Geachte prof. dr. W.A.R. Taal,
Bij deze reageer ik op uw ontslagbrief van 15 april 2018. U
zult wel denken: wie is hij en wat spuit hij nu voor modder na de maaltijd? Mijn
naam is Ferdinand Haspel, voor intimiteiten Fer, en tot voor kort uw opvolgende
voorzitter bij de Vereniging tot Behoud van Nederlandse Spreekwoorden en
Gezegden.
Tot voor kort, ja, want inmiddels heb ook ik mijn pijp aan
St. Maarten gegeven. Bijna een jaar lang heb ik stinkend mijn best gedaan om de
Vereniging zo goed mogelijk te leiden maar het voelde toch als trekken aan een
dode koe.
Het leek mij bijvoorbeeld een goed plan om de andere leden
op cursus te laten gaan om zo hun kennis van de Nederlandse Spreekwoorden en
Gezegden op te spijkeren maar men vond mij maar een mierenzifter (en dat
terwijl ik heel goed begrijp dat er fouten vermaakt kunnen worden!). Ik was
desnoods bereid om zelf een handleidraad te schrijven maar ook dat aanbod werd
afgewimpeld. En wel op zo’n manier dat ik mij met een ootje het riet ingestuurd
voelde.
Hoewel zij toegaven weleens een streepje te laten vallen, beweerden
zij dat zij net zo opgelucht waren nu zij uw bewind achter de boeg hadden. Hun
taak is natuurlijk niet lichamelijk en fysiek zwaar maar kost kennelijk wel veel
ontspanning. Wat ik wilde leek bovendien verdacht veel op oude kolen uit de
sloot halen. In geen enkele organisatie is het immers altijd rozenkleur en
maneschijn! (Ik citeer de leden nu even uit de losse hand.)
Tussen ons gezegd en verzwegen: vanuit mijn oogoptiek is het met de kennis van deze organisatie echt
kommer en kwijl. Als de Vereniging op deze grote voet doorgaat, heb je binnen
de kortste keren de rapen aan het dansen. Dan weet de toekomstige jeugd niet
meer hoe zij onze dierbare spreekwoorden en gezegden op de juiste manier moet
misbruiken. En dan heb ik het nog niet eens over de gewone eigen huis- en
tuinuitdrukkingen…
Ik heb nu, net als u een klein jaar geleden, mijn
ontslagbrief opgemaild omdat ook ik mijn sik ervan vol heb. Waarom schrijft
deze gewezen ex-voorzitter mij dit, hoor ik u nu denken. Ik zal uw geduld
daarom niet langer op prijs stellen. Ik wil u namelijk een voorstel doen.
Wat vindt u van het idee om samen iets op te organiseren ten
behoeve van niet alleen Nederlandse spreekwoorden en gezegden maar ook om de
kennis van eerdergenoemde eigen huis- en tuinuitdrukkingen op te verfrissen?
Samen hebben wij immers meer dan genoeg kennis in huis om dit te voor elkaar te
fixen en misschien zijn er meer taalliefhebbers die mee willen doen. Zoals een
bekend spreekwoord zegt: lichte handen maken veel werk!
Ik ben zeer benieuwd naar uw reactie en ik ben uiteraard
bereid mijn voorstel in een mondeling gesprek toe te lichten.
Uw toegenegen,
Fer Haspel
PS Kent u misschien iemand die ervaring heeft met de
administratieve kant van het opzetten van een dergelijke organisatie? Dit zou
zeer handig zijn opdat wij niet dit ei zelf hoeven uit te vinden.
2 opmerkingen:
👏
Mede namens Fer Haspel: dankjewel! 😘
Een reactie posten