan het eind van de dag heb ik niet kunnen ontdekken. Ik ben er voor mezelf nog niet uit of ik dit wel vooruitstrevend vind: een bieb waar je alleen voor leesvoer terecht kan en niet voor inlichtingen. Ach, als klant weet je wel waar je aan toe bent...

Ik was toe aan mijn stapel zelf meegenomen boeken, maar ik heb dit jaar op Ameland niet zoveel gelezen als anders. Het weer van de afgelopen week was niet goed genoeg voor lange leessessie's op het strand of zelfs het terras, en niet slecht genoeg om lekker languit met een boek binnen op de bank te liggen. Ik klaag niet; we hebben veel gewandeld. Wandelen op Ameland is heerlijk. Wandelen op Ameland betekent weinig mensen tegenkomen.

Genieten van mooie uitzichten

en nog mooiere luchten.

Uitwaaien op het strand,

turen over de zee

en het pootjebaden dit jaar aan anderen overlaten.


Het was al met al weer een geslaagde relax- en genietweek daar op dat eiland. Nu zijn we weer thuis. En het regent en het regent maar. De zomer lijkt echt voorbij. Ik ga weer aan het werk. En verder in mijn boek. Languit op mijn eigen bank.

donderdag 19 augustus 2010

Kamperen anno 2010


"Nee," antwoordde Peter heel beslist toen de met een vouwwagen worstelende buurman vroeg of hij het kamperen niet miste. "Nee, het was erg leuk en we hebben er veel van genoten, maar we missen het niet." Een paar dagen later boekten we een tussendoorvakantie in Noord-Holland, in een kruising tussen een bed & breakfast en een hotel, en ons huisje leek verdacht veel op een tent. (Toeval is, net als tijd, niet iets om lang bij stil te staan.)

Het was wel een zeer luxe tent. Luxe omdat het een compact en toch compleet huisje was, en tent omdat als de voordeur en de achterdeur tegelijk open stonden, je het gevoel had echt buiten te zijn. Dankzij het goede weer (en de hordeuren) was dat heerlijk. Het was er rustig, de omgeving was mooi en vanaf de boerderij aan de overkant van het straatje kwamen gezellige boerderijgeluiden. Zoete herinneringen aan onze kampeervakanties kwamen spontaan bovendrijven.

De zoéte herinneringen, niet die aan koken op een klein gaspitje en afwassen tussen de andere kampeerders. Want 's ochtends kwam de gastvrouw voorgereden in een scootmobiel met een aanhangertje en dan reikte ze ons een koffer met daarin een uitgebreid ontbijt aan. 's Avonds kwam ze weer, dan dekte ze onze tafel, serveerde ze het voorgerecht en na een minuut of twintig het hoofdgerecht. De afwas konden we na het eten in een box bij de voordeur zetten.

Een paar dagen niet koken na een dagje de toerist uithangen. Een paar dagen na thuiskomst lui op het terras uitrusten. "Hier kan ik wel aan wennen." dacht ik soezerig met mijn wijntje in de zon. Maar terwijl ik me bij voorbaat verheugde op de bewonderende reacties van vrienden en collega’s ("Hoe hebben jullie dat nou weer gevonden?" - "Ach..."), hoorde ik in gedachten een aanzwellend homerisch gelach:

"Een bejaardencamping met Tafeltje Dekje! Woehahahahaha!".

Tja. Maar het wàs genieten en het ìs een aanrader.
Alleen had ik als tip in het gastenboek moeten schrijven: "Ezel met kar in plaats van scootmobiel met aanhangertje, alstublieft. Omdat er gasten zijn die hier thuis ongelooflijk mee gepest gaan worden.".

dinsdag 17 augustus 2010

Tijdnood

Ik ben geen Einstein maar ik denk wel te weten waarom zijn haar zo raar zat. Dat moet komen door dat gedoe met de tijd, door die relativiteitstheorie van hem. Dat kan niet anders. Ik snap er in ieder geval niks en zelfs steeds minder dan niks van. Van die tijd en dat gedoe. Als ik me er te lang mee bezighoud, dan voelt mijn hoofd zoals het zijne eruit zag.

Zomertijd, wintertijd; daar verdiep ik me niet meer in, ik lijd in stilte als we een uur minder hebben en ik ben blij als we er eentje extra krijgen. Wijsneuzen die willen uitleggen dat het geen kwestie van meer of minder is, ga ik uit de weg. Dat is goed voor mijn hoofd.

Het is anders met films waarin personen bedoeld of onbedoeld in het verleden terechtkomen en, al dan niet met een tussenstop in de toekomst, weer terugreizen naar het heden. Met alle gevolgen van dien. Zulke films vind ik vaak leuk. Ik moet ze alleen niet proberen te doorgronden. Dan zie ik dingen die niet logisch zijn of waarvan ik dènk dat ze niet logisch zijn en dan ga ik vragen stellen, vervolgens erover zeuren en dan verpest ik de film voor Peter. We hebben daarom de afspraak dat ik alleen maar kijk en er niet over denk, in ieder geval er niet over praat. Dat is ook namelijk ook goed voor Peter’s hoofd.

Maar nu zit zoonlief in de Verenigde Staten, aan de westkust. Dat betekent een tijdsverschil van negen uur. Ik heb echt geprobeerd dit voor kennisgeving aan te nemen: gewoon negen uur van onze tijd aftrekken als ik wil weten hoe laat het bij hem is. Ik heb het helaas niet vol weten te houden. Want op een gegeven moment gingen we samen skypen. Op een tijdstip dat het in Nederland al avond was en bij hem net lunchtijd. We kletsten samen gezellig een paar uur weg en opeens was het bij mij al middernacht. De volgende dag dus. En ik realiseerde me dat dat voor hem nog lang niet gold. Met andere woorden, met mìjn woorden: hij zat nog in gisteren. Op de een of andere manier leek dat nog verder weg dan Amerika. Mijn moederhart begon wat zwaar aan te voelen en mijn hoofd ook.

Maar het werd nog erger. Afgelopen vrijdag zouden we Paul van Schiphol afhalen. Dacht ik. En toen begon ik toch te twijfelen. Te twijfelen en te rekenen. Negen uren op te tellen, negen uren af te trekken... En pas nadat de uitkomst telkens weer op zaterdag in plaats van op vrijdag leek uit te komen, pas toen mijn hoofd al doodmoe was, kwam zijn mailtje binnen: "Heb een ander ticket; kom nu volgende week thuis!"

Ik zei het al: ik ben geen Einstein. Maar de timing van zoonlief had ook iets beter kunnen zijn.

vrijdag 13 augustus 2010

Dream on 2

Ik ben nooit een echt meisjes-meisje geweest. Zo eentje dat met poppen speelde, het liefst jurkjes droeg en ze ook nog schoon hield. Ik heb nooit op ballet gewild en ik wilde ook nooit later een prinses worden. Ik houd nog steeds van roze en van leuke kleren, maar niet van schattig en van strikjes. Ik ben liever stoer dan lief.

Maar toen de verkoper in de beddenzaak, waar we heerlijk allerlei matrassen uit mochten proberen, waar we lekker in verschillende bedden mochten kruipen en ook nog comfortabele kussens aangereikt kregen, toen die man zomaar concludeerde dat ik van stevig hield, beslist niet van zacht, zelfs niet van soepel, maar heel beslist van stevig, toen die man, die verder heel erg aardig was, dat ook nog een paar keer herhaalde, toen kwam dat toch hard aan.

dinsdag 10 augustus 2010

Nog steeds

Vijfendertig jaar samen, waarvan tweeëndertig jaar getrouwd en, nog steeds, als ik deze blik wil zien hoef ik alleen maar te vragen: "Hoeveel houd je van me?". (Geen wonder dat ik nooit die jackpot in de Staatsloterij win!)

Deze foto nam ik toen we op een luie zaterdagmiddag zomaar even de Betuwe ingereden waren. We namen een pontje en dronken een prosecco aan de overkant. Op een gezellig, zomers terrasje. Ik stelde dus die vraag en na de klik van het toestel verschoof Peter zijn stoel om van het uitzicht op de Rijn te genieten. Maar dat ging niet helemaal goed...

Er klonk gekras over de klinkertjes, er was een schurend geluid en vervolgens zag ik Peter voor mijn ogen achterover tussen de bloemen tuimelen!

Had ik dáár nu maar een foto van gemaakt, maar ik kan niet lachen, héél hard lachen, en fotograferen tegelijk. Die verschrikte blik, dat dubbelgeklapte lijf, die benen omhoog: onbetaalbaar!

Net als hijzelf.
Onbetaalbaar.
Vind ik na al die jaren nog steeds.

zaterdag 7 augustus 2010

Dierenleed



Er was eens een reiger in Monnickendam
Die schrok zich op een ochtend lichtelijk lam
Kom je met een bad hair day uit bed
Word je meteen op de foto gezet
Eerst maar op zoek naar een kam


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...