zondag 28 november 2010

De afgelopen week


Het is zondagmiddag en ik gluur even achterom naar de afgelopen week. Het was een week van hard, heel hard werken en afzien. Maar ook eentje van samen-werken, van samen de schouders eronder en samen veel lachen en steun aan elkaar hebben. Het was een week die veel energie vrat maar ook veel energie gaf. Het was een week waar ik moe maar o zo voldaan op terug kijk. 

Op maandag begonnen we met een spoedoverleg. Er was al het een en ander aan inpakken, weggooien en boeken-verschuiven gedaan, maar nu werd het tijd om te kijken wanneer alles opgehaald, opgeslagen en verschoven kon worden. "Ja, dat kunnen we wel voor jullie doen," sprak de Verhuizer en dat was een grote opluchting. "Dan komen we woensdagochtend en –avond, want donderdag hebben we een andere klus," vervolgde hij en we schoten prompt van opluchting naar… Wat staat er aan de overkant van opluchting? Verbijstering? In die richting schoten we, ergens voorbij verbijstering zelfs: woensdag! Woens! Dag! Ochtend…


We hadden dus maar één dag: dinsdag. Gelukkig wel een dag met hulptroepen want we moesten snel door. Door met inpakken en weggooien. Door met boekenschuiven en kasten leegmaken. Door met bepalen wat opgeslagen moest worden en wat kon blijven. We bekeken waar we ons noodkantoor konden opstellen en wat de plaats kon worden van de balie. We kwamen erachter dat het heel krap, te krap zou zijn. Opnieuw dus. Opnieuw meten. Opnieuw kijken. Proberen. Beslissen. Het werd laat die dag maar we kregen het af. Hoe diep je kan zuchten van opluchting? Heel diep! Nog dieper dan van vermoeidheid. Maar wat een fijne zucht!


Woensdag was de dag van de Verhuizers. Woensdag ging alles in een sneltreinvaart. Het demonteren en ophalen van de kasten 's ochtends.


De drukke uitleen 's middags. De laatste lener was nog niet eens weg toen iedereen opeens en tegelijk voor mijn neus leek te staan: collega's van ICT om de pc's af te koppelen, collega's die een handje kwamen helpen en zes grote verhuizers. Binnen no-time stond alles wat weg moest in de verhuiswagen en was alles wat losgekoppeld moest worden losgekoppeld. Alles... op één dikke kabel na. Dat bleek de moeder van alle kabels te zijn en zij liet zich niet zomaar loshalen. Zij bleek de kink in de kabel zoals een collega later spits opmerkte. We konden niet verder, we moesten wachten op elektriciens.


Die elektriciens kwamen donderdag en ze hadden uuuuren nodig om na het ontrafelen van die moederkabel al haar kindjes door te trekken naar hun nieuwe plekken. Ondertussen liep ik rond om kasten te vullen, lege dozen op te vouwen, koffie te zetten, dingen te zoeken die kwijt leken en vooral moed te verzamelen om door te gaan. De balie stond inmiddels op z'n plek maar kon vanwege al dat dradengedoe nog niet ingericht worden. Donderdag vond ik een zware dag. Die dag kwam ik een man met een hamer tegen maar 's avonds gelukkig ook een man die met mij uit eten wilde bij ons favoriete restaurant.

Vrijdagochtend. De pc's waren aangesloten en het enige wat nog moest gebeuren was in- en opruimen, en de boel aanvegen. Het enige, maar het moest wel voor twee uur, voor de uitleen klaar zijn. We namen nog een eindspurt en toen was het klaar. Op tijd voor de eerste leners. Op tijd voor de verbouwing die komende week gaat beginnen.

Komende week. Komende. Week.

woensdag 24 november 2010

Telefoontje


Je zal maar zo'n beroep hebben. Dat je elk moment een telefoontje kan krijgen met een adres en een tijdstip en dat je dan meteen, hop, onderweg moet. Mij lijkt het helemaal niks. Ik houd niet van wachten en dan meteen in actie komen. Van dat stilstaan en vervolgens meteen hollen. Zeker niet beroepshalve. Maar soms kom ik er niet onderuit.

Het was vantevoren afgesproken: maandagochtend moest er een spoedoverleg zijn en ik zou die dag zo vroeg mogelijk te horen krijgen waar en hoe laat het zou plaatsvinden. Dus zat ik die ochtend kant en klaar bij de telefoon. Te niksen, een beetje te internetten, een dom spelletje te spelen. Net op het moment dat ik dacht "ik kan misschien wel wat strijken" (echt waar), ging de telefoon en een mannenstem vroeg of ik binnen een kwartier op een bepaalde plek kon zijn.

Ik zei: "Ja, ik ben al onderweg", pakte mijn tas, schoot in schoenen, jas en auto, rende terug voor bijna-vergeten papieren, daarna weer om de voordeur op slot te draaien en prees me ondertussen gelukkig dat ik dit niet elke dag zo haastje-rep hoefde te doen. Nee echt, alleen al om deze reden zou ik nooit brandweervrouw, verloskundige, pizzabezorger of, nou ja, vul zelf maar in, willen zijn!

maandag 22 november 2010

Verbouwing-verbouwing-verbouwing


Lang, lang geleden zat ik een blauwe maandag op yoga en daar moest ik, behalve me in allerlei bochten wringen, ook chanten. Chanten is het herhalen van mantra's (woorden of zinnen, lettergrepen mogen, geloof ik, ook) met als doel om je staat van bewustzijn te veranderen. Zoiets. Yoga was niet echt wat voor mij. Ik viel ofwel om ofwel in slaap of ik kreeg kramp, maar dat chanten zag ik wel zitten. Probeer maar eens een vaatdoek uit een emmer met heet water te halen. Het scheelt een stuk als je telkens "koud-koud-koud" mompelt. (En daarna desnoods "auw-auw-auw" roept.)

Binnenkort wordt mijn filiaal verbouwd. Er gaat een behoorlijk stuk af terwijl de collectie niet kleiner wordt. Er moet dus flink geschoven worden. Met kasten, met de balie, met bureaus, met alle boeken, met heel, heel veel. Er moet van alles uitgezocht worden, opgeruimd, opgehaald en opgeslagen. En dit alles moet snel, sneller dan verwacht, gebeuren. Om eerlijk te zijn: evenals yoga is verbouwen niet echt wat voor mij. (Voor wie wel? Aannemers uitgezonderd.)

Ik ben maar weer gaan chanten: "Wat-moet-dat-moet" en "niet-zeuren-maar-doen". Tijdens het verschuiven van achtenzeventig (78!) kastplanken vol boeken afgelopen dinsdag hielp het alvast. Al riepen mijn armspieren daarna nog heel lang "auw-auw-auw". (Zij vonden yoga indertijd ook al niks.)

Het worden tropenmaanden deze winter. Ik chant het je. En ik zal er uitgebreid over bloggen. Als mijn armspieren het toelaten.

"Wordt-vervolgd-wordt-vervolgd-wordt-vervolgd"

donderdag 11 november 2010

Waarom ik niet opendeed met Sint Maarten


De kinderen die vanavond met hun lampionnen ondanks het slechte weer op pad gingen en bij mij aanbelden, zullen niet fijn over mij denken. Zij hebben mij misschien weggedoken bij het aanrecht gezien en zullen daarom gedacht hebben dat ik (weer) niet open wilde doen. Hoe begrijpelijk ook; deze keer zaten ze er toch helemaal naast.

Ik geef het eerlijk toe: er zijn jaren geweest dat ik net deed alsof ik niet thuis was. Dat ik de lichten uitdeed en stiekem vanuit het slaapkamerraam gluurde of er nog steeds kindertjes voor mijn voordeur stonden te wachten op een traktatie. Meestal deed ik dat omdat ik die hele Sint Maarten vergeten was en niks te trakteren in huis had. Maar soms ook vanwege gebrek aan zin om in de kou naar liedjes te moeten luisteren om vervolgens een hartgrondig "Weer een mandarijn..." naar mijn hoofd te krijgen. (Ok, dat is één keer voorgevallen maar het kwam hard aan; ik zeg toch ook niet: "Weer die koeien met die staarten!".)

Maar dit jaar, vanavond, was ik er klaar voor en ik had zelfs een schaaltje met "echt" snoep. De regen sloeg tegen de ramen en het waaide behoorlijk hard. "Zal je zien dat ze nu niet komen," dacht ik nog. En daarna: "Als ze maar niet aanbellen als ik net het eten op de borden heb!". (Er zijn grenzen aan mijn schuldgevoel en kinderliefde.) Ik hoorde telkens opgewonden stemmen, ik zag lichtjes door de luxaflex schitteren, maar het bleef stil aan de deur. Zouden ze het onthouden hebben van voorgaande jaren? Zo van: daar hoef je niet aan te bellen; daar wordt niet open gedaan! Of: daar krijg je geen snoep maar mandarijnen!

Het werd zeven uur. Ik werd het wachten beu en besloot het eten op te scheppen. En toen, nèt toen ik een moot zalm met pesto op een bord wilde leggen, ging opeens toch de bel! Ik schrok me rot en de zalm viel pardoes van mijn opscheplepel!

Flats: net gesopte keukenkastje vies!
Flats: pas gedweilde vloer onder de pesto!
Flats: kostelijke vis in stukken op de grond!

Kijk, dat is dus de reden dat ik op mijn hurken zat bij het aanrecht. En kijk, dat is, dit jaar, de reden dat ik niet open heb gedaan met Sint Maarten.

maandag 8 november 2010

In de aanval


Dit is de eerste dag van een zeer volle week. Een. Zeer. Volle. Week.

Een week met een belangrijk gesprek en een dito bezoek aan ons filiaal. Een week waarin we een heel zorgvuldig draaiboek moeten maken zodat we binnen drie weken (DRIE weken, ja!) bijna een kwart (een KWART, ja!) van ons werkoppervlak vrij kunnen maken. Waarin dus ook heel, heel veel papiertroep uitgezocht, weggegooid of goed bewaard moet worden. Om mee te beginnen...

Een week waarin ik moet zorgen dat mijn moeder een indicatie voor een verzorgingshuis krijgt en waarvoor overlegd, gebeld moet worden en formulieren ingevuld. Waarin ik ook nog moet werken. Gewoon werken en een zaterdagdienst werken.

Vergeet ik nog wat? Ach natuurlijk: de "normale" dingen. Wassen, strijken, koken, wat poetsen, proberen te sporten, mailen, blogjes lezen en misschien ook zelf schrijven, beetje ontspannen... O jee. O. Jee.

Nee, geen "o jee": ik ben weer uitgerust, ik ben er weer. Mijn nagels zijn geslepen, mijn tanden gepoetst, ik ben er klaar voor: Kom maar op Week! Ik lust je rauw!

zaterdag 6 november 2010

Gisteren


Ik kan natuurlijk wel beschrijven hoe ik me gisteren voelde. Gisteren toen ik 's ochtends mijn bed niet uit kon, niet uit wilde, komen. Toen ik het liefst weer onder mijn dekbed wilde kruipen, even weg van die buitenwereld die de laatste dagen niet erg aardig was. Toen een moeilijke week precies één dag te lang duurde omdat ik zó aan weekend toe was.

Ik kan natuurlijk wel beschrijven hoe ik me voelde, toen ik me toch naar het filiaal gesleept had en daar een kapotte cv-ketel aantrof, een telefoon die het niet deed, een verbroken internetverbinding en (dus) ook een niet-werkend bibliotheeksysteem. En dat terwijl ik hoopte dat werken, ongecompliceerd werken, me door de dag heen zou helpen.

Maar toen vond ik dit plaatje op internet en dit plaatje laat precies zien hoe ik me voelde: verwilderd, verdwaasd en behoorlijk aangeslagen. (Ik hoop dat ik niet zo hysterisch uit mijn ogen heb gekeken maar ik vrees het ergste.)

Fijn, dat er zulke plaatjes op internet te vinden zijn. Fijn, dat ik het nu niet hoef te beschrijven en dat ik bovendien niet hoef te bekennen dat ik gisteren heel lelijke woorden geroepen heb. Want het is nu wel duidelijk, hè, hoe ik me gisteren voelde?
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...