zaterdag 25 november 2023

Kater

 


Onderstaande blogpost heb ik afgelopen donderdag geschreven. Recht uit mijn hart. Omdat ik (tja, ook door schade en schande) geleerd heb geen dingen te delen die in een eerste opwelling geschreven zijn, besloot ik het (nog?) niet online te zetten. De scherpe kanten zouden er misschien na een paar dagen wat afgaan. Toch?
Nee, deze keer dus niet. Ik bekijk mijn mede-wijkbewoners gelukkig niet met een blik van "Jij? Ook jij?" maar mijn mentale kater ben ik nog niet kwijt. Ik realiseer me dat er lezers kunnen zijn die mijn reactie overdreven vinden, die zich misschien zelfs, in hun ogen, onterecht aangesproken voelen. Ik wil niemand kwetsen maar ik verontschuldig me niet voor dit stukje. Vandaag is het zaterdag en d
e allerscherpste kanten zijn er een heel klein beetje af maar het schuurt nog erg en daarom deel ik deze post toch. 



Donderdag 23 november, het is de dag na de verkiezingen en ondanks de korte nachtrust word ik vroeg wakker. Ik voel me, precies zoals ik een paar uur eerder uiteindelijk in slaap gevallen ben: moe, verdrietig en down. Vandaag, de
day after, heb ik een mentale kater om U tegen te zeggen.

Gisteren heb ik, met drie keer een paar uurtjes pauzes tussendoor, van kwart voor zeven ’s ochtends tot half een ’s nachts op een stembureau gezeten. De dag op zich was erg prettig. Ik had geboft met de andere stembureauleden, aardige en praktische mensen, en ook met de locatie, slechts vijf minuutjes lopen van mijn huis. Een groot aantal van de stemmers kende ik daardoor op z’n minst van gezicht: buren, klanten uit mijn bibliotheektijd, mensen die ik geregeld tegenkom tijdens wandelingen door de wijk of in de supermarkt.

 

Af en toe kwam men met groepjes tegelijk binnen (“het lijkt wel alsof ze elkaar buiten opwachten!”) en dan moesten we flink aan de bak maar over het algemeen liep het rustig door en was er tijd voor praatje, voor iets meer dan de gebruikelijke groet.

Als we naast het tellen van de stempassen ook een turflijst van veelgemaakte opmerkingen hadden bijgehouden, hadden naast “wat is het rustig!” of juist “zo, best druk, hè”, uitroepen als “jee, wat een lap!” (over het stembiljet) en “hoe vouw je dat ding?” (ook over het stembiljet) hoog gescoord.

Op een enkeling na, meestal iemand die gauw tussen het werk, kinderen ophalen of koken door binnen kwam rennen, was iedereen vriendelijk en opgewekt.

 

En toen werd het negen uur en konden we met het tellen beginnen. Tot dat moment had ik me niet beziggehouden met de peilingen en mogelijke uitslagen. Niet op die dag tenminste; natuurlijk had ik wel het nieuws gevolgd (niet de debatten, daar was ik al snel mee gestopt) en natuurlijk wist ik dat het erg spannend zou worden maar toen een van ons op zijn telefoon de exitpolls las en deze met ons deelde, sloeg de schrik en toch ook het ongeloof toe.

Het tellen van de stembiljetten begon zoals gebruikelijk met het in tweeën splitsen van de lijstnummers: de oneven nummers op de ene stapel en de even nummers op de andere. Tot mijn schrik zag ik de stapel met even nummers hoger en hoger worden. Lijst 4, nog een lijst 4, nog een, nog een, lijst 2 pfff, weer 4, nog een 4, nog een.... Daarna moesten we de stapels sorteren op lijstniveau en met het groeien van die lijst 4-bundel groeide mijn afgrijzen. Uiteindelijk telden we 185 stemmen voor de PVV. 185 van de 989.

 

Ik was echt niet zo naïef dat ik geen rekening had gehouden met een groei voor deze partij maar het besef dat zo’n 19%, dus bijna 1 van die 5 aardige, vriendelijke kiezers die ik die dag langs had zien komen op lijst 4 gestemd had vond ik behoorlijk confronterend.

Zijn zij het écht eens met een partij die van mensen met een andere afkomst en/of religie tweederangsburgers wil maken? Die niks wil weten van gendermaatregelen, die vindt dat de Coördinator tegen Discriminatie en Racisme weg moet, die het in haar partijprogramma heeft over “klimaatwaanzin” en “diversiteitsgeneuzel”?

Vinden deze mensen écht dat het financieren en subsidiëren van “linkse” clubs als Milieudefensie en de NPO gestopt moet worden?

Staan deze mensen waarvan ik een groot aantal dus op z’n minst van gezicht ken, met wie ik een vriendelijke “Hallo, goeiedag!” uitwissel als we elkaar tegenkomen, met wie ik weleens een gezellig koetjes-en-kalfjespraatje maak, écht volledig achter deze partij? Écht?

 

Ik kan het amper geloven.

Ik kan het me bijna niet voorstellen.

Ik wil het zo graag niet geloven.

Ik wil het me niet voorstellen.





 



 

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...