donderdag 25 juli 2024

ABC anno 2024, deel 2


En dan nu de tweede helft van mijn geüpdatete maar toch weer beslist onvolledige lijst van dingen die mij blij maken.
 
M.
Moeder-zoonuitjes met Paul. Museumkaart en menukaarten met originele vegetarische gerechten (dus niet alleen met kaas, kaas, kaas en geitenkaas), nog steeds als “mevrouw-van-de-bibliotheek” herkend en zo genoemd worden. Max, altijd Max.
 
N.
Nieuwe wandelplekken. Nieuwe gewoontes, schrijvers, inzichten, ideeën, recepten en plannen. Veel nieuwe dingen kortom. Napret en nagenieten. Nacho’s met guacamole.


O.
Ontspannen. Onverwachte ontmoetingen met leuke/boeiende mensen. Op tijd zijn, oude kaas, optimisme. Een omhelzing van onze oudste: met zijn armen stevig om Peter en mij tegelijk heen.
 
P.
Mijn beide P’s: Peter en Paul. De grote parasol die zo mooi over ons terras past, praatjes met voormalige biebklanten (vooral als ze zeggen dat zij mijn boekentips missen) (en mij). Podcasts, pantoffels en mijn paarse vulpen. De metershoge muurschildering van Pegasus op een flat vlak bij de wijk waarin ik woon. Helaas wordt deze flat “binnenkort” (rekbaar begrip) afgebroken maar bij deze heb (ook) ik de afbeelding tenminste “vereeuwigd”.


Q.
Quiches en quesadilla’s. Quooker, de kraan waarmee ik binnen een paar tellen kokend water voor (o.a.) thee kan tappen en die helemaal niet zo eng is als ik van tevoren had gedacht.
 
R.
Relaxen, rommelzolder opgeruimd hebben (ik word er elke keer weer blij van als ik de zoldertrap oploop). Rust in mijn hoofd en om mij heen. Recensies van boeken lezen. Reservering bij de bieb ophalen en er meteen in kunnen beginnen. Regenbogen. 


S.
Spontaniteit, spelletjes winnen doen, stadsparken, spannende series binge’n. Stilte. Sprookjes. De sleutel in het slot horen als Peter weer thuiskomt. Soep, koken en zeker ook eten.
 
T.
Thuiszijn. Thuiskomen. Thrillers. Thee op bed krijgen van Peter (elke ochtend!). Ons tuinhuisje waar we ook als het regent fijn onder het afdak kunnen zitten. Mijn zelfgemaakte tassen.
 
U.
Uitjes, gepland en last minute bedacht/afgesproken. Uuuuurenlang lezen.
 
V.
Vriendschap, vrije tijd, vaatwasser en vijvers. Mooie verhalen. Ons zelfgemaakte vogelhuisje en de vogels in onze tuin. Verder komen dan gehoopt. Veerkracht. Een vijfuurdrankje op de bank in de voortuin. Dat het soms om vier uur al vijf uur is 😉
 
W.
Wandelen, wakker worden met (en echt ook wel door) vogelgefluit en -gekwetter, witte wijn. Weekendontbijtjes, water met bubbels drinken. Iemands naam weer weten, het liefst meteen, eventueel na even(!) nadenken. 
 
X.
Een grote X, een vet kruis dus, door minstens twee dagen in een week in mijn agenda zodat mijn sociale batterij weer goed op kan laden.


Y.
Yoga, niet in een klasje maar lekker in m'n eentje thuis met de lessen van Adriene. Ik moet er niet aan denken dat iemand mijn versie van downward facing dog ziet; minstens zo belachelijk als de nederlandse vertaling ervan: neerwaartse hond. Alles hangt dan, hè! Echt álles. Nou ja, vergeet dit beeld maar snel 😬
YouTube-tutorials (zie: tassen maken) en -vlogs.
 
Z.
Zee van tijd, mooie zinnen, mijn zonnebril en zelfscannen in de supermarkt. Zwemmen. Mensen met zelfspot. Zestigplusser zijn, ja echt. 
 
 
Hoe zal ik over weer (ruim) tien jaar op deze bijgewerkte lijst terugkijken?
Knikkend van bevestiging en niet van "Goh, o ja, toén..." of, nog erger "Hè..."? Ik hoop van harte het eerste.
De tijd vliegt maar over tien jaar... 2034.. het lijkt zo ver weg. Hoe zal het dan zijn? Met de wereld, het klimaat, met jullie, met mij. Over tien jaar ben ik (en hier past de toevoeging "bij leven en welzijn") zesenzeventig. Zesenzeventig... bijna tachtig...

Zullen er dan nog eekhoorntjes in onze tuin van het vogelvoer snoepen? Bestaat er over tien jaar nog zoiets als zelfscannen, heeft deze regering museumbezoek niet onbetaalbaar gemaakt?
Bakt Peter dan nog zelf ons brood, loop ik nog “hard”, zwemmen we dan nog wekelijks? Aan onze wil en inzet zal het niet liggen
Die Pegasusflat zal dan al afgebroken zijn en ik zal niet meer als de mevrouw-van-de-bibliotheek gezien worden. Als dat de enige veranderingen zijn, prijs ik me gelukkig. (Ik moet er niet aan denken om weer een rommelzolder op te moeten ruimen!) (Als bijna tachtigjarige ook nog!)
 
Ik neem me in ieder geval hierbij voor om dan weer zo’n ABC te maken en dan hoop ik dat ik bij de Z. “Zeventigplusser zijn, ja echt” zal invullen en bij de voorgaande letters weer andere “blij-dingen”.
En dat ik me dit voornemen nog kan herinneren...
Want zesenzéventig... Da's wel tachtigmin, hè!
 
 
 
 

vrijdag 19 juli 2024

ABC anno 2024, deel 1


In september 2013, bijna elf jaar geleden dus, schreef ik, verdeeld over twee posts, over dingen waar ik blij van werd. Ik deed dit aan de hand van een ABC. Afgelopen week las ik die opsomming, waarvan ik toen al meteen zei dat die (gelukkig!) beslist onvolledig was, nog eens over.
 
Het was heel leuk om zo terug te kijken. En het was ook heel leuk om te beseffen dat er slechts een paar dingen waren die ik nu niet meer zou noemen. Niet omdat ik er niet meer blij van zou worden maar omdat ik ze nu niet meer kijk (Grey’s Anatomy), doe (niet zo legaal downloaden) en eet (yoghurt met cruesli als ontbijt). Natuurlijk zijn er daarnaast ook wat zaken om andere redenen inmiddels achterhaald. Zo douche ik inmiddels wat minder uitgebreid (want milieubewuster), is het mailen met vriendinnen grotendeels vervangen door app’en en is “weekend” niet meer speciaal een “blij-ding” nu ik niet meer werk.
 
Al teruglezende besloot ik om een actuele abc-lijst samen te stellen, een ABC anno 2024. Eentje die niet in plaats van die van 2013 komt maar als een aanvulling erop. En net als toen in twee delen.
 
A.
Nog steeds Ameland en de aankomsthal van Schiphol (twee “golden oldies”, nadruk op golden). Mijn agenda met gezellige afspraken. Agatha Christie en aandacht, onverdeelde aandacht. Rijden in een automaat, ik zou nooit meer een schakelauto willen!
 
B.
Buiten zijn, niet alleen met “goed” weer maar ook als het koud is of grijs. Desnoods voor een half uurtje, desnoods tussen buitjes en buien door. Ik houd van “binnen” maar heb “buiten” ook erg nodig. Bouwmarkten. Eigengebakken brood (eigen = gebakken door Peter). Boswandelingen. Borrelen, bloesem en buren (we hebben fijne buren). Het Binnenveld, mijn openluchtsportschool.


C.
Carpe diem’en natuurlijk. Cocktails en chocolatechipcookies. Challenges en mijn favoriete thrillerschrijver Harlan Coben. Creatieve mensen en zelf creatief bezigzijn. Columns lezen.
 
D.
Doordeweeks (omdat dat nu het nieuwe weekend is). Dromen, documentaires en dansen (thuis!). Ons dakterras. Nog steeds douchen, minder lang dus dan in 2013 maar wel heel lekker in onze “nieuwe” badkamer waar we nog steeds zo, zo blij mee zijn.


E.
Eigen baas zijn, espresso-martini’s en eekhoorntjes. Doen waar ik zin in heb zonder “Eigenlijk moet ik....” erbij te denken. Extra porties koken “voor de vriezer”.
 
F.
Fantaseren, fietsen, fruit. Flexibel zijn (letterlijk en vooral figuurlijk). “Freestyle’n” bij het koken (= zomaar wat lekkers verzinnen met wat er nog in huis is).

G.
Gewoon niksen en met volle teugen genieten. Groeten en begroet worden. Gezond zijn. Geen geldzorgen hebben. Deze Golden Years, of in goed Nederlands: deze tijd van gepensioneerd-zijn, Golden Years vind ik zo veel beter klinken, toepasselijker vooral.
 
H.
Hordeuren en -ramen, humor, Harry Potter (boeken en films). Hardlopen, niet meer zo “snel” en zo ver als tien jaar geleden maar nog wel kunnen hardlopen.
 
I.
Indutten (letterlijk, beslist niet geestelijk!), inspiratie en idealen hebben. Intuïtief durven handelen en innerlijke schoonheid zien. Inductiekoken. Ik had altijd het idee dat er niks boven koken op gas ging. Het schoonmaken van de plaat en de pitten was een crime maar toch... En toen stapten we toch over en kwamen zo, nou ja, niet van de hel maar toch wel op iets wat op de hemel lijkt. Qua schoonhouden en ook qua koken.
 
J.
“Ja, leuk! Zeg maar waar en wanneer!” als vrijwel directe reactie op een vraag als “Zin in koffie/wijntje/dagje uit?”. Jan van Haasterenpuzzels, jassen met capuchons. Mijn jongens.
 
K.
Klussen, sámen klussen in en rond huis, kerstdorpjes, opgeruimde kamers. Koffie halverwege een wandeling. Kringloopwinkels, kunst en, natuurlijk en nog steeds, knuffelen.


L.
Leuke uitjes bedenken, luieren en lieve berichtjes. Lachen op verschillende manieren: zachtjes, schaterend, bijna-niet-te-stoppen. Lentebolletjes die uitkomen. Luisterboeken tijdens het wandelen en huishoudelijke karweitjes. Lijstjes maken.
 
Aldus de eerste helft van mijn (gelukkig!) beslist onvolledige lijst anno 2024.
Wordt dus vervolgd.
Ik kan het een ieder overigens van harte aanbevelen om ook eens wat dingen te bedenken waar je blij van wordt. Heel blij, beetje blij, eventjes blij, alleen al bij de gedachte blij. Mijn ervaring is dat je er.... ja, je snapt het,  dat je er dus blij van wordt. En dat is "vooral in deze tijd" toch mooi meegenomen.





donderdag 11 juli 2024

Dubbele verrassing


Ik stond voor de bloemenwinkel naar wat plantjes te kijken (ondertussen proberend niet te kwijlen bij de aanblik van bonbons in de koelvitrine er net naast) toen een man met een groot boeket de zaak uitliep.
“Goeie-mooie-morgen!” riep hij vrolijk. Ik wilde bijna teruggroeten maar zag gelukkig bijtijds dat het voor een voorbijganger, kennelijk een kennis, bedoeld was en niet voor mij. 
 
“Zo, dat is inderdaad een mooie morgen! Had je wat goed te maken?” was de weinig originele vraag van zijn kennis bij het zien van de bloemen.
“Ha, nee, het is onze trouwdag vandaag. Zevenentwintig jaar alweer.”
“Nou, gefeliciteerd! Knap trouwens dat je het zo precies weet. Ik moet altijd rekenen en dan zit ik er nog vaak naast. Ben al blij als ik de dag goed heb!”
“Heel eerlijk: ik ben de juiste dag ook vaak vergeten en dan moet ik dat nog lang horen. Maar dit jaar heb ik wel goed op de kalender gelet. Dus straks krijgt ze een dubbele verrassing. Hah!"
Zichtbaar trots op zichzelf hield  hij de bloemen als een soort trofee omhoog en kennis knikte gepast bewonderend.

“10 juli dus. Mooi, mooi. Samen met de verjaardag van mijn vrouw.”
“Je vrouw is morgen jarig?”
“Nee, vandaag. 10 juli. Ja, als ik dát zou vergeten! Hahaha!”
“Tien? Maar het is vandaag toch de négende?”
“Eh, nee..." En wijzend op de gebaksdoos in zijn hand: "Dit gaan we zo lekker eten bij de koff.."
“Gisteren... Niet vandáág! O mán! Niet weer, hè! Niet weer!”
"O jee..."
 
De fleurige trofee ging omlaag.
De schouders gingen omlaag. 
Kennis deed moeite om medelijdend te kijken in plaats van te lachen maar de pretlichtjes in zijn ogen waren, zelfs vanaf het afstandje waarop ik stond, duidelijk te zien. Toen wees hij naar de bloemenzaak: “Hee, ze verkopen er ook bonbons!”
“Ja en?”
“Koop je er zo’n doosje bij, kan je er toch nog een dubbele verrassing van maken!"

Als ik die man met de bloemen was, had ik de doos met gebak zo uit zijn handen geslagen.





woensdag 3 juli 2024

Ga toch fietsen!


"Dankzij oplettendheid van een fietser bleef vanmiddag de bestelbus van een automobilist (47) onbeschadigd. De chauffeur reed voor de fietser uit op een smalle straat en remde vervolgens plotseling.
Betrokken fietser kon de auto gelukkig op tijd ontwijken. De chauffeur had in zijn haast om een pakketje af te leveren verzuimd in zijn spiegels te kijken."
 
 
"Een 68-jarige automobilist reed bijna een fietser aan op een rotonde. De fietser, die op tijd geremd had, was slechts licht geschrokken omdat, zoals zij aangaf, het helaas vaak voorkomt dat automobilisten niet (goed) opletten op rotondes. De automobilist had geen voorrang gegeven en bovendien te hard gereden."
 
 
Berichten als deze zullen nooit zo, niet met deze bewoordingen in het nieuws verschijnen. Omdat het (net) goed gegaan was en ook omdat de focus vaker ligt op wat de fietser (mogelijk) fout heeft gedaan dan op de rol van de automobilist.
Stel dat het slecht was afgelopen, dan waren deze voorvallen totaal anders in het nieuws gekomen.
 
 
"Vanmiddag is een fietser (66) achterop een stilstaande auto gereden. De geschrokken automobilist verklaarde dat hij de fietser niet had kunnen zien.
Er komen steeds vaker ongelukken voor waarbij ouderen op elektrische fietsen betrokken zijn."
 
"Een zeventienjarige scholiere raakte gisteren licht gewond nadat zij op een rotonde was aangereden door een auto. Het meisje had waarschijnlijk niet duidelijk richting aangegeven waardoor de automobilist niet op tijd had kunnen remmen."
 
 
Herkenbaarder, hè? De verschillen zijn duidelijk. Ook al kloppen de feiten, door het weglaten van behoorlijk belangrijke details en omstandigheden (dat busje dat plots stil stond, de automobilist die te hard reed ) en door zomaar een niet relevante opmerking (over ouderen in combinatie met e-bikes) en zelfs een aanname in het bericht te verwerken (het meisje had waarschijnlijk geen richting aangegeven) wordt de indruk gewekt dat het (weer) de fietser is die niet had opgelet.
Ik weet heel goed dat er onvoorzichtige fietsers zijn en ook wel oplettende automobilisten maar om zo de focus op de mogelijke (!) schuld van enkel de fietser te leggen, vind ik niet oké.
 
Misschien dat het zou helpen als automobilisten zelf (vaker) zouden gaan fietsen. Zodat zij zelf kunnen ervaren hoe kwetsbaar je dan bent.
Hoe je kan schrikken van een auto die wel voor je remt maar dat pas op het laatste nippertje doet.
Hoe lastig, bijna gevaarlijk, het is om op een rotonde je hand uit te steken omdat je je evenwicht moet bewaren voor het geval die automobilist naast je toch afslaat.
Hoe nonchalant chauffeurs uit hun auto kunnen stappen zodat je als langsrijdende fietser opeens met een openslaand portier geconfronteerd wordt.
Misschien zou het ook helpen als verslaggevers van ongevallen dan ook (vaker) op de fiets stappen. Zodat zij zelf kunnen ervaren dat je als fietser kan uitkijken wat je wil maar dat dat niet altijd genoeg is. Misschien dat zij dan wat zorgvuldiger en vollediger hun verslagen schrijven.
Tegen deze mensen zou ik “Ga toch fietsen!” willen roepen. Niet boos en bij wijze van verwensing maar vriendelijk doch dringend: “Ga toch alsjeblieft wat vaker fietsen!”.
 
Als het zou helpen zou ik dat doen, dat roepen. Maar ik ben geen goedgelovige naïeveling, ik ben wel een bij tijd en wijle gefrustreerde fietser.
De persoon uit het eerste stukje was ik namelijk zelf. Ik ben een paar dagen geleden inderdaad bijna op een bestelbus geklapt omdat die zomaar opeens stevig afremde. De chauffeur moest wat afleveren en netjes parkeren kostte kennelijk te veel tijd.
Over een rotonde rijden is en blijft ook voor mij een kwestie van kijken-kijken-kijken en niet verwachten voorrang te krijgen. Desondanks ben ik een keer toch aangereden. De auto schampte mij op een haar na maar ik kon genoeg uitwijken om net niet van mijn fiets te vallen. De reactie van de chauffeur: “O sorry hoor, ik dacht dat je afsloeg.” En op mijn “Maar ik reed toch gewoon rechtdoor; ik stak mijn hand toch niet uit?” antwoordde hij dat fietsers immers nooit hun hand uitsteken.
 
“Ach man, ga toch fietsen!!”
 
Ja, toen zei ik het wel heel boos en bij wijze van verwensing.
Nou ja, ik formuleerde het wat steviger, iets met een nare plek waar hij naar toe kon lopen.

O, en het kan ook zijn dat ik geen "man" zei. Misschien alleen een bepaald deel van een man?
 
 
 
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...