Wij werden aan elkaar voorgesteld. Ik kende haar niet - zij had al wat over mij gehoord. "O, u bent de weduwe," zei zij toen. Of dat niet erg confronterend, erg pijnlijk was, vroeg iemand mij later. Nee, minder dan je zou verwachten. Het werd ook niet op een botte manier gezegd, ze klonk juist meelevend.
Het was wel een raar moment van beseffen. Ja, ik ben nu een weduwe. Vandaag al, pas vier maanden en een dag. Weduwe.
Ik weet van weduwes die van die naam af willen. Zij zijn meer dan dat, vinden zij. Weduwe-zijn heeft een verdrietige, trieste klank en roept een beeld op van een alleen maar somber iemand. Vinden zij.
Ik vind dat niet. Misschien dat ik er ooit anders over ga denken maar nu niet.
Mijn Peter, mijn liefste is er niet meer en nu ben ik zonder hem. Als dat maakt dat ik nu een weduwe ben, zijn weduwe, dan is dat maar zo.
Maar onlangs moest ik een formulier invullen en een van de vragen was: "Wat is uw burgerlijke staat?".
En toen kwam ik erachter dat mijn burgerlijke staat nu "ongehuwd" is. Dat voor de wet op het moment van Peets overlijden ons huwelijk "automatisch" geëindigd is.
Automatisch. Geëindigd.
En toen kwam ik erachter dat mijn burgerlijke staat nu "ongehuwd" is. Dat voor de wet op het moment van Peets overlijden ons huwelijk "automatisch" geëindigd is.
Automatisch. Geëindigd.
Over confronterend, pijnlijk en bot gesproken... Over godvergeten pijnlijk en bot gesproken...
Ja, ik ben een weduwe, Ik ben Peters weduwe. Maar hoe de wet of wat dan ook erover denkt, hoe vaak ik nog een vinkje achter "ongehuwd" zal moeten zetten - ik zal altijd, altijd zijn vrouw blijven. Voor mij zal ons huwelijk altijd, altijd blijven bestaan.
Altijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten