We hadden het gehuil al gehoord maar, ervaren bibliotheekmedewerkers als we
zijn, we hadden het ook herkend als dat van een dwars kind en niet van een kind in nood of met pijn. Meer dan een blik om zeker te
weten dat er een ouder in de buurt was, en dan graag een ouder die rustig bleef,
vonden we niet nodig.
Wat het eerste gedeelte betreft hadden wij gelijk, het
tweede niet helemaal. De moeder van het boze meisje probeerde wel rustig te
blijven maar het probleem kreeg zij niet opgelost. Haar rust was daarom snel
aan het verdwijnen.
Wat is er aan de hand, vroegen wij. Nou, het zat zo: haar dochtertje had thuis
willen blijven maar de boeken moesten terug. Normaal is de kleine dol op lezen, op
voorgelezen worden en zelf boekjes uitzoeken, alleen nu dus niet en wat zij in
haar kop heeft… De moeder zuchtte diep.
Dat herkenden en begrepen wij. Het probleem was echter nog niet
duidelijk. Moeder legde uit dat zij toen zelf maar wat boeken had
uitgezocht en op de pas van haar dochtertje had gezet. Ja, zij had beter moeten weten,
want in een onbewaakt moment (echt heel kort!) had haar dochtertje de pas geleende
boeken uit de tas gehaald en ergens in een kast verstopt. Of in meerdere
kasten... Zij had ze niet meer terug kunnen vinden en kindlief weigerde te zeggen
waar ze stonden. En wat nu?
Achter de moeder stond een meisje van een jaar of vijf. Met de tranen nog op haar wangen maar de wenkbrauwen stevig gefronst en haar armen vastberaden over
elkaar. Het was overduidelijk dat dit ook voor ons een harde dobber zou worden.
Help je even meezoeken, dachten wij slim te zijn. Nee!
En als je nou warm en koud zegt, probeerden wij er een
spelletje van te maken. Nee!
Jij bent de enige die dit op kan lossen, soebatten wij.
Stilte.
Wat wil je dan, riep moeder lichtelijk wanhopig. Ik wil naar hui-uis, dat had ik toch gezegd!
Toen hebben we de boeken maar van de pas gehaald in de wetenschap, in de hoop, dat zij bij de eerstvolgende kastcontrole weer boven water zouden
komen.
Nadat de moeder ons uitgebreid bedankt had, zocht zij haar
dochtertje op. Waar was dat kind nou weer? Was zij al op weg naar huis?
Nee.
Het kind zat rustig op een bankje, tot over haar oortjes verdiept in een
prentenboek.
Ga je nou dan mee? Je wilde toch naar huis?
Even! Nog éven een paar bladzijden… En dan wil ik dit boek zélf op mijn pas zetten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten