donderdag 29 januari 2015

Once upon a time


“Wist je dat Sneeuwwitje, tussen het moment dat de jager haar toch maar niet doodde en het moment dat de prins haar wakker kuste, een soort struikrover was?” Mijn vriendin had het nooit geweten. “Zo hoor je nog eens wat,” zei zij. Maar er is nog veel meer. Zo komen dwergen uit eieren en is Grumpy, je weet wel die sikkeneurige dwerg, niet altijd zo slechtgehumeurd geweest. Ooit heette hij Dromer maar toen werd hij verliefd op een elf en hoewel dat elfje ook van hem hield, kon het niks worden tussen die twee, en van liefdesverdriet werd hij Grumpy. Dat verhaal over Roodkapje en haar grootmoeder en dat zij door een wolf werden opgegeten? Niet geloven! Dat is een eh... sprookje, ja. In het echt, nou ja, soort van echt, is Roodkapje een weerwolf (kan ze niks aan doen, gevalletje erfelijk belast) en wat haar, en haar omgeving, beschermt tegen het veranderen tijdens volle maan is die rode kleding. Zo zie je maar, je moet niet alles geloven wat jou verteld wordt, er zit vaak veel meer achter. O, en Robin Hood was een alleenstaande vader.


 Hoe ik dit alles weet? Ik kijk naar “Once upona time”. Via Netflix, en ik jaag er aflevering na aflevering doorheen. Meestal (maar vaker ook niet) onder het voorwendsel dat ik nu eenmaal wat te doen moet hebben tijdens het strijken. “Once upon a time” is één van de leukste series die ik ooit gezien heb. En geloof me, ik heb er heel wat gezien. Om net zoals ik van deze fantasie te kunnen genieten, moet je niet alleen van sprookjes houden maar het ook (misschien zelfs vooral) niet erg vinden als deze oude verhalen opeens heel anders blijken te zijn dan jou ooit voorgelezen is. De bedenkers van “Once upon a time” hebben namelijk de meest uiteenlopende sprookjes in een grote kom gedaan en de hele mikmak door elkaar geroerd. Het resultaat is een originele serie met veel magische avonturen en humor. En ook met verrassende relaties tussen de diverse sprookjesfiguren: de boze koningin die liefdevol het kleinkind van Sneeuwwitje adopteert (maar verder wel de boze koningin blijft), Belle die onvoorwaardelijk van Repelsteeltje houdt (en hoewel hij o zo slecht is gun je het hem zo), Mulan (je weet wel van Disney) met haar onbeantwoorde liefde voor Doornroosje, prinsessen die nu eens niet lijdzaam op hun prins wachten maar ferm het heft in eigen hand nemen.

Ik vind het een heerlijke serie waar ik maar geen genoeg van kan krijgen. Straks ga ik de laatste aflevering van seizoen drie kijken en omdat het vierde seizoen nog niet in het Netflix-aanbod zit, zal ik er daarna aan moeten geloven: geen “Once upon a time” meer, geen Snow (Sneeuwwitje), Charming (droomprins), blauwe fee en boze koningin Regina meer. Geen Emma, Henry, Grumpy en kapitein Hook, zo aantrekkelijk met (ondanks?) zijn eyeliner, meer. Dat wordt een kater van hier tot ver in het sprookjesbos. Want het is helaas echt zoals Repelsteeltje, mijn absolute favoriet in deze serie, telkens zegt:


“All magic comes with a price!”

Tenzij....

Tenzij ook ik niet lijdzaam afwacht...






dinsdag 20 januari 2015

Geboortedag


Ik weet zeker, inderdaad zonder de toevoeging “bijna”, ik weet echt zéker dat elke ouder het weleens doet danwel gedaan heeft: naar je kind kijken en je bedenken hoe hij/zij “vroeger” was. In de puberteit (bij wijze van poging om een moeilijke tijd iets minder moeilijk te maken), op verjaardagen, tijdens het afstuderen of een huwelijksvoltrekking, vlak na de geboorte van een kleinkind. Klassieke ach-weet-je-nog-momenten zijn het. Tedere ach-weet-je-nog-momenten. Dan ga je in gedachten terug naar de babytijd, die eerste stapjes, woordjes en dan zie je je inmiddels volwassen kind weer als dat zo schattige, onbeholpen peutertje.

“Het lijkt nog maar gisteren...”
“Waar is de tijd gebleven?”
“En kijk dan nu!”
“Ach toch... Ach....”

Wat ouders daarentegen minder vaak doen is zich hun kind voorstellen hoe hij/zij over pakweg een jaar of vijf zal zijn. Of nog verder weg zelfs, een jaar of tien. Ik heb het in ieder geval nooit gedaan. Verder dan zo’n twee jaar verder fantaseren is mij nooit gelukt. Ik had er ook geen behoefte aan.

Of ik nu die behoefte wel heb, vroeg een vriendin eens. Ik moest er over nadenken. “Ik doe het wel...” zei ik tenslotte. “Ik probeer me regelmatig voor te stellen hoe hij nú zou zijn... maar het lukt me elk jaar steeds minder goed...” Wat ik daarvan vind, ging zij door. Van die vraag was ik langer stil en uiteindelijk haalde ik mijn schouders op. Het antwoord daarop kon, en kan, ik niet in woorden vatten.





zondag 18 januari 2015

Geen griepverhalen


“Ach! Ben je zo verkouden?”

Terwijl ik de man voor me met waterige oogjes van het niezen aankeek, bitste zijn vrouw hem bijna letterlijk toe wat ik had willen zeggen als ik niet zo snotterig beleefd was geweest: “Ben je helderziend of zo?”. En daarna heel moederlijk tegen mij: “Je moet je bed in, kind. Wat doe je hier nog te werken?” “Het waat wel,” hoestte ik. “Het wiet er werger wuit dan wik we woel.” Ze keek me meewarig aan maar ik meende het wel. Zolang ik maar koortsvrij ben en kalmpjes doorga, voel ik me lang niet zo beroerd als wanneer ik op de bank of zelfs in bed blijf. Alleen die reacties die dan onvermijdelijk lijken....

Er zou een shirt moeten bestaan voor dergelijke omstandigheden. Eentje met “JA, IK WEET HET, IK BEN VERKOUDEN!” (tegen de opendeurtjes zoals van meneer hierboven) of met “WACHT TOT DE LAATSTE HOEST VOORBIJ IS, ER KAN NOG EEN ROCHEL KOMEN” (voor de klanten die rustig door blijven praten terwijl ik paars aanloop) of met, nòg beter, “GEEN GRIEPVERHALEN!”. Want wat ik de afgelopen week, waarin ik dus niet thuis bleef maar hoestend en proestend toch aan werk bleef, allemaal te horen kreeg:

- In groep drie van basisschool *naam niet verstaan door hoestbui* was van de zesentwintig kindertjes nog maar de helft die ochtend op school verschenen. "Maar dat kan morgen zomaar omgekeerd zijn!"

- “Nou! Ik heb jou ook wel eens beter uit je ogen zien kijken! Wel een spannend stemmetje, zo! Hahahaha!"

- De buurman van de nicht van jeweetwel die bij de bakker had gewerkt toen die bakker daar nog op die hoek zat heeft een collega die nu longontsteking heeft. “Verwaarloosd, ja. Nee, niet de bakker. Die is overgenomen. Nee, zijn longen.”

- Hèt heerst nu. De Griep heerst. Je bent alleen verkouden? Onzin, dit is Griep! Echte Griep!"

- “Nee, nee, nee! Snuiten werkt averechts! U moet gewoon uw neus ophalen, dat is echt véél beter! Kijk, zo...."

- “Het is altijd hetzelfde liedje. Elke winter weer. Dat komt: dit is geen echte winter, het vriest niet genoeg. Vroeger had je nog echte winters. Dit is gewoon herfst. Maar het is altijd hetzelfde liedje. Iedereen krijgt altijd griep in de winter. Nee, dan vroeger..... Toen vroor het echt en dan gingen we schaatsten en dan werden we nooit ziek maar als we dan toch ziek werden dan mochten we thuisblijven en dan maakte moeder kippensoep... Eet u wel genoeg kippensoep? Ik heb nog een oud recept voor kippensoep... Zal ik u mijn recept voor kippensoep?......." Blablablablabla......


Ja, erg hè. En ik heb er maar een paar letters van overdreven (blame it on the verkoudheid). Doe dus maar zo’n Geen Griepverhalen-shirt. Want als ik ergens ziek(er) van word...






woensdag 7 januari 2015

Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd


Om verschillende redenen, logische, wat minder logische, bewuste maar misschien nog het meest onbewuste, heb ik amper iets gelezen over Indonesië tijdens de tweede wereldoorlog. Het was een onderwerp dat niet werd behandeld tijdens geschiedenislessen, het was een periode waarover mijn moeder niet veel meer vertelde dan dat zij in die tijd doodsbang was en dat “de jappen” zo erg wreed waren en waarover mijn vader, áls hij er al over praatte, alleen wat sterke verhalen had waarin “de jap” soms slechts een bijrol speelde. Ik weet nog dat er, niet lang na het overlijden van mijn vader, een documentaire op tv vertoond werd over de krijgsgevangenen die aan de Birma spoorlijn moesten werken. Ik was totaal van slag en het besef dat mijn eigen vader één van hen moest zijn geweest deed bijna lichamelijk pijn: mijn vader had dat meegemaakt, had dat moeten ondergaan en hij kon daarna weer opgewekt zijn... En toen ik een jaar of wat geleden de film “Buitenkampers” zag, schoot de schrijnende gedachte “Ach, mam... ach toch...” door mijn hoofd omdat zij vond dat zij geluk had gehad dat zij niet in een jappenkamp terecht was gekomen. Geluk...

Het was en is kortom een onderwerp waar ik voorzichtigjes omheen las en keek. Dat werd wat anders toen ik bij De Wereld Draait Door mevrouw Anneke van Loggem aan tafel zag zitten. Mevrouw Van Loggem had gelezen dat in haar woonplaats schrijvers Charles den Tex en Anneloes Timmerije hun op ware feiten gebaseerde boek “Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd” zouden presenteren.

“Lienke en Guus Hagers hebben in elkaar de liefde van hun leven gevonden. In Nederlands-Indië zijn ze gelukkig, tot ook daar de Tweede Wereldoorlog doordringt. Hij is een van de beste gevechtsvliegers van de Indische luchtmacht en wordt voor een korte missie naar Australië gestuurd. Voor hij terug kan, valt Japan Indië binnen en wordt Lienke gevangengenomen. Drie jaar lang vecht de weergaloze vliegenier om te kunnen terugkeren naar Java, naar zijn vrouw. Alles wat hij doet, doet hij voor Lienke. Tot zijn verbijstering raakt hij daardoor verstrikt in een vuil politiek spel. Na de oorlog worden Guus en Lienke op miraculeuze wijze herenigd. Het geluk lijkt na alle beproevingen alsnog voor hen weggelegd, maar Guus’ geheime oorlogservaringen staan tussen hen in…” (Boekmeter)

Zij las waar het boek overging en dacht: “Dat gaat over mij! Dat is mijn verhaal!”. Mevrouw Van Loggem haalde daarmee de pers en de tafel van Matthijs van Nieuwkerk. Daar vertelde ze over Ross, “haar Guus”. Ze vertelde dat zij in de nadagen van de oorlog in het kamp rondliep toen daar een vliegtuig over kwam vliegen. “Is Lienke hier? Is Anneke hier?” klonk er uit de luidspreker en er werden flarden stof met die vraag erop uitgestrooid. Haar verbijstering was immens en ze wist zo gauw niet hoe ze kon reageren. Ze was naar een toren gerend om van bovenaf met zo’n wimpel te zwaaien maar eenmaal boven zag ze hoe haar kampgenoten inmiddels in de vorm van de letters J en A waren gaan staan. Tijdens haar verhaal hing ik dwars door mijn beeldscherm heen aan haar lippen en bij die laatste zin stond het kippenvel op mijn armen. Toen wist ik dat ik dat boek moest lezen.

Inmiddels is dat gebeurd en ik moet zeggen: het is me niet meegevallen. Ik heb gelezen hoe Lienke en Guus elkaar kwijtraakten en jarenlang alleen maar konden hopen dat de ander nog zou leven en ik realiseerde me dat dat voor ontelbare andere stellen en gezinnen gold. Ik heb gelezen over de wreedheden van hen die de macht hadden en van hen die de macht na de oorlog terug wilden krijgen. Ik heb gelezen wat voor een impact doden en zien hoe gedood wordt op een mens heeft. Ik heb gelezen over vernedering, uitputting, de grip op je leven kwijtraken en pure wanhoop. Af en toe moest ik het, overigens schitterend geschreven, boek wegleggen. Soms zelfs voor een paar dagen. Het was interessant en schrijnend, mooi vanwege de liefde die Lienke en Guus op de been hield en zo (bijna te) dichtbij vanwege mijn eigen ouders. Het was voorbij indrukwekkend.

Zoals ik al zei: dit boek is me niet meegevallen maar ik ben heel blij dat ik het gelezen heb. Ondanks het onderwerp en tegelijk vanwege het onderwerp.

Dit boek had ik niet willen missen. 




donderdag 1 januari 2015

Voor 2015:


Voor 2015 wens ik jullie allemaal

een goede gezondheid * kracht als het tegenzit * mooie herinneringen naast verdriet om verlies * wijsheid en fantasie * minstens één complimentje per dag * rust om te genieten * zeker twee glimlachen voor elke norse blik op je werk, in de supermarkt, op straat


Ik wens jullie mensen om je heen

die jou kunnen troosten * met wie je de slappe lach kan krijgen * met wie je fijn kan praten * met wie je kan zwijgen * die jou een spiegel durven voorhouden, op een liefdevolle manier * op wie je kan vertrouwen, wat er ook gebeurt * die jij, op jouw beurt, ook blij kunt maken * die van jou houden


Hopelijk brengt 2015 voor jullie

veel verheugmomenten en -momentjes * fris-zonnige winterdagen * een vriendelijke lente * zwoele zomeravonden * een zachte Indian Summer-herfst * mooie verhalen * leuke verrassingen * het lef om eindelijk dát te doen wat je altijd al wilde maar tot dusver niet durfde


Voor 2015 wens ik jullie alle goeds!


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...