Met nog een paar vakantiedagen te gaan wil ik hierbij alvast
mijn collega’s en klanten/bezoekers van de bibliotheek waarschuwen. Het is
namelijk heel goed mogelijk dat ik vanaf aanstaande dinsdag wél aanwezig ben
maar het nog niet lijk. Of dat ik wel aanwezig líjk maar het nog niet helemaal bèn. Het
is maar hoe je het bekijkt. Verwarrend? Ik leg het even uit:
Mocht ik aangetroffen worden tijdens een thee-, koffie-,
lunch- of andere pauze (of misschien wel gewoon tussen de boekenkasten) met een
wat afwezige glimlach om mijn lippen, dan kan het zijn, nee, dan is het zeer waarschijnlijk
dat ik in gedachten weer zachtjes door de gang van het hotel loop om door de
nachtdeur - de hoofdingang gaat pas om acht uur open - naar buiten te glippen. (Dit
overigens in mijn hardloopplunje, niet in uitgaanskleren. Ik ben geen zestien
meer.) Op dit punt ben ik nog wel aanspreekbaar, zij het dat een korte herhaling
van je vraag nodig is.
Als ik wat verder in mijn herinnering ben, tijdens de kilometer
die ik nodig heb om mijn vakantiedorp uit te komen, zal dat herhalen ook nog effect
hebben. Al durf ik dat niet te garanderen.
Moeilijker wordt het als ik, in mijn gedachten dus, al langs
de bosrand loop. Dan ligt aan mijn linkerkant het bos en heb ik aan de
rechterkant uitzicht over weilanden met aan de horizon de vuurtoren, en ik vind dat een zeer fraai uitzicht. Aan het eind van die weg sla ik linksaf, loop een paar honderd meter hijgend omhoog en dan…
Dan helpt het herhalen van je vraag -sorry, sorry- echt niet meer. Zelfs
niet als je je stem verheft. Dan loop ik, terwijl ik dus wel stil lijk te
zitten of te staan, over dat o zo mooie duinpad richting de zee. Dat duinpad
dat voor mij staat voor lucht en licht, voor vrijheid, voor het-zal-aan-het-eind-even-door-mul-zand-omhoog-ploeteren-worden-maar-dan…
Dan is daar mijn beloning, dan zie en ruik ik de zee.
En dan helpt zelfs drie keer herhalen op harde
toon beslist niet want dan sta ik op het strand.
Dat strand met het stuivende zand, de
schuimende branding, de wind, het lawaai van de golven en het gesnater van de
meeuwen en tegelijk ook die stilte. En met die wolkenlucht! O,
die wolkenlucht…
Als ik al zover ben in mijn herinnering, zal ik zeer, zeer
waarschijnlijk niet op wat voor vraag dan ook reageren. Nogmaals sorry! Niet omdat ik niet
wil maar omdat ik, al dagdromend, ademloos van al dat moois (en het tegen de wind in geploeter
door het zuigende zand) niet weet waar te kijken. Naar de zee?
De lucht? De vogels of dat schip daar ver weg? Of toch voor mij uit opdat ik niet in een kuil of een waterplas stap? Of, of, of wordt dan en,
en, en....
Na ik weet niet hoe lang voor jou die op mij staat te
wachten maar zo’n tweeënhalve kilometer voor mij loop ik weer richting de
duinen. Heb dan nog even geduld met mij, alsjeblieft, hier moet ik namelijk stevig afzien omdat dit
een steil pad met erg mul zand is. Zand dat bij een stevige wind, zoals bij
mijn laatste loop, pijnlijk tegen mijn benen striemt. Ik ben geen masochist
maar van deze pijn moet ik raar genoeg altijd wat grijnzen. (Dit ter verklaring van die
vreemde grimas die dan misschien op mijn gezicht verschijnt.)
Dan loop ik weer naar het dorp en ons hotel en dan zal ik
weer, wat verdwaasd misschien, om mij heen en naar jou kijken. Dan zal
ik “Sorry, eh, wat…?” zeggen en dan ben ik er weer. Zo goed mogelijk dan.
Ik hoop dat je dit begrijpt en dat je mij dit nagenieten gunt. (Misschien
dat de foto’s hierbij wat helpen?)
Dan zal ik proberen om tijdens het herinneren wat sneller te
lopen ;)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten