vrijdag 25 oktober 2024

Intens verdrietig


Ik heb van die nachten, en ik weet zeker dat ik daarin niet de enige ben, waarin ik ruim voor de ochtend wakker word. Mijn hoofd gaat van nog licht sluimerend naar een rare vorm van helder en stroomt vervolgens vol met de meest uiteenlopende gedachten en vragen.

Van te onnozel voor woorden (hoe heette dat ene buurmeisje, niet eens de mijne maar die van dat ene klasgenootje, ook al weer?) tot diepdonker en intens verdrietig (wat als de uitslag van dat bevolkingsonderzoek niet goed is of, nog veel erger, wat als Peter ernstig ziek wordt of een ongeluk krijgt en… hoe dan en wat? Hoe moet, hoe kán ik ooit zonder hem!).


Maar dan komt uiteindelijk toch de slaap en als ik wakker word, is daar zijn lieve gezicht en hoor ik dat zo vertrouwde “Hallo, mooiste meisje.” En dan voel ik me misschien niet het mooiste maar wel het gelukkigste meisje.


Nu is dat anders. Die diepdonkere vraag is geen vraag meer. Niet helemaal tenminste. Ik weet nu veel, veel te veel, van het hoe en het wat. Ik weet dat ik te snel, zo veel te snel zonder hem zal moeten. Wat ik niet weet is hoe ik ooit zonder hem kan.


Voor nu en voor een veel kortere periode die wij ooit bedacht hadden, kan ik niet genoeg krijgen van zijn lieve gezicht en zijn zo vertrouwde “Hallo, mooiste meisje.” En dan voel ik me het gelukkigste en verdrietigste meisje tegelijk.







dinsdag 8 oktober 2024

Saus van toen


Bladerend door foto’s, in een album, in je telefoon, komen er vaak allerlei herinneringen boven.
Als je boft (en geen hoarder bent) zijn het niet zomaar plaatjes maar "O ja..."- en "Ach..."-foto's, momentopnames van dierbare mensen en leuke tijden.

Schoolfoto's, verjaardagsfoto's, foto's gemaakt tijdens mooie wandelingen, van vlak na de geboorte, foto's van mensen die er allang niet meer zijn. En in je hoofd begint het spontaan te borrelen.
Dat laatste uitje samen. Vier, nee, zeker zes jaar geleden alweer maar je weet het nog als de dag van gisteren.
Een zwartwit foto van de flat waarin je bent opgegroeid en in je herinnering zie je het roze van de bloesemde bomen die er vlak voor stonden.
O ja...
Ach...
 
Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Het is ook niet zomaar een veelgebruikte uitdrukking. Toch, soms heb je geen beeld nodig. Een flard muziek, een liedje van vroeger, van dat ene moment. Een smaak of geur. Ook deze dingen kunnen, vaak heel onverwacht, herinneringen oproepen. Evenals, zoals ik laatst had, een bepaald gerecht.
 
“Spaghetti”, stelde Peter voor toen we een weekmenu aan het bedenken waren. “Spaghetti en dan met die saus van toen.”
Die saus-van-toen had ik heel veel jaren geleden, onze jongens waren nog klein, uit de losse pols bedacht. Het is een simpele, zonder pakjes of zakjes gemaakte tomatensaus en het was een van de lievelingsmaaltijden van ons alle vier.
Als we op vakantie gingen, in die tijd met een tent (en uiteraard nog heel veel meer bagage) naar Denemarken en Zweden, maakte ik het een paar dagen van tevoren klaar en nam het op de dag van vertrek bevroren mee. Eenmaal op de eerste plek van bestemming hoefden we alleen de pasta te koken en de inmiddels ontdooide saus op te warmen. Daarna was het moe maar vooral tevreden genieten.
Het was begonnen als gemakkelijk eten na een lange reisdag en het werd onze traditionele eerstecampingmaaltijd. Onze vakanties begonnen pas echt met de geur van knoflook en Italiaanse kruiden.
 
Het was alweer even geleden dat ik die spaghettisaus maakte, maar het recept leek wel in mijn handen te zitten. Zonder veel na te denken pakte ik uien, knoflook, een blikje tomatenpuree. Ik sneed, hakte en roerde, hoefde me geen tel af te vragen of ik niet iets vergeten was.
En terwijl de saus zachtjes aan het pruttelen was, zag ik deze keer niet de tent maar de keuken in ons oude huis weer voor me.
Het vierpits gasstel op de lage koelkast.
De, ook lage, vriezer daar weer naast.
Erboven een van de keukenkasten, die waarin de kruiden stonden.
Als ik spaghetti ging koken, was onze jongste steevast in mijn buurt. Ik tilde hem, toen een jaar of drie, vier, dan op de vriezer zodat hij in de pan kon kijken en mee kon helpen.
“Zachtjes roeren, niet te hard, hoor.” Ik hoefde het al snel niet meer te zeggen, hij deed het al voor mij. Hij wist wat er allemaal nodig was en ook wanneer, pakte uit het kastje boven zijn hoofd het potje bouillonpoeder, de bus met Italiaanse kruiden op precies het juiste moment. Zo kookten we samen “spenettisaus".
 
Ik heb er geen foto van. Ik heb geen foto van mijn jochie op die vriezer, zo voorzichtig mogelijk roerend in die pan. Geen foto van ons samen, dicht bij elkaar.
Maar toen ik onlangs die saus-van-toen weer aan het maken was, zag ik het weer glashelder voor me. Maakte ik het weer even mee.
 
“Zachtjes roeren, niet te hard, hoor.”
“Je doet het prima, Max. Wat ruikt het al lekker, hè.”



dinsdag 24 september 2024

Iets met klant

 


“Ik zal het even mooi voor je inpakken. Dit nieuwe papier en deze lintjes, dat is toch cute!”
 
De verkoopster ging zo enthousiast met schaar en band en strikjes aan de slag dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om te zeggen dat mijn aankoop geen cadeautje was en dus gewoon in een zakje kon.
 
“Dat doe je handig.”
 
“Ja hè, daar hebben we cursussen voor.”
 
“Om zo in te kunnen pakken?”
 
“Ja, en van alles eigenlijk. Over de producten, manieren van betalen, of er nog genoeg van alles is... Welke kleur band wil je erbij? Blauw of geel? Ik heb ook lila....”
 
“Eh... Nou, het hoeft niet zo...”
 
“Weet je, ik combineer wel wat.”
 
Terwijl ze de ene klos met lint na de andere op de toonbank uitstalde en daarnaast een bakje met kant en klare strikjes klaarzette, zag ik Rowan-Mr Bean-Atkinson voor me. Hoe hij in de film Love Actually een sieradendoosje meer dan uitgebreid inpakte terwijl zijn klant daar helemaal geen behoefte aan had en alleen maar snel wilde afrekenen. Doosje ging in ander doosje, dat ging weer in zakje, schepje gedroogde bloemknopjes erbij, lintje, strikje... hij ging maar door, blind voor de haast van de man voor hem.


Ik had geen haast, kreeg (helaas) geen droogbloemetjes erbij maar wel nog meer informatie over de vele cursussen die de verkoopster had gevolgd.
 
“Je moet natuurlijk weten hoe je alles een beetje mooi kan uitstallen, dat het netjes ligt dus. En hoe je met klanten om moet gaan.”
 
“En dat je niet zomaar iemand met je aanspreekt?” Ik kon het niet laten maar de ironie ontging haar kennelijk.
 
“Ja, klantgericht of zo, is dat een woord? Iets met klant in ieder geval. Dat je mensen echt aandacht geeft maar niet meteen op iemand afrent, eerst wat rond laat kijken, wel altijd vriendelijk groeten. Kijk, vind je het niet mooi geworden?”
 
Ze schoof het inderdaad zeer kunstig ingepakte doosje over de toonbank maar nog voordat ik haar kon bedanken ging haar blik over mijn schouder naar iemand die kennelijk een bekende voor haar was.
 
“Hee hoi! Wat gezellig! Nee joh, ik ben niet bezig!"
Niet meer met mij, dat was duidelijk. Zelfs mijn groet werd niet meer gehoord, laat staan beantwoord.
 
Geslaagd voor de cursus inpakken, gezakt voor het onderdeel iets-met-klant.


 

vrijdag 13 september 2024

Reageren voor Dummies


Een van de vele voordelen van internet en dan, ja toch ook, sociale media is dat je snel van het laatste nieuws op de hoogte kunt zijn. Een van de nadelen daar weer van is dat je dan de reacties van jan en alleman (m/v/x) er gratis bij krijgt. En daar zit je niet altijd op te wachten.

Soms zijn het nuttige aanvullingen op het berichtje. Maar veel vaker zijn ze dat beslist niet. Dan staan ze vol met beledigingen en provocaties. Om het zacht te zeggen. Of dergelijke reacties nou voortkomen uit frustratie, constipatie, een 24/7 ochtendhumeur of een tekort aan aandacht, ik zou het niet weten.
Ik weet wel dat ik, ondanks verwoede pogingen om ze te vermijden, er vaker mee geconfronteerd word dan mij lief is. Ik ben voor vrijheid van meningsuiting maar deze vorm doet de indruk die ik van dergelijke mensen heb geen goed. Ook zacht gezegd.

Ik heb daarom besloten om een tien stappen-handleiding voor reageerders te schrijven. De titel is Reageren voor Dummies en de ondertitel: Zeggen wat je denkt mag - denken voor je wat zegt is beter.
 
1. Lees. Lees goed wat er in het artikel staat. Lees zorgvuldig. Neem de tijd en vraag je af of je alles wel goed begrijpt. Bedenk: begrijpen is niet (altijd) hetzelfde als het ermee eens zijn. Maar het helpt wel.
 
2. Vraag je af of je er wel op moet reageren, vraag je af of jouw mening wat toevoegt.
Zo nee: heb een fijne dag en ga door met je leven.
Zo ja: tja... ga dan in vredesnaam maar door naar:
 
3. Blijf kalm. Neem een kop koffie. Of thee. Vooruit, een koekje erbij. Overdenk je antwoord op de vorige stap. Is er nog steeds de behoefte om vanachter het scherm te reageren, ga dan pas door naar stap 4.
 
4. Dit is misschien een lastige: wees beleefd en respectvol. Parkeer je emoties en blijf zakelijk. Ga desnoods weer terug naar de vorige stap (en eventueel die daar weer voor), nog een kop koffie/thee is ook een goed idee. Twee koekjes, ook prima.
 
5. Eenmaal (toch) achter je toetsenbord: gebruik geen uitroeptekens en onnodige hoofdletters. Gebruik wel komma’s en punten waar ze horen; je wil immers begrepen worden. Denk aan d’s, t’s, spaties en het kofschip.
 
6. Blijf bij het onderwerp. Dit is heel belangrijk: Blijf bij het onderwerp. Haal er niet die andere zaken die in jouw ogen "ook niet deugen" bij.
Afdwalen leidt tot dwalen en dwalen tot verdwalen. Dat alles doe je maar in het bos.
 
7. Nog belangrijker: scheld niet, beledig niet, intimideer en bedreig niet. Niet-niet-niet! De stap van reageerder naar reaguurder is kleiner dan je denkt. (Eh... je bent toch nog wel aan het denken, toch?) Wees geen internettrol!
 
8. Wèl doen: je naam er duidelijk onderzetten, dus geen pseudoniem als ikzegwatikwil87659. Bij gebruik van een foto: ook hier uiteraard die van jezelf (met kleding aan) en niet van een vulkaan, Boze Smurf of het logo van een auto (die je waarschijnlijk niet eens hebt).
 
9. Lees je reactie over. Snap je zelf nog wat er staat? Echt?
Zou je ook zo tegen je moeder/leidinggevende/kind/priester/iemand die groter en sterker is dan jij praten? Echt?
 
10. Maak een wandeling, aai je kat, neem een douche. Vergeet op “posten” te drukken en sluit je computer af. 
Heb een fijne dag en ga verder met je leven.


Tot slot een tip voor degenen die met ongewenste, negatieve meningen van internettrollen en andere reaguurders te maken krijgen:

Haal niet in, houd rechts en laat dat waarschuwen met lichtsignalen maar zitten.

Oftewel: don’t feed the troll!
 
 
 
 
 
 
 

dinsdag 3 september 2024

Zussen op de foto

Onlangs was ik met mijn twee zusjes op een feestje. Er was veel plezier en muziek en er werden ook foto’s gemaakt. Dat laatste bracht een van ons op het, in de ogen van de andere twee, onzalige idee om een foto van ons drietjes te laten maken. Er werd een “vrijwilliger” uit het feestgedrang geplukt en toen moest er geposeerd en gelachen worden.
 
Ik heb een wat lastige relatie met gefotografeerd worden. Ik kan best wel leuk lachen maar zodra er iets van een camera op mij gericht wordt, schiet mijn gezicht, en dan vooral mijn mond, in een soort kramp. De enige foto’s waarop ik, in mijn ogen, redelijk op sta, dateren uit mijn kindertijd. Daarna begon het mis te gaan en als puber klaagde ik er al over tegen moeder.
“Kijk dan, zo stom!”
“Nou, valt toch wel mee...” zei zij dan eerst lief.
Maar als ik toch doorging, kwam de meer nuchtere reactie: “Ach, precies zoals je bent, toch!”
Ze bedoelde het goed, het had alleen niet het juiste effect. Tot grote frustratie van Peter blijf ik tot op heden negen van de tien foto’s waar ik op sta afkeuren. Als ik al op de foto gezet wil worden.
 
Op dat feestje kon ik er, dankzij dat ene zusje, niet onderuit.
We moesten natuurlijk dicht bij elkaar staan waarbij die van dat onzalige idee haar arm om de zus naast haar sloeg. Laten we voor de lieve vrede zeggen dat het uit zusterlijke genegenheid was en niet om te voorkomen dat die ander (drie keer raden wie dat was) zou ontsnappen.
En we moesten dus lachen.
We moesten blijven lachen en nog wat langer lachen (de fotograaf nam zijn tijd).
Toen klonk er eindelijk, ein-de-lijk het verlossende “Ja, goed!”.
(Overigens weet ik nooit of “Ja, goed!” in zo’n geval betekent dat de foto al genomen is of dat er dan afgedrukt gaat worden. Dit komt het eindproduct zelden ten goede. Als er hierbij al over “goed” gesproken kan worden.)

Dan volgt hier een beschrijving van hoe wij er uiteindelijk bij en op stonden:
Op rechts staat de zus, die van dat idee, liefjes lachend met haar meest onschuldige blik. Háár versie van onschuldige blik.
Naast haar, in het midden dus, probeert er een zus weg te duiken omdat zij door die ene met haar meest onschuldige (beter nog: meest schijnheilige) blik stiekem in haar zij wordt geknepen. Dat wegduiken ging gepaard met iets wat een lach had moeten zijn maar waarschijnlijk ook zonder die knijp al op een manische grimas had geleken.
De zus aan de linkerkant probeert het gedoe naast haar te negeren. Dat haar dit niet goed lukt, is te zien aan haar wat vermoeide glimlach. Haar poging om te redden wat er, qua foto, te redden was, is dapper maar vooral tevergeefs te noemen.
 
We hebben (achteraf) weer gelachen maar het is, toch en natuurlijk, weer een foto geworden die ík niet in zal lijsten noch (onbewerkt) zal delen. Ook al is het er een waarvan onze moeder zou zeggen: “Ach, precies zoals jullie zijn, toch!”.
Deze keer wel terecht.
 
 
 
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...