For the record: ik huil nooit als ik naar huis ga, hoe leuk
een vakantie ook is. (Alleen als ik weer aan het werk moet.) (Nee hoor: grapje!)
Maar deze weken in Seoul waren niet zomaar een vakantie, het was een heel
bijzondere belevenis en vooral een ongelooflijk lief en waardevol cadeau en ik
vond het zo, zó speciaal om eindelijk de stad van mijn zoon te zien en om zijn
huisgenoten en een paar van zijn vrienden te ontmoeten en om app’jes te krijgen
met “tot straks!” en.... en.... en.... Nou ja, dat allemaal. Daarom dus.
Verder met deel vijf, het laatste deel van mijn
reisverslag:
Met een reisgids (als in: een boekje) bij de hand kan je een
land, een stad goed verkennen maar het haalt het niet bij het rondgeleid worden
door iemand die er al ruim vijf jaar woont en de taal spreekt.
De meeste dagen liepen we overdag de “gewone” toeristische
attracties af en begon ’s avonds de tour langs plekken die we normaal niet
bezocht of zelfs gevonden zouden hebben.
We moesten er in het begin nogal aan wennen dat aan het eind
van de middag, zo rond een uur of vijf, half zes, het heel snel donker werd
(heeft iets met dichtbij de evenaar zitten te maken) maar dat maakte onze
wandelingen en uitzichten extra speciaal en mooi.
Dit zagen we vanaf de campus van de universiteit waar Paul
gestudeerd heeft:
Het was een kijkje op een heel ander stuk van de wijk waar
wij logeerden.
Met Paul kwamen we op een avond ook “zomaar” in een park op
een eilandje van de Han terecht: een prachtig stukje natuur middenin de
stad. We hebben er in een klein kiprestaurantje gegeten en koffie gedronken in
een zaakje bovenop één van de bruggen over de rivier. En nadat we met ons
drietjes een paleis hadden bezocht, liet hij ons de Cheonggyecheon zien, een
ruim vijf kilometer lange beek die door het centrum van Seoul stroomt. Het was
een sprookjesachtige wandeling, inclusief het via stapstenen oversteken van het
water.
“Hier oversteken?
Ik weet niet of ik dat
wel durf...
Hó! Jongens... Wacht op mij!
Wow... Dat was... leuk!”
Paul bracht ons naar warenhuizen die we zonder hem niet zo 1, 2,
3 gevonden hadden omdat die ondergronds waren en wij de ingang niet als zodanig
herkenden. Naar een groot restaurant ergens op de vierde verdieping van wat op
een kantoorgebouw leek en naar kleintjes in achterafstraatjes.
We kwamen met hem door winkelstraten met meer eetkramen dan
winkels. Als ik daar kleding had moeten kopen, zou ik aan de eind van de avond
mijn nieuw gekochte kleren niet meer passen. O, die geuren alleen al!
We maakten kennis met een aantal van zijn vrienden, die op
hun beurt ons verhalen over Seoul en over Paul vertelden (#trots!), die van alles over Nederland wilden weten, die ons de
nationale borrel soju lieten proeven,
een foto van ons drietjes maakten
en die ons meenamen naar weer andere kroegjes,
eetgelegenheden en koffiezaken. In één van die koffiezaakjes vierden we met Pauls
huisgenoten mijn verjaardag.
Happy birthday
Omdat wij Paul die dag pas tegen etenstijd zouden ontmoeten
en onze benen na ruim anderhalve week bijna constant lopen wel aan wat rust toe
waren, besloten Peter en ik mijn verjaardag kalmpjes te beginnen. We sliepen
uit en metro’den daarna naar de Han. “Jullie kunnen er fietsen huren en dan een
mooie route langs de rivier nemen of je kan een rondvaart doen...”had Paul
voorgesteld. Wij waren lui en kozen voor het laatste.
Het was een prachtige dag. We maakten foto’s en genoten van het uitzicht
en van het voeren van de meeuwen door andere passagiers.
’s Avonds werden we door Paul bij een metrostation afgehaald
en gingen we samen verder met de bus naar een restaurantje waar zijn
huisgenoten ons al opwachtten. Omdat het maken van een keuze uit de menukaart
wat lastig was en we toch met zes personen waren, werd besloten om van alle
gerechten een portie te bestellen. Dit maakte het eten extra speciaal. Schalen
gingen rond (“You must try this, it’s spicy but not to spicy!” - “Is this the
one with shrimps in it?”) en we lepelden om de beurt van de soep. Het was heel
leuk om Paul en zijn huisgenoten zo
gezellig en vrolijk met elkaar om te zien gaan. Vier totaal verschillende jonge mensen, vier verschillende nationaliteiten: de gesprekken aan tafel gingen in het Koreaans, Frans, Duits en, gelukkig, vooral in het Engels.
Na het eten zochten we een koffiezaakje op om de door Paul
meegebrachte taart aan te snijden. (Dat kan daar dus gewoon, hè: iets te
drinken bestellen, om gebaksbordjes vragen en het licht uitdoen na het
aansteken van de kaarsjes en tijdens het zingen.)
Het was een verjaardag die met
stip binnenkwam op mijn lijst “Beste Verjaardagen Ooit”.
De laatste dag
En toen werd het zaterdag, de dag van ons vertrek. Via ons
hotel hadden we vervoer naar het vliegveld geregeld en tijdens de rit kwam ik
ogen tekort. Bij alles wat ik herkende besefte ik dat we daar de volgende dag
niet meer zouden lopen. Niet meer met ons tweetjes en vooral niet meer met
Paul.
Na het afgeven van onze koffers dronken we met ons drietjes
nog een kop koffie, kletsten we nog wat na en toen....
Dag Seoul.
Dag mooie, mooie stad.
Dag lievie, bedankt voor alles en nog veel meer, dank je wel voor jou.
Dag jochie,
tot december...
Dááág....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten