“Wat is het eerste wat je straks gaat doen?”
Het was met afstand dé nummer 1-vraag tijdens de laatste dagen voor mijn afscheid.
Bij een nummer 1-vraag hoort een duidelijk en ferm antwoord, die indruk gaven de stellers tenminste, maar ik kon niets bedenken. Of ik het echt niet wist, vroegen ze verbaasd en daarna werd er het een en ander geopperd:
“Heel lang uitslapen?”
Mwah, niet origineel en ook niet juist; mijn werkdagen begonnen, “met dank aan” corona en de bijbehorende beperkingen, niet zo vroeg dat ik mijn wekker ervoor hoefde te zetten.
“Je bedrijfskleding verbranden?”
Zou ook niet kloppen; die had ik voor mijn laatste werkdag al ingeleverd. (En verbranden is zo slecht voor het milieu.)
“Dronken worden?”
Nee, dank je. Ik weet hoe een kater voelt.
“Alle biebboeken die je in huis hebt inleveren?”
Dat was een grapje.
“Meteen het vliegtuig in naar Ver-weg?”
Uh, iets met corona, met wat met prepensioen gaan kost en vooral: met mijn grote behoefte aan even niks hoeven doen. Dus ook hier: Nee, dank je.
Uiteindelijk heb ik maar iets bedacht rond onze tuin.
Daar moesten in verband met een nieuwe tuinafscheiding een paar plantenbakken/borders vervangen worden, er was het een en ander opnieuw te planten en te beitsen… Daar zou kortom nog veel leuks te doen zijn.
Dus na wat vaag gemompel van “Eh… Lezen? Sporten? De tijd nemen voor dingen?” werd het: “In de tuin aan de slag”.
Al met al geen ferm antwoord maar tenminste wel een die geaccepteerd werd. En die klopte. Al was het maar bij het beeld van een pensionada ;)
Nu ben ik drie weken met prepensioen (en is de tuin op wat beitsen na “af”) en sinds zeker twee weken is vraag nummer 1: “Voelt het als vakantie?”.
Hierop heb ik wél een duidelijk en ferm antwoord:
“O, nee. Véél beter!”
Tenzij…
Tenzij het om een vakantie gaat waarvoor je geen grotere andere maat badpak hoeft te kopen, geen (altijd te krappe) koffer hoeft te pakken en geen lijst met instructies hoeft achter te laten over kliko’s, planten en/of huisdieren. (Een lijst die je vervolgens tóch vergeet klaar te leggen…)
Een vakantie waarbij je, zonder te verdwalen, zonder lange autoreis of turbulente vlucht, al dan niet met zeurende medepassagiers, meteen (onmogelijk maar een mens mag blijven hopen) op de plek van je bestemming aankomt. En dan niet midden in de nacht maar op een prettig tijdstip. Zonder dat je toch de oplader van je telefoon, het sleuteltje van je koffer of je bankpas blijkt te zijn vergeten.
O, en dat het weer er precies goed is, de bedden nog beter dan thuis en niemand met veel lawaai het gras maait als je net onderuitgezakt aan je boek of dutje wil beginnen.
Een vakantie waarbij je ook, zelfs, na drie weken niet aan een terugreis hoeft te denken.
Als zó’n vakantie bedoeld wordt, ja, dan voelt dit net als vakantie.
En dan nog wat beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten