Moe en wat wezenloos van de lange vlucht zitten Peter en ik met Paul in de eetgelegenheid bijna pal onder ons hotel. De menukaart met al die vreemde letters, karakters, zegt ons, ondanks zijn uitleg, niet veel. “Doe voor mij maar dat bul.. eh.. bugo... dat vleesgerecht.” kiest Peter, ik neem iets vegetarisch en dan luisteren we vol bewondering hoe Paul in het Koreaans bestelt. “Het moet voor jou ook vreemd zijn om ons zo hier te zien,” zeg ik. “Inderdaad!” beaamt hij. “Inderdaad...”
Hoe het begon
In februari 2011 vertrok Paul als exchange student voor aanvankelijk
drie maanden naar Seoul, Zuid-Korea. Inmiddels zijn we ruim vijf jaar verder en
woont hij er nog steeds. Het is een heel ver weg land als je kind er woont, ja,
maar als dat kind daar gelukkig is dan ben je als ouder vele malen meer blij
dat hij zo’n plek gevonden heeft dan dat je verdrietig bent om al die kilometers. Met het verstrijken van die vijf jaren groeide wel mijn wens om Seoel met
eigen ogen te zien en vooral om te ervaren wat het is dat Paul daar zo
aantrekt. Maar Peter raakte zijn baan kwijt en hoewel dat niet de ramp van de
eeuw was, deed het afstand moeten doen van die grote wens behoorlijk veel pijn.
Maar toen brachten we in januari van dit jaar Paul naar
Schiphol. Hij was voor de feestdagen naar Nederland gekomen en ging weer terug
naar “zijn” land. We kwamen thuis, ik liep naar boven, naar onze slaapkamer en
vond daar een envelop op het bed. Er bleek een eigengemaakte tegoedbon voor twee retourtickets naar Seoul, Zuid-Korea in te zitten...
Ik heb zeker twee uur zitten huilen.
Vertrek en weerzien
Het idee dat we echt-echt-écht naar Seoul zouden gaan bleef,
ook na het zakken van de eerste emoties, heel lang onwerkelijk voor mij. Mijn
hoofd wilde zich graag in de dingen rondom de reis en de stad verdiepen maar
mijn gevoel bleef er maar op een blije manier omheen dansen. Dat ik mijn koffer
met de juiste kleren èn de cadeautjes voor Pauls huisgenoten gepakt kreeg (en
dat-ie ook nog dicht ging!) is daarom best een wondertje.
De reis verliep heel goed (treinen naar Schiphol) tot
redelijk (bijna elf uur in een vliegtuigstoel die alleen maar krapper leek te
worden). Bij het verlaten van het vliegtuig begon het grote realiseren: zo
loopt Paul dus elke keer als hij hier weer aankomt, hier moet hij in de rij
voor de buitenlandse paspoorthouders, hier haalt hij zijn koffer op, loopt hij
de aankomsthal in... Zo komt hij dus thuis... Hier is zijn thuis...
Toen opeens was daar midden tussen het gewoel, de
onverstaanbare klanken, de onbegrijpelijke opschriften, midden tussen al dat
vreemds eindelijk dat vertrouwde gezicht. En die heerlijke, heerlijke
omhelzing.
Het weer
Laat ik maar met het weer beginnen. Dat is immers negen van
de tien keer de eerste vraag die een ex-vakantieganger krijgt: “En? Beetje weer
gehad?”
Nou, we hebben prachtig weer gehad. Een beetje regen op onze
aankomstdag, het werd droog toen we na het eten de straat opgingen, en daarna
stralend en, zeker voor de tijd van het jaar, warm weer. Het was gemiddeld zo’n
vijfentwintig graden. De laatste paar dagen begon het na zonsondergang wat af
te koelen maar meer dan een vestje hebben we niet nodig gehad.
Zo. Dat was het weer. Nu over tot de onderwerpen die er echt
toe doen:
Onze eerste indrukken
Dankzij de vermoeidheid van de lange reis sliepen we erg
goed die eerste nacht. Na een lekkere douche en dito ontbijt stapten we dapper (want zonder Paul) de straat op. Het verkeerslawaai en de felle zon deden mijn hoofd duizelen.
Ontelbare auto’s zoefden zeker drie rijen dik langs ons en elkaar op, motoren en
scooters leken er willekeurig tussendoor te rijden. “Mijn hemel, hoe komen we
ooit aan de overkant??” en toen sprong het voetgangerslicht op groen en stond
het verkeer stil. Sommige auto’s half op of net over het zebrapad. “Oké, zo
dus.”
Heel toevallig leidde onze ochtendwandeling richting een
grote foodmarket. Daar werden we overspoeld door een stortvloed van geuren,
onbekende etenswaren, geluiden van pratende en roepende mensen.
Hoe verder we
de markt opliepen, hoe drukker het werd. Zo vroeg op de ochtend en net in het
land was dat alles nog teveel voor ons, meer dan een beker watermeloenstukjes
konden we nog niet aan.
Onze eerste indrukken kan ik het beste omschrijven met: Overweldigend.
Méér dan overweldigend zelfs.
Ik heb in Seoul geen lesauto’s gezien en ik kan (en durf) me
met de beste wil van de wereld geen voorstelling maken van hoe je geleerd
wordt om in die drukte van A naar B te komen. Zoals ik eerder al schreef:
alles, auto’s, bussen, taxi’s en vrachtwagens, echt alles lijkt er kriskras door
elkaar te rijden. Het getoeter als er eentje te langzaam gaat of domweg langs
de kant van de weg stil gaat staan klinkt echter niet agressief maar als een
soort “Hee, toe nou, joh!”.
Voor motor- en scooterrijders lijken er geen verkeersregels te
zijn, zij rijden nog net niet tegen het verkeer in maar daar is dan ook alles
mee gezegd. We stonden een keer bij een oversteekplaats te wachten waar ook een
paar agenten stonden, opeens stopte er een scooter naast ons op de stoep, de
bestuurder keek of er een gaatje was en schoot vervolgens half over de zebra
naar de overkant. De agenten keken op noch om.
Wat die oversteekplaatsen betreft: de zebrapaden lopen net
als bij ons van de ene kant van de straat recht naar de andere kant, maar
sommige ook diagonaal (absoluut niet net als bij ons dus). De meeste zijn heel
fijn voorzien van voetgangerslichten - de zebrapaden zònder verkeerslichten
zijn, zoals Paul dat omschreef, meer bedoeld om te zorgen dat er niet zomaar op
willekeurige plekken overgestoken wordt. Anders dan in Nederland heb je op zo’n
zebrapad geen enkel recht van voorrang. Dat ik daar niet overreden ben, was alleen te danken aan het feit dat Koreanen wel (in onze ogen) chaotisch maar niet agressief
rijden. Pfff...
"Eh... dat van dat huren van een auto, hè... Misschien moeten we dat maar niet doen."
"Liever niet, nee!"
Opvallend feitje: ondanks al dat drukke verkeer ruik je in de hele stad geen uitlaatgassen.
(wordt vervolgd)
1 opmerking:
Mooi man..... Wanneer komt deel 2 en 3 en...
Liefs
Jeannette
Een reactie posten