“Hoe gaat het met iedereen?”
Peter en ik hadden net de boodschappen voor hun deur gezet en keken daarna vanaf ruime afstand naar de zieke heer des huizes.
Het viel redelijk mee met alle symptomen: de één had meer last van vermoeidheid dan de ander, de ander had vooral hoofdpijn en er was ook iets met smaakverlies. We knikten meelevend, vooral dat verlies van smaak leek ons erg, hopelijk zou dat snel weer goed komen.
Het ergste, zo vertelde de coronapatiënt, was dat verplichte thuiszitten, dat nergens naar toe kunnen en mogen. Het was pas dag twee na de uitslag maar het hele gezin was de quarantaine nu al meer dan zat.
“Maar”, zei hij er zo opgewekt mogelijk achteraan, “we komen er wel doorheen! We blijven positief!”
En hoewel ik zo’n houding doorgaans alleen maar toejuich, nu leek mij dat toch net niet de bedoeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten