dinsdag 23 mei 2017

Overvallen tijdens een loop


Kennisje had een fietstochtje door het bos willen maken, vertelde zij. Door het bos waar ik vaak hardloop maar “Toen vond ik het toch wat eng. Stel je voor dat er een overvaller achter een van die bomen staat...”

Ik moest er een beetje om lachen. Niet omdat ik haar vrees kinderachtig vond, integendeel ik ben immers zelf voor mindere dingen bang (spinnen, opeens rondspringende kikkers, een knipperend benzinelichtje in de auto) maar omdat mijn moeder vele jaren geleden bijna letterlijk hetzelfde had gezegd toen ik had gevraagd of we niet eens lekker in het bos konden picknicken. “ Ach, nee hoor. Niet zonder papa. Stel je voor dat er een overvaller achter een van die bomen staat!” Ik weet nog dat ik toen ook gelachen heb, ik zag zo’n man al staan, oeverloos wachtend achter een boom tot er een argeloze wandelaar langs zou komen.

Ik geloof niet zo in overvallers achter bomen. Nee, dat klopt niet helemaal: ik wíl niet in overvallers achter bomen geloven. Ik vind het namelijk heerlijk om lekker door het bos te rennen en als ik dan bang zou zijn, dan zou ik dat niet meer kunnen. Dit betekent niet dat ik naïef en onbezonnen ben daar tussen die bomen. Ik ben, op mijn manier, best voorzichtig en ik kijk ook altijd goed om me heen. Daarom was het laatst toch een schrik toen opeens...
niet vanachter een boom maar vanachter een grote struik...
zomaar uit het niets...
toch...

“Ach nee, hoor!” schoot er door mij heen en daarna meteen: “Vermijd oogcontact, zo achteloos mogelijk passeren!”
Terwijl ik dat deed, probeerde te doen, bleef hij mij echter aankijken en toen ik hem net voorbij dacht te zijn, sprong hij achter mij en voelde ik een ferme duw tegen mijn achterwerk.
Wat nu? Het zal toch niet, hè?
Ik draaide mij om en staarde hem aan.
“Houd op! Ga weg! WEG!!”

Alsof dat hielp.

Hij kwam weer op mij af.
Ik zette mij schrap, wilde niet achteruit stappen, wilde absoluut de indruk vermijden dat ik bang zou zijn.
Weer een paar passen van hem.
Ik overwoog een flinke schop. Als ik goed aanzette... ik kán hard trappen.

Maar ik kon het niet. Ik wilde niet schoppen. Niet naar hem.
Want ondanks alles, ondanks die  situatie, merkte ik op dat hij er eigenlijk wel leuk uitzag. Heel leuk zelfs. Die ogen! Dat krulhaar!
Onder andere omstandigheden...

Onder andere omstandigheden, ja.
“Maar niet nu!”, riep ik mezelf tot de orde en daarna hardop en zo overtuigend mogelijk:
“Ik wil dit NIET! Ik vind dit NIET leuk!”

Dat hielp gelukkig wel.

“Sorry!” klonk er toen. “Sorry! Ik zal...”
De man die om mij en mijn overvaller heen had lopen draaien deed nog een uitval naar zijn hond en slaagde er toen eindelijk-eindelijk in om het beest, dat o zo schattige, speelse beest, aan de riem te klikken.

“Nogmaals sorry en een fijne loop nog!”
“Bedankt, jullie ook een fijne dag!”

En toen, ik kon het echt niet laten, aaide ik mijn kleine overvaller toch nog even snel over zijn krullenkop.






Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...