De drie mannen, zo te zien collega’s tijdens hun middagpauze, stonden bij de bakker op de bestelling van twee van hen te wachten. Het saucijzenbroodje van de een en het frikandelbroodje van de ander lagen nog in de oven om opgewarmd te worden. Nummer drie, de andere twee noemden hem “ouwe” hoewel hij mij hooguit begin vijftig leek, had zijn appelflap al in de hand.
Hun gesprek ging over een man die zoveel zwart geklust had dat zijn maandelijkse inkomen hun salaris "ruim oversteeg" en "dat was toch asociaal" en "een meer dan grof schandaal”. Ik had het berichtje over de man, een schilder, ook gelezen. Na jarenlang naast zijn bijstandsuitkering geschilderd te hebben, hij was zo kien geweest, om zijn inkomsten op de rekening van zijn ex-vrouw te laten storten moest hij, samen met die ex, voor de rechter verschijnen. Dit als gevolg van een anonieme melding.
“En dan hoeft hij maar een paar maanden te zitten!”
“Van onze belastingcenten ook nog!”
“Ja, dat nog een keer zelfs! Eerst van onze centen lekker bijstand trekken en dan nu gratis leven in de bak.”
“En wij maar werken en keurig belasting betalen terwijl dat soort aso's...”
“Mooi dat iemand hem aangegeven heeft. Die man mag een lintje krijgen!”
De heren Saucijs en Frikandel waren het gloeiend met elkaar eens. Ze waren als het ware tegen elkaar aan het opbieden hoe fout zij dergelijke praktijken vonden, de woorden “mannetjes" en "aso” vielen daarbij te pas en te onpas.
“Wat vind jij er eigenlijk van, Ouwe?”
Ouwe was net halverwege zijn appelflap en meer bezig met alle kruimels op zijn shirt dan met het gesprek van zijn collega’s.
“Nee man, die kerel van die anonieme tip.”
“O. Ja. Nou... bijstandsfraude is natuurlijk erg verkeerd maar om dan zo’n persoon aan te geven... En dan ook nog anoniem...”
“Ja hallo, stel dat zo’n gast erachter komt dat je hem verlinkt hebt. Leer mij dat soort kennen! Nee, ik zou hem ook aangeven en ik zou het anoniem doen ook!”
Saucijs was het ook hier weer met Frikandel eens: “Het is wel makkelijk rijk worden van onze centen zonder ook maar een poot uit te steken!”
“Geen poot uitsteken? Ik begreep dat hij tegen de lamp liep omdat hij elke ochtend vroeg weg ging en pas aan het eind van de dag thuiskwam, lijkt me toch net een echte werkdag...”
Kennelijk vond Ouwe het wel leuk om een beetje olie op het vuur te gooien; mijn grijns die ik moeilijk kon verbergen werd in ieder geval door hem beantwoord.
Gelukkig kwam toen het meisje van de bakkerij met hun broodjes zodat er niet verontwaardigd gereageerd kon worden en na een korte stilte ging Frikandel over op een ander onderwerp.
“Trouwens, hoe is het met je keuken? Hebben jullie al een aannemer gevonden?”
“Dat was nog best gedoe. Ik ben me rot geschrokken van de offerte van dat ene bedrijf, je weet wel, maar ik heb nu via-via een mannetje gevonden die het wel wil doen. Wel na zijn werk natuurlijk dus het duurt even maar het scheelt een bom duiten, dat wil je niet weten!”
“Goed man! Neemt die vent nog meer klussen aan? Ik heb ook nog wel wat...”
Maar voordat Frikandel zijn vraag aan Saucijs kon afmaken kwam Ouwe, die ene met zijn subtiele humor en van fijn olie op het vuur, er tussendoor.
“Een mannetje? Ná zijn werk? Je bedoelt iemand die het zwart doet? Pas maar op, hoor!"
En daarna geruststellend:
"O, ík zal jou en hem niet verlinken maar hij hier.... Je weet het niet, hè. Hij zou het dan immers anoniem doen!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten