Zij fietste op een avond samen met een collega naar huis toen halverwege hun rit diens echtgenoot hen tegemoet kwam lopen; hij had bij wijze van verrassing zijn hardlooprondje aan de route van zijn vrouw aangepast. Tijdens het eten vertelde zij hierover en haar man, ook een hardloper, vond het een leuk idee: “Dat kan ik ook wel eens doen!” Zo gezegd en zo ook vergeten. Dat laatste door haar tenminste.
Enige tijd later regende het pijpenstelen toen zij uit haar werk kwam. Eenmaal thuis schudde zij haar druipende jas en paraplu uit en zag ze dat haar man er niet was. “Waar is papa?”, vroeg zij aan hun puberdochter die languit op de bank hing. “Die is, geloof ik, gaan hardlopen. Om u op te halen of zo...” Ze was nog verbaasd (uitgerekend met dit weer?) toen de voordeur openging en haar man binnenkwam. Hijgend, natter dan nat en supergefrustreerd.
“Ben je al thuis? Zag je mij niet? Je fietste onder het viaduct door en ik rende achter je aan!”
“Viaduct? Fietstunnel, bedoel je, ik ga altijd via de fietstunnel, niet het viaduct en ik heb je niet gezien.”
“Fietstunnel? Maar ik rende achter je aan! Fietste jij niet met een paraplu in je hand?”
“Ja, maar niet onder het viaduct!”
“.......”
“Nee! Nee, echt? Heb je achter zomaar een vrouw aangerend?!”
En terwijl ze krampachtig probeerde haar lachen in te houden omdat hij het zo lief bedoeld had en nu zo vreselijk nat en teleurgesteld was, klonk er ongerust, bijna dreigend, vanaf de bank:
“Als u míj maar nooit komt ophalen als ik uit school kom! Zeker niet in dié maillot!!!”
1 opmerking:
Smile.
En die vijftig tinten weten ook wat.
Goed weekend.
Een reactie posten