Ik stel me zo voor dat zij gisteren samen
toekeken hoe wij, hun kinderen en schoonkinderen, een gezellige zomeravond met
ons achten doorbrachten. Hoe zij naast elkaar op een wolk zaten: mijn tante
heel stoer met haar benen bengelend over de rand terwijl mijn moeder haar arm
vasthield (“Pas op, hoor Lotje!”) en voorzichtigheidshalve wat meer naar achter
zat.
Ik stel me zo voor dat zij van hun uitzicht
genoten. “Kijk nou toch, die kinderen, zo lief, zo samen.” “Nou,
kinderen... Kinderen met al bijna kale
hoofden en grijze haren!” En dat ze dan samen de slappe lach kregen daar boven
op hun wolk.
Misschien was het op dat moment dat de lucht
toch even leek te betrekken, toen zij daarboven dus zo zaten te lachen, maar
dat zij toen meteen weer de weergoden bestraffend aankeken: “Wáág het niet!
Waag het niet om deze avond te verpesten met regen en onweer en wat jullie nog
meer zouden doen volgens de weersvoorspellingen!”
Die weergoden hadden het ook niet gewaagd, ze
wisten wel beter dan tegen dat span Lies en Lot, LieseLot, in te gaan. Dat moet
de reden zijn geweest dat ondanks de voorspellingen en waarschuwingen als “code
geel”, wij konden barbecueën en de hele avond buiten konden zitten.
Maar meer nog dan dat onverwacht goede weer, waren zij,
onze moeders, natuurlijk de reden van dat heerlijke samenzijn met muziek, plezier, verhalen en ook herinneringen. Herinneringen aan die twee, daar misschien wel boven op een wolk.
1 opmerking:
Genieten zo'n avond en wat heb je het weer mooi verwoord!
Een reactie posten