Eén van de belangrijkste bronnen waaruit ik mijn leestips
haal is het boekenpanel van De Wereld Draait Door. Vier mensen uit de
boekenwereld vertellen elke maand over vier boeken die, in hun ogen, het meest
de moeite van het lezen waard zijn, waarbij eentje Het Boek Van De Maand is. En
elke maand groeit dan mijn leeslijst en, nadat ik ook inderdaad aan het lezen
van zo’n DWDD-boek toegekomen ben, ook mijn advieslijst voor (voornamelijk)
mijn biebklanten.
Het boek van de maand februari was echter een uitzondering.
Er werd gloedvol verteld over “Stadium IV” van Sander
Kollaard. Het woord “pareltje” viel, “hooglied van de liefde” werd het genoemd.
Er werd uit voorgelezen: “Melancholie: verdriet dat zich tooit in schoonheid”
en over het eind werd gezegd dat het een beeld geeft dat je nooit meer kwijt
raakt. Ik wilde het lezen. Ook, zelfs nadat ik las waar het boek over ging.
Sarie en Barend maken
plannen om na hun pensioen met een nieuwe camper een trektocht door Europa te
maken. Maar voordat het zover komt, blijkt Sarie een ernstige vorm van kanker
te hebben. Barend probeert het lot te bezweren door zich zo grondig mogelijk in
de ziekte te verdiepen. Terwijl hij er alles aan wil doen om de kanker te
bestrijden, ziet Sarie af van verdere behandeling. Met nog maar kort te leven
stelt ze voor om alsnog op reis te gaan, naar Zweden, waar zij elkaar ruim
veertig jaar eerder ontmoetten en waar hun geluk begon.
In het idyllische
zomerlandschap waar ze indertijd verliefd werden, moeten ze nu afscheid nemen.
Herinneringen, de schoonheid van het Zweedse Öland en hun gedeelde verleden
vormen de grondtoon van deze roman, waarin twee mensen hun liefde in
onmogelijke omstandigheden staande proberen te houden.
En nu heb ik het gelezen. Ik heb me er doorheen geworsteld.
Niet omdat het slecht geschreven is, integendeel: het is prachtig geschreven,
echt heel mooi. Maar het is ook goed béschreven, voor mij zelfs te goed; het schuurde
over mijn littekens. De aftakeling van Sarie’s lichaam en geest, ze heeft een
tumor in haar hersenen, bracht veel pijnlijke herinneringen aan dierbaren die
op deze manier weggevallen zijn, naar boven. Dat er daarnaast zoveel
herkenbaars was (de grondige manier waarop Barend zich voorbereidde op de
aankoop van hun camper: Peter zou het precies zo doen, Zweden, het land waar
wij veel kampeervakanties hebben doorgebracht) maakte het lezen extra moeilijk
voor mij. En het eind... dat beeld raak ik inderdaad niet kwijt: zo gruwelijk
mooi, ik kan het niet anders omschrijven. Gruwelijk en mooi. Ik heb het eind gelezen en meerdere keren hérlezen, en zelfs nu bijna een week later, knijpt het nog in mijn borst als ik eraan terugdenk. Zou ik zelf ooit tot zoveel liefde in staat zijn? Ik wil er niet eens bij stil staan!
Of ik toch “blij” ben dat ik het gelezen heb? Nee. En ergens ook ja. Ik had de pijnlijke herinneringen en dito associaties graag gemist maar lezen hoeft niet alleen maar leuk en spannend en mooi te zijn. Lezen is ook beseffen dat gruwelijke dingen een mooie kant kunnen hebben. Soms. Ooit.
Of het boek op mijn advieslijst komt? Nee. Voorlopig niet.