Een trui met een V-hals, waaruit de geruite kraag van een overhemd stak.
Een ruime korte broek die tot vlak boven zijn knieën kwam, bedrukt met cartoonfiguurtjes.
Met daaronder sportschoenen.
Onder elke omstandigheid en op elke openbare plek was het een outfit die aandacht zou trekken. Zelfs op het strand, als de drager van deze combinatie halverwege het uitkleden was, want die trui... dat overhemd... Ik heb mannelijke collega’s gehad die zo gekleed op kantoor kwamen. Halverwege de zeventiger jaren.
O, en had ik al gezegd dat het krap vier graden boven nul was? En dat hij aan het hardlopen was?
Misschien wel de beste tip die ik ooit op hardloopgebied kreeg is: Lach als je het moeilijk krijgt.
Worden je benen zwaarder en zwaarder? Lach!
Lijkt er geen einde aan die helling te komen, vervloek je jezelf vanwege die toch te lange route? Lach!
Glimlach desnoods alleen, maar trek je mondhoeken omhoog en ga door!
Het helpt echt. Hoe lang of ver ik ook loop, acht van de tien keer moet ik die tip vlak voor het eind, soms al halverwege, toepassen. Het is dan lachen of uitgeput in de berm willen liggen. En al die acht keren krijg ik er energie van, genoeg om (min of meer) rechtop thuis te komen in ieder geval.
De truc is wel om dit op tijd te doen. Het is moeilijk grijnzen als je tong al op je schoenen hangt.
Toen ik onlangs aan het eind van een toch iets te fanatieke loop hijgend aan de klim van een viaduct begon, was ik bijna te moe om zelfs nog te glimlachen. Maar net toen ik overwoog om in vredesnaam maar naar boven te wandelen, kwam deze loper mij tegemoet.
Eerst vielen alleen zijn blote benen mij op (blote benen met deze temperatuur?).
Daarna zag ik zijn trui (hij loopt in een trúi? Een gebréide trui?), de kraagpunten bij zijn hals (een óverhemd onder een, die trúi?), zijn korte broek, die eerder uit een feestwinkel dan uit een sportzaak leek te komen en tot slot dus die boterham in zijn hand.
Eh, wat...?
De lach die ik zo nodig had en waar ik maar met moeite bij kon komen, borrelde als vanzelf op. In de eerste plaats vanwege zijn zeer ongewone hardloopoutfit maar ook omdat hij er zo aanstekelijk vrolijk bij keek.
"Hoiiii!"
"Eh... Hoi?"
Mijn laatste meters naar huis, inclusief dat viaduct, gingen dankzij die ontmoeting en het lachen soepel maar ik heb me tot lang na het douchen afgevraagd: wat bezielde die man?
Waarom een trui?
Waarom zó'n trui?
En die broek?
Wie heeft hem zo de deur uit laten gaan?
Was het een weddenschap?
Eentje die hij verloren had of nu juist gewonnen?
Heb ik eventuele verplegers die achter hem aanzaten gemist?
En ook: wat zat er op die boterham??
Geen opmerkingen:
Een reactie posten