donderdag 23 september 2010

De vrouw van de tijdreiziger


Er zijn boeken die mij bij de lurven kunnen pakken (al heb ik geen idee waar die zitten), boeken die simpelweg boeien en er zijn boeken die langzaam met een vinger langs mijn ruggengraat lijken te gaan. Een gevoel van kippenvel achterlatend. Af en toe wat kietelen. En aan het eind, als ik zo'n boek uit heb, voel ik me achtergelaten. Dit was het geval bij "De vrouw van de tijdreiziger" van Audrey Niffenegger.

Dit is het verhaal van Clare, een studente kunstgeschiedenis, en Henry, een avontuurlijke bibliothecaris. Ze leerden elkaar kennen toen Clare 6 was en Henry 36, en trouwden toen Clare 23 was en Henry 31. Onmogelijk, maar waar: zonder dat hij er iets aan kan doen verplaatst Henry zich door de tijd, vooral op voor hem emotioneel zware momenten. Hij verdwijnt zonder het te willen, en zijn avonturen zijn grappig, onvoorspelbaar en grillig. (Bol.com)

Henry is een gewone man met een ongewone genetische afwijking. Een afwijking waardoor hij onverwacht door de tijd reist. Hij kan daarbij niets meenemen wat niet bij zijn lichaam hoort; geen geld, geen kleren, zelfs geen vulling in een kies. Zomaar naakt neerploffen in een andere tijd en op een andere plaats lijkt grappig, maar levert ook (vaak letterlijk) pijnlijke situaties op: "Ik besteed een groot deel van mijn uitstapjes aan het zoeken naar kleren en een schuilplaats. Gelukkig draag ik geen bril."

Clare is nog een kind als zij Henry voor het eerst ontmoet en gedurende jaren is hij haar grote geheim. Want hoe leg je uit dat de man van wie je bent gaan houden een tijdreiziger is? Ze verstopt kleren voor hem en zij blijft op hem wachten. Elke keer weer. Wachten en hopen dat hij heelhuids terugkomt en dat hij niet verdwijnt op de meest onmogelijke momenten. Zoals tijdens de huwelijksvoltrekking. "Achtergelaten worden is zwaar. Ik wacht op Henry, niet wetend waar hij is, me afvragend of hij in orde is. Het is moeilijk om degene te zijn die achterblijft."

"De vrouw van de tijdreiziger" is geen science fiction verhaal. Het is geen verhaal met moeilijk bij te houden tijdslijnen. Voordat ik er erg in had, was ik zo geboeid dat ik niet eens probeerde, niet eens wilde proberen, om te kijken of de tijden en de leeftijden wel klopten. Het is ook, absoluut, geen sentimenteel liefdesromannetje. Ondanks dat hij een tijdreiziger is en zij zijn vrouw, zijn Henry en Clare mensen die je zomaar zou kunnen tegenkomen. Misschien zomaar zou kunnen zijn. Met wie je binnen een paar bladzijden meeleeft. Het was ontroerend om te lezen hoe zij proberen zo goed mogelijk met Henry's "ziekte" om te gaan. Hoe zij proberen te genieten van elk kostbaar moment dat ze samen zijn. "Waarom versterkt afwezigheid de liefde?"

"De vrouw van de tijdreiziger" is gewoon een òngewoon prachtig liefdesverhaal.

zondag 12 september 2010

Carpe Diem

Het was een zonnige dag, vorige week zondag. Onze tuin stond vol onkruid en het leek perfect weer om daar wat aan te doen. Leek... Want we vonden het eigenlijk een veel beter idee om erop uit te gaan. Wat door de Betuwe te rijden. Met een pontje over de Rijn te varen. Het is maar een klein kwartiertje vanaf ons huis, maar door dat varen voelt het meteen Uit en Lekker Weg.


We namen mijn moeder en één van mijn zusjes mee. We aten een heerlijke lunch op een zonnig terras aan die Rijn. Reden daarna een mooie rit langs die rivier. En dronken tot slot thee op de binnenplaats van een sprookjesachtig kasteel.

We plukten geen onkruid. We plukten de dag. We genoten met volle teugen. Sommige dingen moet je niet uitstellen vanwege wat onkruid. Die moet je gewoon doen. Zeker als één van die mede-genieters al 88 is.

woensdag 8 september 2010

Wachten


De matrassen en bedbodems die we een tijdje geleden besteld hadden, zouden gisteren gebracht worden. 's Middags vanaf 1 uur kon de leverancier komen. Ik haat wachten op leveranciers. Die komen dan namelijk niet om 1 uur, die komen ook niet om 2 uur of half 3. "Na 1 uur" betekent in de praktijk ergens tussen half 5 en 5. Tenzij je tot je ellebogen in een emmer sop zit of midden in een telefoongesprek. Dan gaat de bel. Op die ongeduldige als-je-niet-meteen-opendoet-ben-ik-weg-manier.

De dag ervoor en zelfs gisterochtend nog probeerde ik het positief te bekijken: ik zou een hele middag de tijd hebben om alles te doen wat er gedaan moest worden. Er was genoeg te wassen, te strijken en op te ruimen, en ik had er vast alle tijd voor. Leer mij die leveranciers kennen! Eh... leer mij liever mezelf maar eens kennen. Toen om tien voor half 5 (ja, hij was nog vroeg) eindelijk de bel ging, had ik bijna niks van dat alles gedaan. Wachten en tegelijk nuttige dingen doen schijnt bij mij niet goed samen te gaan.

Hoewel... Wachten is toch ook een nuttige bezigheid? Een serieuze bezigheid zelfs? Stel dat ik dat niet goed gedaan had, dat ik toch "even" de deur uitgelopen was of in de tuin, waar ik de deurbel niet kan horen, had gezeten, dan had die leverancier voor een dichte deur gestaan en dan hadden wij die avond onze oude matrassen weer terug moeten sjouwen. Ik ben dus wèl nuttig bezig geweest! Met wachten. Ruim drieënhalf uur lang. Ik was er gewoon moe van.

zondag 5 september 2010

Die beide jongens


Toen ik een jaar of 10 was las ik het dagboek van Anne Frank voor de eerste keer en ik was zwaar onder de indruk. Van dat meisje, een leeftijdgenoot toen, van de omstandigheden waaronder zij leefde en van het, haar, einde. Bij het herlezen, een paar jaar later, vond ik het boek zo mogelijk nog aangrijpender. Ik las toen weer over haar hoop, over haar toekomstverwachtingen en ik wist hoe het ging aflopen. Het feit dat ìk dat wist en zìj niet, maakte het zo extra schrijnend. Sindsdien pak ik niet zomaar een boek dat zo over de jodenvervolging tijdens de tweede wereldoorlog gaat.

Maar een tijdje geleden luisterlas ik "The boy in the striped pyjamas" (Nederlandse vertaling: "De jongen in de gestreepte pyjama") van John Boyne. Ik wist in ruwe lijnen waar het over ging:
De Duitse Bruno verhuist met zijn familie in 1943 naar 'Oudwis', een vreemde plaats waar niet ver van hun huis mensen in gestreepte pyjama's achter een hek wonen. Bruno snapt er niets van. Hij gaat op onderzoek uit en sluit vriendschap met Shmuel, die aan de andere kant van het hek woont. In deze roman voor jongeren/volwassenen worden de jodenvervolging en de vernietigingskampen vanuit een verrassend standpunt bekeken: dat van een kind dat weliswaar een militair als vader heeft, maar van de gruwelen van het concentratiekamp niets begrijpt. (NBD/Biblion)
John Boyne vertelt dit verhaal vanuit de ogen van Bruno. Simpel, eenvoudig en naïef. Volgens sommige lezers/recensenten tè naïef maar ik had er geen moeite mee. Of misschien juist wel maar dan op een andere manier: er werd hierdoor veel aan eigen fantasie en invulling overgelaten en dat kan hard aankomen. Dat kwàm ook hard aan bij mij. De keren dat ik "Oh, jongen... jongen toch..." dacht en bijna hardop "Ach nee!" riep, heb ik niet geteld, maar het waren er vast veel. En toen tegen het einde... O, die jongens. Die beide jongens.

Ik ben blij dat ik het boek niet "gewoon" gelezen heb, maar geluisterd. Dit is bij uitstek een verhaal wat je moet hòren vertellen. De rustige stem (Michael Malony in de Engelse versie) stond zo in contrast met de spanning en zelfs angst die ik voelde als luisteraar. Als wéér degene die al wist wat er zou kunnen gebeuren.

Luisteren dus. Of desnoods lezen. En pas daarna de film bekijken. Boek èn film (wat mij betreft beslist in die volgorde): heel, heel mooi en bijzonder aangrijpend.



Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...