Ik was bij een kraampje wat aan het snuffelen toen ik de vrouw naast mij herkende.
“Hee hoi!”
“Hallooo!”
“Dat is lang geleden…”
“Ja bizar! En dan nu
hier, wat leuk!”
“Hoe is het?”
Tijdens het gesprek dat toen volgde, bleef mijn aandeel
beperkt tot éénlettergreperige woorden en vonden de langere zinnen alleen in
mijn hoofd plaats. Niet omdat ik niks uitgebreiders wist te zeggen maar simpelweg omdat
ik er niet meer tussen kwam. Met geen mogelijkheid.
Lees maar verder en huiver. De puntjes aan het begin en eind
van haar zinnen zijn overigens geen pauzes (was het maar waar!), haar zinnen
hadden gewoon geen pauzes. En ook geen eind.
Ik heb die puntjes niet alleen gebruikt om dit stukje leesbaar te houden maar ook vanwege de combinatie van snel en veel. Heel snel en heel veel, het was een ware tsunami van woorden. Te veel om hier weer te geven.
Het is ook mogelijk dat ik halverwege een paar zinnen gestopt ben met luisteren.
Ik heb die puntjes niet alleen gebruikt om dit stukje leesbaar te houden maar ook vanwege de combinatie van snel en veel. Heel snel en heel veel, het was een ware tsunami van woorden. Te veel om hier weer te geven.
Het is ook mogelijk dat ik halverwege een paar zinnen gestopt ben met luisteren.
“Ja goed. Heel goed.
Ik heb weer een andere baan. Zo leuk! Ik was net aan wat anders toe en toen
vroegen ze me terug te komen bij mijn vorige werk. Zo bizar! Daar ben ik nu
alweer een paar maanden lekker bezig. Thuis zijn ze ook blij, nu kan ik op de
fiets en kunnen ze mijn auto lenen en…..”
“Fijn…” (Vorige
baan? Andere baan? Bizar? Is dat een nieuwe uitdrukking?)
“…. Nu zijn we net
terug van vakantie. Leuk gehad, joh! Alle kids mee, volle bak, bizar gewoon! Ik
vind het wel oké dat ze nog meegaan maar ik heb wel gezegd, ik zei: jullie
moeten wel meehelpen, ik blijf niet aan de gang. Ja, je wilt ook weleens een
boek lezen, toch? Werkte jij niet in een boekhandel? Een bieb?”
“Bieb.” (Praatte
zij altijd al zoveel? Waarom wist ik dat net niet meer? Weer dat “bizar”.)
“Oh ja. Nou, wij waren
laatst in Maastricht. Ken je die boekwinkel daar? Zo mooi, maar daar hadden we
dus een high tea. Niet in die winkel, in de stad ergens. Hahahaha! Lachen, met een paar vriendinnen was ik. Je moet er wel de
tijd voor nemen, snap je, want ja, je kletst wat af tussendoor…”
“Ja!” (En of ik
dat snap! Tussendoor, ha mijn neus, aan-één-stuk-door bedoel je.)
“… Onze oudste is
trouwens net geslaagd. Eindelijk! Hij kan heel goed leren maar je kent het wel:
alles op het laatste nippertje. Dat gaat niet altijd goed. En komend jaar moet
de jongste examen doen. Bizar gewoon, de jongste….”
“Zo…” (Ha, daar is
“bizar” weer. Maar hoe kom ik van haar af? Hoe?)
“….. en dat ik jou nou
hier tegenkom! Als ik dat thuis vertel, geloven ze mij nooit. We hadden het
laatst nog over dat ene feestje waar jullie ook waren, goh, hoe lang zou dat nu
geleden zijn? Was dat niet bij…..”
"Eh..." (Hoe?? Hoé in vredesnaam? Dit trek ik niet langer!)
Zij is aardig, hoor. Heel vriendelijk en altijd opgewekt en
positief, alleen dat praten van haar! Dat aan één vreselijk lang stuk door
praten van haar. En als ze nou ook eens even luisterde.
Nee, ik moet eerlijk zijn; zij luisterde wel even, dat was
toen ik zei dat ik hoognodig naar de wc moest. Dat was een goed plan, antwoordde
zij, zij moest ook en dan liep ze wel gezellig (o, help!) met mij mee. Maar ik
had, o jee, geen muntgeld, dus ik moest even wat wisselen… En toen waren we,
bizar gewoon, elkaar zomaar opeens uit het oog verloren.
Nu voor hopelijk een nóg langere, heel lánge tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten