maandag 31 december 2012

Afsluitetentje


Het afgelopen jaar hebben wij, mijn zusjes en ik, door de zorg om en voor onze moeder heel intensief met elkaar doorgemaakt. Heel intensief en gelukkig ook heel eensgezind. Gisteravond waren we met ons allen (inclusief echtgenoten/zwagers en onze kinderen) lekker uit eten. Het was een afsluiting van het mantelzorgen en vooral een afsluiting van alles rondom de verhuizing van onze moeder. 

We zaten aan tafel en verzuchtten hoe fijn het was dat we eindelijk klaar waren met die flat en dat het toch wel goed was dat ze nu constant verzorgd wordt ook al ziet zij dat zelf heel anders. We hadden het over hoe dieptriest onze moeder zich helaas nog steeds voelt in haar nieuwe omgeving, hoe Alzheimer haar laat geloven dat “men” haar daar zo heel erg slecht behandelt maar dat ze gelukkig erg genoten had van de familiekerst. Middelste zus vertelde dat tijdens haar laatste bezoekje moeder toch een wat blijere indruk gemaakt had en we hoopten dat dat zo zou blijven, dat het vanaf nu goed met haar zou gaan. We zeiden hoe jammer het is dat Rumah Kita, dat Indische huis waarvoor onze moeder nog steeds ingeschreven staat en waar ze zo graag naar de dagopvang ging, nog steeds geen plaats had maar “Ach, misschien toch nog ooit... Voorlopig in ieder geval geen verhuisgedoe meer!”

We aten en we lachten, we bestelden nog een rondje en maakten het niet te laat want we wilden het nieuwe jaar goed uitgerust beginnen.

“Tot 1 januari, drie uur bij mama!”
“Is goed, wij nemen oliebollen mee.”
“Pfff, 2013 moet nu wel wat rustiger worden, hoor...”
“Ja joh, vast wel!”
“Fijne jaarwisseling!”
“Doei-doei!”

En toen ging vanochtend bij mij de telefoon. En toen belde ik een kwartiertje later mijn zusjes en zaten wij weer aan tafel, maar nu aan mijn tafel, tegenover elkaar: “Er is plaats in Rumah Kita en ik moet voor half twaalf terugbellen of we het accepteren.”

“Huh??”
“O, en als we dat doen moeten we haar en haar spullen aanstaande donderdag verhuizen...”
“Nee, echt?!”
“Ja....”
“Huh?”
“Eh.... Ja hoor!!.... Joh...”
“........”

“Gaan we daarna weer met ons allen uit eten dan?”

*Zucht*








zondag 30 december 2012

Brugge en Gent


Brugge.

Kerstmarkten. Schitterende lichtjes in bomen en boven de straten. Het geklikklak van paardenhoeven. De geur van warme wafels. Schaatsliefhebbers op de ijsbaan. Prachtige geveltjes. Ontelbare bonbonzaken en een Italiaans restaurantje waar we net op een tijd een tafeltje konden krijgen en daar boften we ontzettend mee want het eten was er heerlijk.


Een Dali-tentoonstelling, garnalenkroketjes en wafels met banaan en warme chocola. Een fijn hotel midden in het centrum. Kerststalletjes, cafeetjes met de meest grappige namen en een frietmuseum. Wijn en cocktails en Brugse Zot. Wandelen door de regen en toch genieten. 


En daarna Gent.


Een leukere stad dan we dachten. Kasteel Gravensteen met z’n korting voor vijfenvijftigplussers (.... ach ja...), gruwelijke martelwerktuigen en een prachtig uitzicht over de stad. 


Ook kerstmarkten, een ijsbaan en bonbons, veel bonbons. Ook mooie geveltjes en reien. Ook garnalenkroketjes en de geur van wafels. Anders en anders druk dan Brugge, groter en “stadser”. Wandelen in de zon en genieten.


Dagen van genieten. En van na-genieten.



maandag 24 december 2012

Kerstwens


Jij die deze kerst van een heel-veel-gangen-diner gaat genieten of juist van een simpele stamppot...

Jij die een prachtige jurk of een chic pak klaar hebt hangen en jij die straks gewoon in je lekkere joggingbroek rechtstreeks uit de wasmand schiet met dat warme slobbervest er overheen...

Jij die je huis niet alleen binnen maar ook buiten versierd hebt met knipperende lichtjes waar je hele straat stilletjes gék van wordt, en jij met dat ene waxinelichtje op tafel want meer vond je niet nodig...

Jij die bepakt en bezakt in de auto of de trein stapt naar ouders of juist naar kinderen...

Jij die naar de hoogmis gaat en jij lekker lui op de bank met een kerstfilm op tv...

Jij met  vlekken van de stress in je hals ondanks je zorgvuldige voorbereidingen en tientallen lijstjes, en jij die er morgen ("Goh, ik zou toch zweren....") achter komt dat je geen koffie in huis hebt maar dan gewoon bij de buren aanbelt...

Jij met dat drukke gezin, jij alleen...

Jij daar...

Ik wens jou van harte liefdevolle kerstdagen toe en een warm, tevreden hart!





zondag 23 december 2012

Vijftig tinten grijs



Ik sloeg mijn boek dicht en terwijl ik diep zuchtte woelde ik met mijn handen even stevig door mijn haar. Opeens schoot het door me heen: als wij nou eens zelf...? In plaats van...  en dan samen... dat wil Peter vast wel!

Een paar dagen later ging ik naar zo’n speciaalzaak en sloeg het een en ander in. Uiteraard na goed voorgelicht te zijn; hoe goed het ook is om vastgeroeste gewoontes te doorbreken - het is niet verstandig om aan uitgerekend zoiets zonder goede voorbereiding en instructies te beginnen.

Vandaag zou het dé dag worden. Geen verplichte dingetjes, lekker alleen maar doen waar wij zin in hebben. Daar viel dit ook onder en dus pakte ik de nieuwe aankopen, wat handdoeken en, voor de zekerheid, ook wat latex handschoenen, en riep Peter naar boven. We deden de deur achter ons dicht en...

“Even iets rechterop!”
“Niet zo trekken!”
“Ja, goed aan de achterkant...”
“Als je nou een beetje draait... Ja, zo!”
“Gaat het goed, zo?”
“Ja... ja...”

Het was wat onwennig gedoe maar uiteindelijk waren we klaar en ging Peter naar beneden terwijl ik nog even boven bleef. Het was goed gegaan, vond ik, dit kunnen we zo voortaan heel best samen. Nu ging het misschien nog niet zo soepeltjes maar na verloop van tijd... Ik bekeek mijzelf nog even tevreden in de spiegel en liep naar Peter toe.

“Kijk jij eens even? Volgens mij is het goed gelukt: geen tintje grijs meer te zien.”
"Mooi, dat scheelt weer een paar tientjes bij de kapper!"




zondag 16 december 2012

Megaklus



We hadden zó gehoopt dat er een nieuwe huurder zou zijn die alles wilde overnemen. 

Zodat we
a. het vinyl niet hoefden los te trekken...
b. de gordijnen konden laten hangen en de planken in de keuken niet hoefden los te schroeven...
c. al het behang er niet af hoefden te stomen omdat het indertijd gesausd is. 

We hadden zó gehoopt dat er een nieuwe huurder zou zijn die zou zeggen dat we dat allemaal niet hoefden te doen. "Ben je gek? Ik saus er wel gewoon overheen! Handig die planken en die vloer ziet er toch prima uit, zo." Die nieuwe huurder had dan van ons de gordijnen en de keramische kookplaat cadeau gekregen. Met een strik eromheen desnoods.

Maar er is nog geen nieuwe huurder in beeld.

En daarom waren we gisteren weer hard aan het werk in die flat. Met zes mensen, twee stoomapparaten, allerlei gereedschap en toch nog veel te weinig vuilniszaken. Maar ook met een krat vol proviand en een radio met kerst- en andere meebrulmuziek.
(Wist je dat je met een plamuurmes als microfoon en stoom uit zo’n apparaat heel leuk een muziekclip na kunt doen? Totdat een verstandige doch strenge zwager/echtgenoot het ziet tenminste...) 


Het was echt een megaklus. Een zware, nare megaklus. Eentje die we (hah!) toch weer geklaard hebben met ons allen, al hadden we aan het eind ervan lamme armen, zere ruggen en amper nagels aan onze vingers meer.

En als aanstaande woensdag bij de laatste oplevering die inspecteur toch nog zegt dat... dat... dat het niet goed is.... dat het toch nog niet goed genoeg “oude staat” is... Als hij dát zou zeggen!

