Iemand in het universum heeft niet goed opgelet, heeft te snel en te onnadenkend gehandeld en ik ben niet blij, helemaal niét blij.
Het universum, ja. Ik geloof niet in een soort opperregisseur die vanuit haar of zijn regisseursstoel bepaalt hoe alles (als in: het hele leven van iedereen) verloopt. Dat vind ik een wat cru beeld, om het wat mild te zeggen. Ik stel me daarom liever een universum voor dat lijkt op de afdeling waar ik ooit een blauwe maandag heb gewerkt.
Het was er heel gezellig en er werd ook wel wat meer gedaan dan de twee K’s (koffiedrinken en kletsen) maar niemand van ons geloofde serieus dat iets van ons werk echt Belangrijk was. Natuurlijk zaten we er niet voor de kat zijn achterkant maar als we een dag (of twee of drie) thuis zouden blijven, zou de maatschappij dat niet gemerkt hebben. Niet dat dat erg was, de maatschappij heeft immers haar/zijn eigen verantwoordelijkheden en er bestaan ook zaken als overmacht en domme pech maar
onze souschef dacht daar heel anders over. Daar was hij voor aangenomen en daar werd hij voor betaald.
Met zekere regelmaat liep hij daarom met strenge blik over de afdeling en degene die die blik dan voelde branden opende vervolgens snel zomaar een map, krabbelde een memo of besluit, gaf het aan een ander door en de maatschappij wist weer even dat onze afdeling bestond. Waarna de souschef terug naar zijn bureau ging. Om koffie te drinken.
Zo ongeveer zie ik graag het universum en hoe daarin “gewerkt” wordt. Je kan het raar vinden, totaal verknipt desnoods maar zonder dit beeld zou ik niet “Het is wat het is” en “Je kan niet bepalen wat je overkomt maar wel hoe je ermee omgaat” kunnen denken. Als ik in plaats van die afdeling en die willekeurig rondlopende souschef één allesbepalende regisseur voor mij zou zien, zou ik de ene keer erg verdrietig, de andere keer woest van razernij worden. Dan zouden er momenten zijn waarop ik die ene persoon wel kan vervloeken. Nu hoef ik mij alleen te richten op die overijverige souschef en dat willekeurig rondlopen van hem. De man beslist zelf niets, hij kijkt enkel streng waardoor er tussen de twee K’s door niet alleen prettige memo’s geschreven worden maar helaas ook besluiten de afdeling uitgaan die op z’n minst vervelende gevolgen kunnen hebben.
Zoals die beslissing dat wij sinds gistermiddag geen verbinding met het internet hebben.
Geen internet, mensen, wij hebben geen internet!
Geen internet is (voor mij) als pure horror, als een navigatiesysteem dat “Over driehonderd meter... weet je, zoek het zelf maar uit.” zegt, als een auto met de sleutel nog in het contact, de portieren op slot en waarvan de motor nog aan is terwijl jij ernaast staat. Zonder toiletpapier zitten is gemakkelijker op te lossen. (Tenzij we ook geen keukenrollen en/of water hebben maar mijn punt zal duidelijk zijn.)
Hoe moet ik nu weten of het straks wel of niet gaat regenen? Wat het nieuws van de dag is?
Hoe kunnen wij nu onze boodschappenlijst maken zonder dat we weten wat er in de bonus is?
Hoe kan ik zonder een tutorial op YouTube de tas afmaken die ik aan het naaien ben? Mijn Wordfeudpotjes winnen? Yoga’en?
Hoe verlopen onze gesprekken nu we Google niet kunnen raadplegen als we ons gelijk willen halen (“Nee, dat was niet toen, dat was...” en “Wedden? Ik zoek het even op!”).
Damn you, souschef! Waarom neem jij je functie ook zo overdreven serieus?
Door jouw tussenkomst werd er op die afdeling van jou niet gezellig doorgekletst en een zoveelste bakkie koffie gehaald maar moest er snel-snel een map met de naam van onze straat (wijk?) gepakt worden.
Door jouw strenge blik werd er tussen die twee K’s door een vlugge en daardoor onnadenkende krabbel gezet onder een beslissing om de glasvezelverbinding in onze straat (wijk?) door te knippen. (Of wat er ook gebeurd is - ik kan het niet opzoeken, hè!)
Door jou ben ik nu zo van slag dat ik me vanochtend afvroeg of er nog wel water uit de kraan zou komen, zo uit mijn doen dat ik verbaasd was dat een buurman toch naar zijn werk reed.
Door die storing (dus dankzij jou!) vindt Peter mij weer eens een dramaqueen en moet ik mij (als ik weer wifi heb, áls!) door reacties als “Belachelijk, zoals wij afhankelijk zijn van internet! Nee, dan vroeger...” heen worstelen.
Door jou en die strenge blik van jou zit ik nu in de bieb deze blogpost te uploaden; mijn 4G databundel kan dit namelijk niet aan.
Je kan plichtsgetrouwzijn ook overdrijven, hè!
Blijf voortaan alsjeblieft achter je bureau zitten met je strenge blik. Neem er een extra kop koffie bij, maar loop vooral niét rond. Of kies iemand die, van schrik omdat jij weer eens zo onverhoeds opduikt, een opdrachtbriefje pakt waarop “Internetverbinding herstellen. NU!!” opstaat en deze ondertekent.
O, doe dat! Doe vooral dát!
En neem daarna ontslag en ga met pensioen (kan ik je van harte aanbevelen). Of zeg je baan op en ga aan de slag als glasvezelhersteller/internetverbinder of hoe dat heet (en maak zo alsnog wat van je leven).
Het lijkt mij namelijk een nog mooier beeld: een gezellig kletsend, koffiedrinkend universum zonder souschef en zonder vervelende memo’s.
Maar eerst, souschef, kletsende koffiedrinker, wie dan ook: geef ons ons internet terug!
Alsjeblieft!
Alsje-heel-erg-blieft!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten