donderdag 22 december 2022

Mooi geweest


Het mooie van herinneringen, ook de bitterzoete, aan dierbaren die er niet meer zijn is dat ze op de meest onverwachte momenten kunnen opduiken. Toen ik vorige week naar het afscheidsconcert van Rob de Nijs besloot te kijken, verwachtte ik wel door zijn liedjes terug in de tijd te reizen maar niet dat ik aan dat ene uitje met mijn moeder zou moeten denken. 

 

Het was lang geleden, echt heel veel jaren geleden, mijn moeder was al wel, zoals dat heet, op leeftijd maar nog helder en kwiek, en samen met middelste zus liepen wij drietjes door het centrum van onze woonplaats. We keken wat etalages, liepen af en toe een winkel in en kwamen zo bij dit alles, zoals wel vaker, nogal wat bekenden tegen.  

Als het een kennis van een van ons was vroegen mijn zusje en ik uitgebreid wie dat was en waar de ander die persoon van kende. Onze moeder had minder woorden nodig: “Wie deze?”. Soms was zelfs een korte "Hmm?" met een lichte knik omhoog van haar hoofd genoeg. 

Ook haar antwoord, als het iemand was die zij kende, was heel typerend voor Indischen van haar generatie: “Ooo, van die familie die vroeger in Jakarta heeft gewoond.” of “Ach, je weet wel, dat is toch de dochter van ...” of “Ik ben haar naam even kwijt maar ze kan heel lekker koken.”  

Of ze nou op de naam kon komen of niet, mam groette iedereen heel vriendelijk terug. “Dahag, zo leuk hè! Ja, ik ben met mijn dochters.” 

"Ken jij hen echt of denk je dat maar? Omdat zij ook indo's zijn en dus vast wel kennissen?" plaagde ik haar eens. 

"Ik weet niet. Zij groeten mij, dan kennen zij mij toch?"  

 

Op die dag, lang geleden dus, kwam een man, ouder dan mijn zusje en ik maar jonger dan onze moeder, ons tegemoet. De man hield even zijn pas in en zei ons hartelijk gedag. Mam kreeg een extra glimlach. Hij had duidelijk iets Indisch over zich maar en ook iets vertrouwds. Maar toch... Dat gezicht, die stem... Hij maakte de indruk ons te kennen maar hoe dan? Zusje en ik waren even in verwarring. Wij keken hem voor de zekerheid na.

  

“Hè, is dat niet...?" 

"Ja... Volgens mij wel, ja!"  

“Mam, weet je wel wie dat net was?”  

“O, ik weet niet precies, zal wel de zoon van de een of ander zijn.”  

“Dat was Rob de Nijs!”  

“Huh? Rob wié? Van Joop?”  

“Nee, niet Nijs, dé Nijs! Rób de Nijs, die zanger!”  

“O, dié! Dié Rob van die liedjes! Ach, en dan zo gewoon, ik dacht echt iemand die mij kent. Ach zo leuk.”  

 

Door haar reactie schoten mijn zusje en ik in de lach, en mam van de weeromstuit ook; ze had zelden een aanleiding nodig - een giechel was genoeg. Wij lachten om en met haar zoals wij dat van haar hadden meegekregen: aanstekelijk, luid, bijna niet te stoppen, tot de tranen over onze wangen lopen en we pijn in onze buik krijgen. Dat anderen verbaasd toekijken krijgen we dan amper mee. Het is onze humor van de flauwste plank. 

"We zien zomaar Rob de Nijs en wat zegt ze?" - "Zo gewoon en ach zo leuk!" 

 

Ik was deze dag al bijna vergeten maar tijdens het kijken naar dat ontroerende concert, naar die kwetsbare en tegelijk krachtige man, zag ik alles weer voor me en ik hoefde weinig moeite te doen om ons, haar gelach weer te horen. 

Onze moeder was ook krachtig en op het eind ook kwetsbaar maar deze herinnering was, behalve onverwacht, zoet zonder het bitter. Het was “zo gewoon en ach zo leuk!” en mooi. 

 

Het is mooi geweest.  

 

 

 


2 opmerkingen:

Anoniem zei

Krijg weer de slappe lach...

Sylvie zei

Ook jouw herinnering :)

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...