Deze foto is genomen op mijn tiende verjaardag. Het zal een
verjaardag zijn geweest zoals we die in die jaren altijd vierden. Met een kamer vol familie,
een slagroomtaart met kaarsjes, slingers en cadeautjes. Met nieuwe, meestal
door mijn moeder genaaide, kleren en een “lang-zal-ze-leven” waarbij mijn vader
meer wat mee bromde dan echt zong maar ter compensatie vier in plaats van drie
keer “hoera” riep.
Als ik naar deze foto kijk kan ik me nog goed herinneren
hoe mijn leventje er toen uit zag. We hadden wel een tv maar nog geen telefoon. We waren in dat jaar net van een kleine flat naar een "echte" eensgezinswoning verhuisd waardoor
ik een eigen kamer kreeg en, vanwege de grotere afstand, fietsend in plaats van
lopend naar school ging. Dat laatste vond mijn moeder eng en ik stoer. Ik was
immers ál tien, ik was niet gauw bang en al vond ik iets eng, dan liet ik dat
niet gauw merken. Ik ben, besef ik nu, niet veel veranderd. In dat opzicht niet
maar ook niet op wat andere gebieden.
Ten eerste las ik toen al veel. Voor die tiende verjaardag
in 1967 zullen er ongetwijfeld een paar boeken op mijn verlanglijstje gestaan
hebben. Ik was (ben nog) leergierig maar had (heb) een broertje dood aan
huiswerk, was (oké, ben) liever lui dan moe (met uitzondering voor toen gym en
nu hardlopen), had (heb) een levendige fantasie en was (ben!) als de dood voor
spinnen.
Verder had ik wel een vaste groep schoolvriendinnen maar voelde
ik me prettiger bij één op één-contacten. Na schooltijd ging ik daarom het
liefst en het meest met een vriendinnetje uit de buurt om. Samen fietsten we
dan al kletsend door onze wijk die volop in aanbouw was en wisten we zo beter dan onze
ouders feilloos de weg en alle nieuwe straatnamen.
(Oké, in dat laatste ben ik
wèl veranderd.)
(Boodschapje terug in de tijd: Sylvie-in-1967, let
alsjeblieft goed op bij aardrijkskunde en topografie, het zal je van pas komen!)
Op de foto lach ik wel lief maar ik kon ook driftig en
ongeduldig zijn. Hoewel de jaren en vooral mijn jongens mij milder en
geduldiger gemaakt hebben, kan ik nog steeds behoorlijk fel en ietwat kort door de bocht reageren.
Zeker als ik onredelijkheid zie of zelfs maar vermoed. Een ander onveranderd
karaktertrekje: Ik herinner me uit die tijd een gesprekje met de meester van
mijn klas. Hij had mij geplaagd met het feit dat ik op vrijdag de 13e
jarig zou zijn: “Je weet toch dat dat een ongeluksdag is?”. Anno 2017 had die Sylvie van toen met haar ogen gerold, in 1967 was mijn reactie dat ongeluk en jarig-zijn niet samen kunnen vallen èn dat ik op een
zondag geboren was. “Dat maakt het toch goed?” Die meester had niet, zoals ik
had verwacht, geknikt maar lichtelijk geïrriteerd gezucht. Misschien moet ik hier
ook een boodschapje terug in de tijd inlassen, iets in de trant van “Trek je er
niets van aan dat die meester je een eigenwijsje noemt.” Die moeite kan ik me
besparen: er zijn nog steeds mensen die mij eigenwijs vinden.
Soms hebben ze wel gelijk.
Sóms hè! ;p
Ach ja, foto’s van toen en boodschapjes terug in de tijd.
Als ik naar die tienjarige ik kijk, heb ik weinig behoefte om mezelf (tjeezis,
dit gaat wel behoorlijk schizofreen klinken) een boodschap mee te geven. Als
zestigjarige weet ik immers: het komt wel goed met haar, met dat meisje
uit 1967.
Ondanks “alles”.
Ondanks al die "vrijdagen de 13e".
Zij is, ik ben een zondagskind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten