Maandag kreeg ik een melding via de CoronaMelder-app op mijn telefoon. Ik zou de vrijdag ervoor in contact zijn geweest met iemand die op dat moment corona had.
O jee... Ik had nergens last van, was al van een boosterprik voorzien, maar toch: wie kon die “iemand” geweest zijn?
Normaalgesproken had ik me vervolgens suf gepeinsd waar ik die bewuste dag, immers “al” drie dagen geleden, was geweest en wat ik toen gedaan had. Maar nu ging het om de dag van het uitje van onze oudste zoon en mij. Een dag waarvan ik nog aan het nagenieten was en die ik mij daarom moeiteloos voor de geest kon halen.
Het was een mooie lentedag die vrijdag in Leeuwarden. Alles klopte: het weer, de heerlijke lunch, de interessante tentoonstelling over Korea in een verrassend boeiend museum (het Keramiekmuseum - aanradertje!) en tot slot de drankjes met borrelhapjes op een bankje in de zon.
We zaten daar gezellig te kletsen en te genieten toen ene Bobby zich onuitgenodigd bij ons voegde. “Bobby is mijn huisgenoot,” zo stelde de eigenaar van het café hem voor, Bobby zelf nam die moeite niet. Al snel merkten wij dat die nonchalante houding heel typerend voor hem was.
Bobby was erg aantrekkelijk en dat wist hij. Er was bijna geen voorbijganger, ongeacht geslacht, geaardheid of leeftijd, die niet bewonderend, op z’n minst vertederd, naar hem keek. Bobby kneep dan hooguit zijn ogen wat toe en deed verder alsof al die aandacht de normaalste zaak van de wereld was. Niet zomaar de wereld, nee, zíj́n wereld. Het café inclusief het bijbehorende terras was onderdeel van Bobby’s wereld. Dat gaf hem kennelijk reden genoeg om zich op een bepaald moment pontificaal tussen oudste en mij in te wurmen. Zonder ook maar één woord of zelfs een blik met ons te wisselen. Sterker nog: hij negeerde ons daarbij volkomen.
Het zal wel een nergens op slaand vooroordeel zijn maar ik had meer bescheidenheid, meer terughoudendheid van een Fries verwacht.
Zelfs als het om een plaatsje op een bank met zachte kussens in de zon gaat.
Zelfs als de mensen die op die bank zitten, tegen wil en dank, behoorlijk gecharmeerd van je zijn en dit niet konden verbergen.
Zelfs als je kennelijk dé beroemdheid van Leeuwarden bent.
Hoewel Bobby uiteindelijk langer dan een kwartier tussen ons in had gezeten kan ik me niet voorstellen dat hij het was die corona-positief bleek te zijn.
Nee, het was vast een van de vele medepassagiers uit een van de in totaal vijf treinen waarin wij hadden gezeten geweest. (Ede - Leeuwarden, heen en weer bijna vijf uur reizen.)
Of het was toch die mevrouw wier hoofd zo opeens tussen onze treinstoelen verscheen en die ons “Sorry, hoor, sorry, maar dit is een STILTE-COUPÉ!” toesiste. (Ik schrok me rot van haar; zo luid waren die paar zinnen van ons ook weer niet geweest. Zeker niet zo luid als haar vermaning.)
We zullen het nooit weten.
Maar onweerstaanbare, arrogante, opdringerige, zeer aaibare Bobby kan het niet geweest zijn.
Hij leek mij gewoon geen type voor een smartphone met CoronaMelder-app.
1 opmerking:
Haha lastig terug te halen. laat het dan maar toch die leuke charmante Bobby zijn geweest, dat maakt het wat minder erg misschien? Leuk blogje!
Een reactie posten