Meestal ben ik rustig, nuchter en pragmatisch. Word ik met een wat lastige situatie geconfronteerd, dan zoek ik naar een oplossing en, jazeker, vaak vind ik die ook. Mocht ik geen oplossing kunnen bedenken, dan ga ik op jacht naar een alternatief. En wanneer het een kwestie van uitzitten en wachten tot het overgaat is, dan, inderdaad, zit ik het uit en wacht ik tot het voorbij is. Zonder (veel) te zeuren want dat helpt toch niet.
“Het is wat het is.”
“Als het niet rechtsom kan, moet het maar linksom.”
“If you can’t beat them, join them.”
“Je kan niet bepalen wat je overkomt, wel hoe je ermee omgaat.”
“When life gives you lemons, ask for tequila and salt.”
“Oost, west, thuis best.”
“Zoals verwacht loopt alles anders.”
“Volgens mij is het tijd voor koffie!”
Het zijn allemaal uitspraken waar ik te pas en te onpas mee rondstrooi.
Nee, ik ben niet gauw voor een gat te vangen. Niet dat ik snel laat merken in ieder geval. Het is me zeker tijdens mijn werk indertijd negen van de tien keer gelukt volgens die methode doortastend en oplossingsgericht te zijn, op z’n minst die indruk te wekken.
Tijdens mijn werk indertijd, ja. Peter kan immers dwars door mij heen kijken. Hij kent (en waardeert!) mijn praktische inslag maar heeft vaak sneller door dan ikzelf wanneer die karaktertrek als sneeuw voor de zon begint te verdwijnen.
De clou zit ‘m namelijk in het “meestal” in de eerste zin. “Meestal” is immers niet altijd. Er zijn situaties waarin ik wat minder rustig en nuchter ben, oké, wanneer ik behoorlijk kan ontsporen eigenlijk. Dan zie ik allerlei beren op en kuilen in de weg, fantaseer ik het ene doemscenario na de andere mogelijke ramp, overdrijf ik, stel ik me aan en stress ik op die manier mijzelf de pan uit.
Dat deed ik ook volop ruim voor, vlak voor en tijdens het slopen van onze oude en installeren van onze nieuwe badkamer. “Vreemde” mensen over de vloer, lawaai en chaos en troep in mijn huis: ik kan er zo, zó slecht tegen!
Waarom ik er nu weer over begin? Die badkamer is toch allang klaar? Ja, die badkamer wel maar nu, sinds vrijdag, is ons toilet aan de beurt.
"Oost, west, thuis even niet zo best."
Natuurlijk heeft het niet de impact van “toen”; we kunnen gewoon douchen en we hebben ons tweede toilet, het slopen van een vloertje, een wc-pot en fonteintje staat amper in verhouding tot het slopen een totale badkamer inclusief de muurtegels en wat is nou een week zonder toilet beneden vergeleken met drie weken zonder badkamer... Maar toch... Maar toch!
Lawaai!
Chaos!
Troep!
En “vreemden” over de vloer.
Vréselijk! Echt!
Ik weet het: het is een first world problem van de eerste orde. Ik mag blij zijn dat we straks een nieuw en mooier toilet hebben, dat we een bedrijf hebben gevonden bij wie we niet op een ellenlange wachtlijst hoefden te staan, dat we überhaupt een dak boven ons hoofd hebben, bla-bla-bla, enzovoort. En ik ben dat ook: ik ben heel blij. Maar ik ben in gevallen van lawaai, chaos, troep en “vreemden” nu eenmaal een Dramaqueen. Met een hoofdletter, ja.
Gelukkig staat er naast deze Dramaqueen een King. Ook met een hoofdletter maar zonder drama ervoor. Want het is er eentje die zich zelfs door zulke vréselijke omstandigheden niet van de wijs laat brengen.
Die “gewoon” heel rustig in alle vroegte al koffiezet voor werklieden, gezellig met hen kletst, zich weinig aantrekt van lawaai, chaos en de rest.
Die het dramagedrag van zijn queen zelfs wel grappig vindt.
O, wat zou een Dramaqueen zonder zo’n King zijn?
Dat zou toch vréselijk zijn!
Echt vréselijk!
Niet alleen voor die queen.