O, dan...




zondag 9 december 2012

Sneeuwfoto's


Toen ik vrijdag aan het eind van die dag waarop het bijna constant sneeuwde naar huis ging, zei ik tegen mijn collega: “Ga vooral morgen in het bos wandelen, het zal er prachtig zijn.” (En dat was maar goed ook; ik had anders zomaar mijn sneeuwlaarzen onder de kapstok laten staan.)



Of zij nog naar het bos geweest is, weet ik niet; wij, Peter en ik, zijn er in ieder geval gisteren wel naar toe geglibberd. En wat was dat een goed idee!


Het was er zo ontzettend mooi! Zo heel erg sprookjesachtig mooi! Ik herkende het hele bos niet meer terug.


Nou heb ik dat zonder sneeuw ook wel snel... Richtingsgevoel *zucht*, ik zal het wel nooit krijgen. Gevoel voor timing daarentegen... Want nu, zo'n vierentwintig uur later, zal al dat moois inmiddels weggedooid zijn.


Dus hier, voor iedereen die gisteren geen tijd of zin had en/of geen bos in de buurt, maar ook voor degenen die wèl buiten zijn geweest en (nu met warme voeten) nog een beetje na willen genieten:


Sneeuwfoto's!


Niets te danken, heel graag gedaan. Ik was er toch... Gelukkig!



dinsdag 4 december 2012

Inspectie


Ik zit met mijn rug naar het trieste weer gekeerd op de vensterbank van de oude, inmiddels lege, flat van mijn moeder en ik kijk naar de man die de eerste oplevering doet in verband met de huuropzegging. Hij doet mij aan Martin Bril denken en hij is wel aardig.

“Bevalt het uw moeder in dat verzorgingshuis?”
“Het is nog wat moeilijk voor haar...”
“Ach...”

Volgens de brief zou de inspectie anderhalf uur duren. Anderhalf uur voor een woonkamer, een slaapkamer, een badkamer en een keukentje. En een bergruimte waar de wasmachine in had gestaan, samen met het droogrek. Ze kon al een poos de was niet meer zelf doen omdat de machine kapot was gegaan en wij het niet verstandig vonden om een nieuwe te kopen. Ze waste daarvoor al een poos met enkel wasverzachter en vond de programma’s zo lang duren. Later bleek dat zij om de vijf minuten bij de machine ging staan kijken en dan maar aan de klok draaide. 

“Kan ik dan geen tweedehandse kopen?”
“Nee mam, die gaan ook zo stuk.”
“Maar ik wil niet dat jullie mijn was moeten doen! Ik wil het zelf doen... Ik wil zelf!"

Anderhalf uur. Wat zou hij allemaal opschrijven? Als we maar niet teveel nog “in de oude staat” moeten herstellen! Ik probeer me te herinneren hoelang mijn moeder hier gewoond heeft. Zes jaar? Zeven? Ik weet het niet meer. Ik loop wat rond en ga dan terug naar mijn plek op de vensterbank. Anderhalf uur voor zo’n kleine woonruimte... Maar o, wat kwam er nog een troep uit: twee ritten met een boedelbak naar de gemeentestort. Hoewel, troep... Het waren wel allemaal háár spullen. Spullen die zij misschien ook wel weg had gegooid als ze het zelf had kunnen uitzoeken, maar nu hebben wij dat gewoon gedaan. Gewoon in zakken, in dozen gepropt en in grote containers gegooid. Nou ja, gewoon...

“En die dozen hier?”
“Die zoeken we later wel uit.”
“Later?”
“Niet nu in ieder geval. Niet nu...”

Mijn rug wordt koud van het leunen tegen het raam en ik draai me om. Er valt zo’n miezerregen waar je doornat en koud van wordt. Dit is weer om met een kop thee en een fijn boek op de bank te liggen, om schemerlampjes aan te doen, om je keuken goed uit te soppen desnoods, niet om te kijken naar een woonkamer, háár woonkamer, waar zij niet eens afscheid van heeft kunnen nemen. Niet om naar de kale muren te staren, naar de plek waar dat kastje met de fotoalbums stond, niet om naar hetzelfde uitzicht te kijken waar zij naar keek als zij in haar stoel zat, hier bij dit raam. Haar stoel die nu in een “gemeenschappelijke” woonkamer staat, tussen de stoelen van de andere bewoners in. Haar stoel die er niet eens meer uitziet als háár stoel. Zelfs niet in mijn ogen.

