donderdag 30 juni 2022

Samen klussen


En nog steeds wordt er stevig geklust hier in huis. Op dit moment zijn er twee (lange!) muren in de woonkamer behangen en als het goed is komen daar dit weekend twee muren in mijn kamertje bij. 

Behangen: het klinkt zo simpel. Je kiest een behangetje, gaat aan de slag en de klus is geklaard. Zo gaat het tenminste in woonprogramma’s en op Instagram. 

De harde werkelijkheid, ook wel genoemd het echte leven, ziet er iets anders uit. 

Het begint er natuurlijk mee dat je het samen eens moet worden over de kleur, wel of geen motief, welke muur wel, welke niet of toch anders. 

Daarna begint het echte werk. Het Echte Werk: 

 

Ruimte vrijmaken (en waar laat je de spullen zolang?). 

Vloer afdekken en muur/muren voorbehandelen (eventueel oude behang eraf, gaten dichten, primer erop). 

Meten, nog een keer meten en banen snijden. 

Muren lijmen, lijmkwast laten vallen op net dat niet afgedekte stukje vloer. 

Plakken, aanstrijken, zien dat het scheef is, loshalen, opnieuw plakken. 

Stanleymes zoeken, schaar kwijt. Stanleymes vinden, schaar niet. 

Stopcontact los, elektra eraf, inzien dat de volgorde hiervan anders moet. 

Weer meten, rolmaat zoek, rolmaat onder de lijm vinden, schoonmaken, meten. 

Enzovoort en zo verder. 

O, en daarna van ganser harte hopen dat de hele papieren mikmak er de volgende ochtend niet afgevallen is.  

Iedereen die weleens heeft behangen herkent dit vast. Voor sommigen is dit een horrorverhaal.  

 

Maar Peet en ik kunnen dit. 

Zonder gemopper en (stille) moordneigingen, en, al zeg ik het zelf, met goed resultaat ook nog. Als het op klussen aankomt zijn wij als een geolied team. Daar zijn wij beiden heel blij mee, het is immers zo fijn voor onze woning en onze relatie. 

“Als het op klussen aankomt”... Wanneer dan niet? Ja, ik hoor de kritische vraag al. Als het op koken aankomt is dan het antwoord. 

Laat ons een Ikeameubel met een handleiding van twaalf pagina’s in elkaar zetten en er valt geen onvertogen woord. 

Zet ons aan het behang afstomen en wij lijken één handige Harry/Harrïet met vier nog handiger armen. 

Moeten wij daarentegen samen in de keuken aan de slag, dan is de eensgezindheid ver te zoeken. 

Het punt is dat ik een heel nette kok ben. Ik gebruik zo weinig mogelijk, in mijn ogen, overbodig keukengerei, spoel het gebruikte meteen af en veeg elk spettertje van aanrecht en werkplank. Peter daarentegen... Peet kookt totaal anders. En dat gaat niet samen. 

 

Ik geef ruiterlijk toe dat zijn ergernis heel begrijpelijk is. Minstens zo begrijpelijk als de mijne. Je zal maar lekker aan het snijden en roeren zijn en dan staat er iemand al met een sponsje klaar om het amper gemorste meteen op te vegen. Die iemand wier frustratie razendsnel tot kookhoogte (om in de termen te blijven) stijgt bij de aanblik van vier gebruikte koekenpannen terwijl twee meer dan genoeg zijn als je maar de moeite neemt om tussendoor wat af te spoelen.

"En waarom leg je die vieze pollepel náást het bordje in plaats van erop??"

"Dat mes kan je toch nòg een keer gebruiken?!"

"Laat me nou!!" 

Wij koken kortom niet samen. Wij weten inmiddels wel beter. Wij koken om de beurt, wij koken lekker, wij koken erg gevarieerd, op z’n tijd bijzonder verrassend zelfs maar wij koken niét samen. 

Ach, je kan niet alles hebben. 

 

Laatst zaten wij tussen het behangen van de twee ruimtes in aan een ontbijtje bij Ikea. We wilden er nog even een paar rekjes voor aan de "nieuwe" muur oppikken en daarna nog wat boodschapjes halen bij een paar doe-het-zelf-zaken. 

“Moet je die twee zien!” wees Peter naar buiten, naar het parkeerterrein waarop wij vanuit het restaurant op de eerste verdieping neerkeken. Een jong stel stond daar ruzie te maken. Stevige ruzie zelfs. Ook zonder het te kunnen horen was het duidelijk dat er flink geschreeuwd werd. Armen gingen omhoog, autoportieren werd dichtgesmeten. Er werd terug in de auto gestapt, toch weer eruit. Er werd zelfs geduwd (door haar), nog net niet terug gemept (door hem). Het zag er bepaald niet vredelievend uit. Maar uiteindelijk liepen zij, de vrouw heel bozig voorop, de man er chagrijnig achteraan, toch de winkel in. 

 

Toch ja, daarover heb ik me het meest verbaasd. Ruzie op een parkeerterrein: het kan de beste relaties overkomen (hoewel, een ruzie van dat niveau?) maar dat je daarna toch samen een zaak als Ikea ingaat, snap ik echt niet. Ik was allang terug naar huis gegaan. Je hoeft er immers niet voor noodzakelijke boodschappen naar toe. Hoe besluit je in zo’n toestand welke stoel er gezellig in je woonkamer zal staan? Hoe zet je met zo weinig zelfbeheersing met z’n tweetjes een kast in elkaar?  

“Nou ja, misschien kunnen zij wèl samen koken,” probeerde ik het zo positief mogelijk te bekijken.  

Maar toen zagen we de twee het restaurant in lopen. Nog steeds met kwade gezichten en nog steeds ver uit elkaar liepen beiden regelrecht naar het buffet met de ontbijtjes en dagschotels.

En iets zei mij dat zij ook in de keuken geen gezellig stel zouden zijn.
Die dag in ieder geval niet. 

 

  

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...