Het is avond en na het
eten lopen we langs drukke wegen en ook door smalle steegjes. “Is dit wel
veilig? Het wordt toeristen toch altijd aangeraden om zulke straatjes te
vermijden?” Maar Paul wandelt kalm en zelfverzekerd door, ik druk mijn arm nog
wat steviger tegen die van hem aan en laat me door mijn zoon leiden.
De stad
Seoul is een mega-mega-grote stad en staat hoog in de “Top
10 Grootste steden ter wereld”. De hele metropool (stad plus voorsteden) is
groter dan onze provincie Utrecht en er wonen zo’n 24,5 miljoen mensen. (Ter
vergelijking: heel Nederland heeft 16,8 miljoen inwoners.)
Dit zijn feiten waar ik mij niet echt een voorstelling bij
kon maken totdat wij vanaf Namsan Tower (het hoogste punt van Seoul) de stad
konden overzien. Toen wist ik dat die
voorstelling mijn verstand echt te boven ging. Namsan Tower (ook wel Seoul Tower)
staat midden in de stad, dit houdt in dat waar je ook kijkt, je ontelbare wolkenkrabbers en andere ongelooflijk
hoge gebouwen ziet.
Namsan Tower |
Uitzicht door het glas (vandaar de blauwe gloed) vanaf de toren |
Maar er zijn ook groene plekken. Seoul is beslist niet alleen maar steen en beton. Zoals op de foto's te zien is zijn er ook bergen en in de lange straten en lanen vind je veel groen. Er zijn parken en paleistuinen, en ook op de eilandjes en langs de oever van de rivier de Han kan je heerlijk wandelen en picknicken.
En Seoul is een veilige stad. Toen
ik in een buffetrestaurant mijn tas niet onbewaakt bij onze tafel wilde
achterlaten, moest Paul lachen: “Je bent hier in Seoul, hoor.” Ik moest er
behoorlijk aan wennen. Elke keer als we uit een volle metro stapten waarin ik
geen zicht had op mijn rugzak, was ik stiekem verbaasd dat er niks uit was
gerold. Maar al snel voelde extra op mijn tas letten als een belediging voor mijn omgeving.
De mensen
Als je een Koreaan ziet, zie je een smartphone. Ik houd niet
van generaliseren maar dit durf ik zonder meer te zeggen. In winkels, in
restaurants, lopend op straat, in de metro... vooral in de metro, overal zijn
ze ermee bezig. De meesten hebben dat ding gewoon standaard in hun hand. Zelfs
ik (ja, ik kop hem er zelf wel in) stond er versteld van.
Ondanks dat ik er over had gelezen, kon ik het
moeilijk geloven en toch was het zo: er zijn heel weinig Koreanen die Engels
spreken. In winkels en restaurantjes kwamen zij vaak niet verder dan “Bag?” (om
onze boodschappen in te doen) en “Cold?” (gewone of ijskoffie). Toen ik van een
medewerker bij de ingang van een paleistuin wilde weten of de tuin ook ’s
avonds toegankelijk was, kreeg ik als antwoord meer vriendelijke lachjes dan
verstaanbare woorden. Dat zijn Koreanen overigens zeker: heel vriendelijk en heel behulpzaam.
Je hoeft in een metrostation maar even wat verward om je heen te kijken of er
komt direct een willekeurige (gelukkig wel Engelssprekende) passant vragen of
je hulp nodig hebt. (En of je Guus Hiddink kent.)
Ondanks dat de gemiddelde Koreaan naar Westerse maatstaven vrij klein is, zijn er (uiteraard) uitzonderingen. Toch vonden velen Peter een bezienswaardigheid. Dat leverde een hilarisch moment op. Ergens in een paleistuin kwamen twee, voor de gelegenheid in traditionele kleding gestoken, meisjes met hun smartphone op hem af. Of hij een foto van hen wilde maken? Nee, of zij met hem op de foto mochten!
(wordt vervolgd)
1 opmerking:
Prachtig verhaal weer. Genieten om jullie te zien genieten. Het lijkt me een prachtig land.
Verheug me op het vervolg.
Een reactie posten