“Zullen we even samen bekijken wat er voor de volgende inspectie nog gedaan moet worden?”
“Is het nog erg veel?”
“Nou, kijk...”

Ik sta op van de vensterbank en bedenk me dat het met zonnig weer ook een trieste ochtend zou zijn geweest. 





zondag 2 december 2012

Vijftien!



Ergens halverwege september liep ik “zomaar” tieneneenhalve kilometer en ik was zo trots op mijn prestatie dat ik het een kwart marathon noemde. Als een gesprek over hardlopen gaat, zelfs als er niet-lopers bij betrokken zijn, valt namelijk onherroepelijk een keer het woord “marathon”. Nou zie ik mezelf niet gauw (als in: in dit leven) een marathon lopen maar het heeft wel wat om die term in combinatie met mezelf te gebruiken.

Hoe dan ook...

Ik was dus zo trots op mijn prestatie en vervolgens zo overmoedig dat ik mijzelf een nieuw doel stelde: ik wilde voor het eind van het jaar vijftien kilometer gelopen hebben. Hardgelopen, zonder wandelminuten dus. Ik tikte het dapper op mijn account bij Runkeeper in, de site/app die mijn loopafstanden, tijden en routes bewaart, en bleef daarna minutenlang naar het scherm staren. Vijftien kilometer. Dat is anderhalf keer tien... Anderhalf keer de afstand die ik nog maar één keer en absoluut niet zonder moeite gelopen had.

What was I thinking?!

Daarna niet veel meer, niet over dat nieuwe doel in ieder geval. De tien kilometer werd wel steeds vaker een vertrouwde afstand maar (afgezien van één keer een vermoeiende uitschieter naar twaalf) veel meer zat er niet in. En toen was november al half om en had ik nog anderhalve maand. Ik begon te twijfelen over de haalbaarheid van mijn doel. Ik loop niet zo snel dus ik zou dan ook erg lang moeten kunnen lopen. Als ik rustig loop kan ik het qua conditie wel aan maar zouden mijn gewrichten en spieren het aankunnen? Stel je voor dat ik mezelf een blessure loop? Stel je voor dat ik het niet eens kan... Weet je, ik doe het gewoon niet!

Of toch wel?

Weet je, het gaat natuurlijk niet alleen om die afstand en het hardlopen. Het gaat ook, een klein beetje vooral, om het halen van een niet al te simpel doel. Om het aangaan van een uitdaging waarvan ik stevig de kriebels krijg maar ook een kick van hier tot voorbij de sterren als ik het haal. Als ik het alleen al probéér te halen. Zo werkt dat tenminste voor mij en helemaal in een periode waarin ik iets teveel twijfels heb of ik "het" wel goed genoeg doe. Ik wil die kick. Ik heb die kick nodig, die kick die staat voor: ik ben sterk, best wel eigenlijk!

Dus…

Vandaag was het de eerste keer in december dat ik mijn hardloopschoenen aantrok. Het was mooi weer, ik had de tijd en toen begon het door mijn hoofd te spoken: “Misschien vandaag? Die vijftien? Ik heb nog maar een week of vier... Ik kan op z’n minst proberen om voorbij die twaalf te komen... Toch?”
Ik mocht van mezelf pas een drinkmoment nemen na zevenenhalve kilometer, als ik op de helft was. Dat ging prima, zeveneneenhalf bleek gelukkig weer een makkie. Bij tien drong het (slik) tot mij door dat ik nóg een keer de helft van die afstand zou moeten... Maar na twaalf kilometer begon ik erin te geloven en na dertien wist ik dat ik, hoe dan ook, door zou gaan. Bij veertien begon ik al stilletjes te juichen, bij veertieneneenhalf had ik de bijna niet te onderdrukken neiging om dat hardop te doen en toen ik daarna, toch nog eerder dan verwacht, via mijn oortje hoorde dat mijn “total distance” vijftien kilometer was huppelde ik (in gedachten, in het echt zal het meer op strompelen geleken hebben) de laatste meters naar de voordeur. Met een dikke grijns, doodvermoeide benen en een supertrots gevoel. En die kick, met die heerlijke, welverdiende kick!

Vijftien! Yes! Woohoo!!!!!
Vijftien! Jeetje... die ik... Die best wel sterke ik...










Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...