Er was eens een gewoon vrouwtje. Een gewoon, nuchter vrouwtje dat, net als miljoenen andere Nederlanders alles rondom corona, corona-ontkenners, mondkapjes, mondkapjesweigeraars en lockdowns, al dan niet intelligent, heel, héél moe was. Ze was er doodmoe van in haar hoofd en ook in haar lijf.
“Nou ja, nu we kerst niet met de familie kunnen vieren, worden het in ieder geval wel rustige dagen,” zei ze tegen haar lange man. “Dit jaar geen moeilijk gedoe rond kersteten en extra boodschappen. Gewoon lekker gemakkelijk. O, daar ben ik echt aan toe!”
Haar lange man luisterde stil en het gewone, nuchtere, moeie vrouwtje ging verder: “Een paar dagen niks aan mijn hoofd. Geen werkstress, geen andere stress. Ik verheug me er nu al op!” Ze masseerde de strakke spieren in haar nek en rekte zich voorzichtig uit. Toen viel het haar op dat haar lange man nog steeds niets zei en ze keek hem vragend aan.
“Als we nou eens…” begon hij.
“O jee!” dacht zij, niet omdat dat zinnetje iets vervelends in kon houden, vaak integendeel, maar omdat er dan wel iets, iets "actiefs" op volgde, iets wat gedaan moest worden. En als ze ergens geen puf voor had, dan was het wel om iets te doen.
“Als we nou eens elk een kerstdag een verrassingsmenu zouden klaarmaken. Voor elkaar dus.”
“Verrassingsmenu?”
“Ja! Dat we van elkaar niet weten wat de ander kookt. En dan drie gangen of zo.” Lange man begon verontrustend enthousiast te klinken.
“Drie… Drie gangen… Maar ik wou iets simpels, iets kant en klaars uit de vriezer en dan in de airfryer…”
“Of vier gangen,” lange man leek haar niet te horen. “Ik heb al wat ideetjes… Dat wordt vast heel lekker!”
“Nee,” wilde het erg moeie vrouwtje uitroepen. “Nee, ik wil niks koken! Nee, ik wil niks bedenken! Ik wil niks moeten doe-h-oen!”
Maar toen keek ze naar haar lange man en ze zag dat hij al in gedachten met zijn hoofd in de kookboeken zat. Ze kende hem goed genoeg om te weten dat hij geen simpele doch voedzame maaltijd op tafel zou zetten en ze kende zichzelf goed genoeg om te weten dat zij dat dan ook niet zou doen.
Maar ze wilde toch niks doen?
Ze wilde toch rustig en simpel en verder niks?
Ze wilde alleen maar op de bank met een boek of film of gewoon haar ogen dicht?
Toch ondanks dat alles, ondanks haar moeheid, haar behoefte aan stressloos, hoorde ze zichzelf zeggen, en bijna fanatiek ook nog:
“Oké… Oké! Laten we dat gaan doen!”
Daarna zachtjes, onhoorbaar voor haar lange man, maar zo mogelijk nog fanatieker: “Ik zal je weleens wat voorschotelen. Iets met een thema. Iets rond een bepaald land, een ingrediënt, een kleur….”
Voor het vrouwtje was het logistiek wat lastig dat lange man altijd de boodschappen haalde en bijna altijd thuis was terwijl lange man op achterstand stond omdat hij vreselijk slecht was in het verstoppen van het lekkers dat hij stilletjes al in huis gehaald had. Beiden hadden zij de handicap dat zij niet gewend waren om geheimen voor elkaar te bewaren en tegelijk ook behoorlijk competitief waren.
Het werd een spannende tijd met stiekeme derdegraadsverhoren, tot in fietstassen verstopte boodschappen en zelfs met een stare down waar Rico Verhoeven en Badr Hari een puntje aan konden zuigen.
Maar dankzij het idee van haar lange man ook veel leuker.
En (spoiler) ook lekkerder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten