zaterdag 16 juli 2011

Paarlen voor de zwijnen



Omdat onze wasmachine niet meer op eigen kracht zijn programma’s kon afmaken en bij steeds meer stappen door mij begeleid moest worden, hadden wij een nieuwe besteld bij “Hèt Online Warenhuis” W. te Z. Dat was gemakkelijker en dat ging sneller dan de lokale winkels af te lopen. Online warenhuis W. zou ons een mail sturen wanneer de machine geleverd kon worden waarop wij dan konden reageren met “Oké” of met een voorstel voor een andere afspraak . De avond voor de levering zouden we bovendien een sms’je krijgen met het tijdstip waarop de vervoerders dachten voor de deur te staan. Prima service: niet alleen gemakkelijk en snel, maar ook nog heel attent en zorgvuldig. Dachten wij...

Tja, en dan volgen nu de zinnen met “jammer”, “heel jammer”, “vervelend” en “spuugirritant”:

Het was jammer dat online warenhuis W. dat attente mailtje nièt verstuurde.
Het was heel jammer dat wij wèl het sms’je kregen.
Het was vervelend dat wij daardoor op maandagavond half tien (!) een sms-bericht ontvingen met de boodschap dat de volgende ochtend (!) de nieuwe wasmachine gebracht zou worden.
Het was spuugirritant dat ik daarom die avond, terwijl ik net uitgeblust van een dag hard werken in een warm en benauwd filiaal op bed lag, het washok uit moest ruimen.

Als ik iets spuugirritant vind terwijl ik ook nog moe ben, dan ben ik helaas geen aangenaam gezelschap. Peter hield zich dus wijselijk stil terwijl ik met wasmanden, wasrekken en onfatsoenlijke krachttermen begon te smijten. Mijn ultieme ontlading bestond uit een stevige schop tegen een lege wasmiddelendoos. (Jammer dat-ie niet helemaal leeg was en dus een spoor van zeeppoeder op de trap achterliet...) Daarna ben ik woest gaan slapen. En dat zag er vast belachelijk uit met een Garfieldnachthemd aan.

De volgende ochtend werd ik in een volwassener stemming wakker. Het was immers zoals het was en de bezorgers die over een paar uur met de nieuwe wasmachine zouden komen, konden er ook niks aan doen. Redelijk en rustig blijven was mijn motto terwijl ik de resultaten van mijn driftbui van de trap zoog.
Helaas bleken de vervoerders niet de beleefde en vriendelijke mensen te zijn die je als klant mag verwachten. Ze kwamen nors en chagrijnig binnen en dat werd alleen maar erger toen ze hoorden dat de oude wasmachine nog van boven gehaald moest worden. Dat was “niet volgens de voorwaarden” en “tegen de voorschriften”, zeiden ze. Rustige en redelijke ik stelde voor om de zaak dan maar af te blazen, dan maar geen nieuwe wasmachine (van online warenhuis W.); ik voelde namelijk al wat barstjes in mijn volwassen stemming komen. Kennelijk, helaas, waren de “voorwaarden” en “voorschriften” nogal ruim opgesteld (of ter plekke verzonnen), want de mannen besloten de apparaten toch om te wisselen. Zo mogelijk nog chagrijniger dan ik de avond tevoren was, maar gelukkig (voor hen en online warenhuis W.) wel zonder het gooi- en smijtwerk.

Ik ben onder dit alles zo rustig en redelijk mogelijk gebleven. Ik heb niet sarcastisch gevraagd of die onverstaanbare grauw “Nee, bedankt” betekende, toen ik een schaar voor het openen van de verpakking aanbood. Ik heb mijn “Ooo?” niet al te lang aangehouden toen de ene “Draai eerst een spoelprogramma voor het fabrieksvuil!” over zijn schouder riep. Ik heb de vieze moddersporen en het verpakkingsmateriaal dat zij nonchalant achterlieten genegeerd en zorgvuldig niet laten merken dat ik de “heren” met liefde, net als de zeepdoos, van de trap af wilde schoppen. Ik heb zelfs de voordeur achter hun @#$!&%achterwerken op een kalme manier dichtgedaan.

Man, wat ben ik rustig en redelijk gebleven! Maar, o, wat was dat moeilijk!

Paarlen voor de zwijnen en bijna letterlijk ook nog.

woensdag 13 juli 2011

Bijkletsdagje in Amsterdam


Vriendin J. en ik zijn al héél lang vriendinnen. Als we nog dertien waren, hadden we onszelf vast BFF’s (Best Friends Forever) genoemd en dan hadden we een vooruitziende blik gehad, want bijna veertig jaar vriendschap komt toch aardig in de buurt van Forever. Sinds de middelbare school zijn we beiden ongeveer even vaak verhuisd, alleen pakte zij het iets drastischer aan dan ik; zij ging via Utrecht en Friesland naar Groningen, en ik bleef op de Veluwe. En al is Nederland niet echt groot; even snel samen een bakkie doen zit er voor ons niet in. Daarom prikken we met zekere regelmaat een dag en een stad, en pakken we daar de draad van ons gesprek van een paar maanden geleden moeiteloos op.


Afgelopen donderdag hadden we weer zo’n bijkletsdagje. In Amsterdam deze keer. En met goed weer ook nog, tot onze zeer aangename verrassing. We wilden de Negen Straatjes aflopen, misschien naar de Albert Cuyp en verder zouden we wel zien. Zien en vooral bijkletsen. De dag begon natuurlijk met koffie en de eerste “hoe-is-het-met”- en “heb-je-uiteindelijk-nog”-vragen. Daarna wandelden we over de straatjes en langs de grachten, en aten we Italiaanse crostini’s op wat wij een smal stoepje zouden noemen en de Amsterdammers een terras. We verbaasden ons meerdere malen over het goede weer, hoe het mogelijk was dat we tijdens dit zomeruitje niet onder een plu hoefde te lopen. Dat hadden we weleens anders meegemaakt.


En toen we de tram naar de Albert Cuyp niet konden vinden, toen we daarom besloten om terug naar de Dam te lopen, toen we daarbij weer langs Madame Tussauds kwamen en zagen dat de rij wachtenden niet eens zo lang was... toen besloten we die markt maar over te slaan en de ultieme toerist uit te hangen. We kwamen er per slot van rekening van ver genoeg voor.

Ik heb er veel foto’s gemaakt. Eerst dacht ik dat het niet mocht; er stond een imponerende (niet-wassen) portier naast de ingang en ik kende verhalen van mensen die stiekem met een beroemdheid op de foto wilden en die vervolgens bruut weggestuurd werden. Kennelijk was dat steeds onbegonnener werk (en waren het verhalen van héél vroeger) want nu worden bezoekers letterlijk uitgedaagd om  naast hun idool te poseren. Bij Bob Marley hangt, eerlijk waar, een rastamutsje inclusief dreadlocks klaar, bij Michael Jackson witte colbertjasjes en naast Lance Armstrong staat een extra fiets. Je kan meepresenteren met Edwin Evers en achter de draaitafel van DJ Tiësto aan de knoppen draaien. Robbie Williams ligt onweerstaanbaar uitnodigend op een breed bed en George.... (zucht)... ach George...



Ik zou mijn hoofd er bijna (echt) bij verliezen...



Eh... waar was ik?

O ja, bijkletsdag.  Gezellige bijkletsdag met als afsluiting een lekker etentje bij een Tibetaans restaurant. Daarna treinden we weer naar huis. J. in ruim tweeënhalf uur naar haar Hoge Noorden en ik in een uurtje naar de Veluwe.


Dankjewel mooi zomerweer. Dankjewel Amsterdam. Dankjewel George en natuurlijk: dankjewel lieve J. Het was een heerlijke dag! Een dag met een heleboel sterren.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...