zaterdag 30 maart 2013

Hoe zou het zijn met Robert?


Ik vraag me af hoe het nu met Robert zou zijn. Ik ben er niet helemaal zeker van of ik hem wel zo sympathiek vind maar hij zit behoorlijk in de knoop en ik heb met hem te doen.

Het is ook niet niks om huisarts te zijn *tegenwoordig*. Een huisarts die ruim de tijd voor zijn patiënten wil nemen en die dus niets van regels als negen-minuten-per-patiënt wil horen. Het is niet niks voor hem om constant van zijn assistente te horen dat hij “efficiënter” (zelfs met een computer, stel je voor!) moet werken. Van die assistente die steeds meer en steeds nadrukkelijker de boel voor hem regelt en die dat niet alleen al vijfentwintig jaar lang in de praktijk doet maar ook, zelfs, thuis, omdat die assistente ook zijn echtgenote is. Dat hem dat op een gegeven moment echt teveel werd, snap ik, maar dat hij dan meteen zijn vrouw een flinke oplawaai (zo van klets! op haar wang) verkoopt... Ik bedoel maar, was het kapotslaan van haar strijkplank niet voldoende?

Logisch hoor, dat Jacqueline, zijn vrouw dus, hem stante pede (na het kopen van een nieuwe strijkplank) zijn koffers heeft laten pakken. Ik vond het alleen niet zo slim van haar om hem in dat appartement met dat losbollige buurvrouwtje te laten wonen, dat meidje van half Roberts leeftijd. Robert heeft namelijk niet alleen een burn-out, hij zit ook nog stevig in een midlife crisis. Dat zag ik al op een kilometer afstand. Tja, dat had alle-touwtjes-in-handen-Jacqueline beter vooraf kunnen checken; dit is vragen om extra moeilijkheden. Niet dat Robert dat zo ziet, nee, Robert is als was in buurvrouw Jasmijns handen en Robert geniet er met volle teugen van. Tussen zijn huilbuien door. 

Mannen met een midlife crisis, ik vind ze wat sneu. Met hun nep-jolige gedoe, opeens die aandacht voor (te) jeugdige kleren en dito vrouwen, voor scootertjes en sporten. Roberts psychotherapeute krijgt tot dusver ook weinig voet aan de grond bij hem. (Overigens plaats ik bij haar zo mijn vraagtekens: hoe gezond is zo’n vrouw die wegloopt bij het vermoeden van relatieproblemen bij haar cliënten en die dan gaat vissen zonder aas aan haar hengel om vervolgens de vis uit te schelden die zich dan toch laat vangen? En zij zou Robert moeten helpen?)

Tja, Robert. Hij is niet alleen maar een sneue midlife crisis-man, hij heeft ook die burn-out en zijn bemoeizuchtige Jacqueline. Hij doet op zijn manier dapper zijn best maar volgens mij en zéker volgens Jacqueline redt hij het moeilijk zonder haar. Daarbij mist hij zijn patiënten en zal die Jasmijn, ik voorspel het je, het kan niet anders, een grote teleurstelling voor hem zijn. Och, die Robert Finkelstein... Die sneue, dwarse, lachwekkende maar zo herkenbare en toch/daarom ook best wel sympathieke Robert... Ik ben heel benieuwd hoe het met hem is en ik hoop zo dat het goed met hem komt.

Nog drie afleveringen te gaan...

Zondagavond 20.50 op nederland 2. Ook te zien via uitzending gemist.


zondag 24 maart 2013

Koud(st)e 24 maart


Toen ik hoorde dat het vandaag, zondag 24 maart, heel, heel koud zou worden, ongewoon koud voor de tijd van het jaar en met een harde, snijdende oostenwind ook nog, zakte de moed mij in de schoenen. In de hardloopschoenen, want de zondag is één van mijn drie loopdagen en hoewel ik gewend ben om door weer en wind te rennen, was deze voorspelling niet erg aantrekkelijk. Ronduit afstotelijk eigenlijk. Erge kou, gure wind: driewerf brrrrr! Maar toen kopten Nu.nl en ook andere nieuwssites dat het vandaag mogelijk de koudste 24 maart ooit zou kunnen worden en keek ik er opeens heel anders tegenaan. Het woordje “mogelijk” werd steeds vager en “ooit” juist steeds opvallender.

Stel je voor: de koudste-24-maart-ooit en ik had dan toch zomaar mijn rondje gelopen!

Stel je voor: ik zit later in een verzorgingshuis en dan kan ik vertellen dat ik niet alleen nog goed weet hoe koud het op die koudste-24-maart-ooit was maar dat ik toen ook nog gewoon hardgelopen heb omdat-ik-dat-zondags-altijd-deed...

Ik trok mijn winterhardloopkleren aan, pakte mijn handschoenen en zelfs de fleece hoofdband (deze draag ik alleen als het superkoud is, ik heb een hekel aan iets op mijn hoofd) en begon te lopen. Te lopen en te fantaseren hoe dat later in het verzorgingshuis zou gaan:

“Weet je nog?” zou ik aan mijn kleinkinderen/medebewoners/verzorgers vragen. (Mijn kleinkinderen zouden dit natuurlijk niet uit eigen herinnering weten maar wel uit de geschiedenislessen.) “Weet je nog die 24e maart in 2013? Dat was de kóudste-24-maart-ooit! O ja! Het was een ijs- en ijskoude dag en er waaide bovendien een stormachtige oostenwind. Er was bijna niemand op straat die niet in een auto zat. Slechts een paar hondenuitlaters kwam ik tegen...”
“Kwam u tegen?” zou de stomverbaasde reactie van mijn kleinkinderen/medebewoners/verzorgers zijn. “U was toen toch al niet meer zo piepjong! Wat deed u dan buiten?”
Op dit moment, zo zag ik in mijn fantasie, zou Peter, die natuurlijk naast mij zou zitten want we hebben afgesproken dat we samen op een gezonde manier heel oud zouden worden en dat ik als eerste zou overlijden (al zijn we over dit laatste punt nog steeds in onderhandeling), Peter zou trots knikken. “Jazeker”, zou hij zeggen. “Jullie oma/medebewoonster/degene-die-door-jullie-nu-verzorgd-wordt is op die koudste-24-maart-ooit gewoon gaan hardlopen!”
Ik zou teder zijn gerimpelde hand pakken en zo bescheiden mogelijk vertellen dat het die dag inderdaad bijna niet te doen zo koud was maar: "Ach, jullie kennen me toch..."

Al lopende en fantaserende veegde ik de tranen van kou (en alvast trots) uit mijn ogen en zigzagde ik tegen de wind in die wel behoorlijk hard was maar eerlijkgezegd qua kou redelijk meeviel. Ik besloot ter plekke om dit feit later wat aan te passen; een beetje overdrijven hoort immers bij oude mensen. Een kilometer verder werden mijn handen warm en toen ik halverwege mijn rondje de wind in de rug kreeg kon ik zelfs mijn hoofdband afdoen zonder last van de kou te hebben. Nog een puntje om later om te buigen: hiervan zou ik maken dat de band van mijn hoofd af waaide en dat mijn oren van mijn hoofd af leken te vriezen. (Ja sorry hoor, simpele waarheid wordt niet voor niets “simpel” genoemd.) Het lopen ging steeds lekkerder en mijn verhaal werd steeds heldhaftiger, ik begon me bijna te verheugen op dat moment in het verzorgingshuis te midden van een ademloos luisterd publiek.

En toen kwam ik thuis en toen nam ik een douche en las ik daarna het laatste bericht op internet... 


Het was vandaag toch niét de koudste-24-maart-ooit! Daar ging mijn verhaal, mijn mooie fantasie. Door één tiende graad te warm zal ik straks in dat huis zitten en alleen maar kunnen vertellen dat ik die zondag heb gelopen. “Ja-ha oma, maar je liep zondags toch altijd! Wat is hier nou zo bijzonder aan?” Wat een ontnuchtering... Maar toen ik eenmaal weer met beide benen op de grond stond, bedacht ik dat er later-als-ik-oud-ben waarschijnlijk geen (betaalbare) verzorgingshuizen meer zullen zijn en toen betrapte ik me op de rare gedachte “Och, nou ja...in dat geval...”

Kennelijk had ik vanmiddag die hoofdband niet af moeten doen; ik denk dat er toch iets een beetje bevroren is in die kop van mij.





woensdag 13 maart 2013

Relaxen...


Ze had mijn stukje over het vertrek van Paul gelezen en wilde weten of het gefladder in mijn maag al wat tot rust was gekomen. En: “Zijn jullie die dag nog in Brussel of daar in de buurt blijven hangen?” Maar toen kwamen er opeens heel veel mensen boeken inleveren en werd het ook aan de inlichtingenbalie druk. “Het gaat goed, hoor, en ik blog er binnenkort wel over!”, riep ik dus gauw en “Fijn zo!” antwoordde zij.

Dat was (*kuch*) heel ruim een week geleden... 

Ik wijt deze vertraging maar aan het uitfladderen en het meer dan relaxte gevoel dat ik aan het badderen in Nijmegen over heb gehouden. Want daar zijn we dus naar toe gereden na het uitzwaaien. Het oorspronkelijke plan was om Peter voor zijn verjaardag in maart een overnachting in het Sanadome cadeau te doen maar toen vertelde Paul dat hij vanaf Brussel zou vliegen en konden wij niets in die buurt bedenken waar we genoeg afleiding in zouden vinden. In een stad lopen in de kou met je ziel onder je arm leek niet aantrekkelijk, liggen in warm water terwijl moeilijke gedachten uit je hoofd sijpelen wèl. Dus besloot ik om de verrassing een week naar voren te halen en [bescheidenmodus uit] dat was één van mijn meest sublieme ideeën ooit [bescheidenmodus weer aan].

Het badderen en zwemmen, het gelukzalig achterover zakken in het warme water, het drijven in het zoutwaterbad en zelfs (o ja!) het spontaan meedoen aan een aquarobic-les: dit alles deed precies waar wij met onze gespannen lijven en volle hoofden zo’n behoefte aan hadden. We dreven zachtjes de relaxstand in. We namen tussen het lavendelbad en de massagedouche een glas wijn bij de open haard en de gedachte dat we daarna niet in de auto hoefden te stappen maar gewoon in onze badjassen via een lift-met-uitzicht naar onze kamer konden was bijna te luxe voor woorden. 


Het hotel was fantastisch: ruim, licht, schoon, leuke zitjes, heerlijk eten, goede bedden en een uitgebreid ontbijtbuffet. Ik kon slechts één minpuntje ontdekken: ze maken er margarita’s van een kant-en-klaar-mix... Dit is, geloof me, ronduit gruwelijk!  Uiteindelijk heb ik een min of meer echte gekregen (de service is er ook goed) maar helaas was dat in een glas dat twee keer te groot is voor deze cocktail en bovendien zat er een rietje bij (waardoor het alcoholpercentage met factor drie omhoog leek te gaan). Lang verhaal kort: dankzij bijtijds ingrijpen van Peter kon ik de volgende dag toch genieten van het ontbijt. Ik kletste alleen wat meer dan gewoon voor het tijdstip en ik heb de gratis movie-on-demand die we na het eten zouden bekijken, gemist. (Eigenlijk heb ik mijn hele inslaapvallen gemist.)

Wat ik gelukkig niet gemist heb was de massage na het wéér badderen, het wéér buiten zwemmen en daarvoor dat lekkere ontbijt. “Lavendelolie, graag”, zei ik en: “Nee, ik heb nergens last van en ik lig prima zo...” om vervolgens tegen zo’n heerlijke bijna-sluimertoestand aan te hangen. Hé-mels! Zachte muziek, stevige handen die al je spieren vakkundig kneden... als ik eraan terugdenk vallen mijn ogen weer bijna dicht. Na die massage trof ik Peter met slome oogjes aan de thee en een fris watertje in de bijkom-ruimte. Vragen of hij ook zo genoten had, was zeer overbodig geweest. 

Vragen of we dit vaker zullen doen, is dat ook :)

(Maar dan zonder die "margarita"!)


maandag 4 maart 2013

Combi-loop



Gisteren trokken Peter en ik er weer op uit voor een combi-loop. Bij een combi-loop gaan we samen naar het bos schuine streep de hei en terwijl Peter dan een wandeling maakt, ren ik mijn hardlooprondje. Meestal is de parkeerplaats waar wij beginnen ook ons eindpunt, één keer dropte hij mij in een bos en wachtte hij mij ergens anders op.

Natuurlijk is samen wandelen gezelliger (en dat doen we dus ook wel) maar deze combinatie is vooral erg praktisch. In willekeurige volgorde van belangrijkheid:
a. ik kan zo nieuwe routes uitproberen
b. Peter kan mij via zijn telefoon volgen (zou hij ook vanaf huis kunnen doen maar nu krijgt hij ook een frisse neus)
c. hij kan mij direct corrigeren als ik een verkeerde afslag neem (nee, dit is géén metafoor voor onze relatie!)


Vantevoren bespreken we uitgebreid wáár we we willen lopen en vooral hoe ìk dan moet lopen. Peter (heel geduldig en zo zorgvuldig mogelijk): “Het eerste stuk is helemaal rechtuit en dan ga je bij die driesprong rechts en daarna gewoon richting het open veld.” Ik (balancerend tussen lichte wanhoop en zorgeloosheid): “Maar er gaan twéé paden op die driesprong naar rechts! Je zou niet meer gewoon zeggen! Ach, nou ja, ik zie wel.... ik neem wel water mee.”

Zo hebben we lopen gehad waarbij hij mij toch moest sms’en omdat hij mijn rose bolletje van de route af zag dwalen, waarna ik hem dan moest bellen omdat het bericht dat ik (weer eens) fout liep niet voldoende voor mij was.


“Welke kant moet ik dan op? Aan beide kanten zijn open stukken...”
“Je moet naar zuiden toe!”
“Huh.....?
“Loop naar... eh... naar het licht! Naar het LICHT!!!”

Van deze laatste aanwijzing krijg ik nog regelmatig de slappe kriebellach, het kwam er bovendien zo wanhopig uit.
O, ik houd van die man die mij op het rechte juiste pad houdt! Want ik weet het, het is niet altijd een prettige gedachte voor hem: een vrouw die dolgraag in haar eentje door het bos en over de hei hardloopt. Zonder enig gevoel voor richting ook nog. 



Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...