Met een perfect gevoel voor timing sms’te één van mijn vriendinnen op het moment dat wij Antwerpen binnenreden: “Geniet van het Bourgondische leven de komende dagen! Welkom bij de club van mensen die je voorgingen. Ik ben stikjaloers.” Al binnen een paar uur begreep ik waarom iedereen zo enthousiast is en mijn vriendin zo ronduit toegaf jaloers te zijn op mijn vakantie naar deze bestemming. Wat is het daar mooi en wat is het er gezellig!
En ik heb meer ontdekt:
Antwerpen is een stad
- waar wij ons meteen thuis voelden
- waar niet alleen de diamanten schitteren
- waar op de tramborden niet staat waar de trams naar toe gaan, maar juist waar ze vandaan komen (doe je voordeel met deze tip; het scheelt je minstens 4x van perron wisselen)
- waar ze zelf niet precies weten hoeveel soorten bier er zijn
- waar het Plantin Moretus-museum elke laatste woensdag van de maand gratis te bezoeken is (doen!)
- waar zelfs de riolen het bezichtigen waard schijnen te zijn (niet gedaan overigens)
- waar de Onze Lieve Vrouwekathedraal een stevige aantrekkingskracht op onze fototoestellen had (zeker bij nacht)
- waar je gevraagd kan worden of je bij je hoofdgerecht frietgebakkenaardappelengekookteaardappelenaardappelkroketjesgratinpureeofrijst wilt (zo klonk het tenminste)
- waar ik voor het eerst een leeuw in real life hoorde brullen
- waar je in gewicht kan aankomen terwijl je toch kilometers loopt (ook/zelfs in 4 dagen tijds)
- waar we beslist (en ondanks dat voorlaatste punt) vaker naar toe zullen gaan, want wij zijn nu ook helemaal
“zot van A”!