“Ik vroeg me af,” begon hij en ik zag zijn zenuwen.
“Ja?”
“Wil jij met mij trouwen? Zouden wij het samen eens kunnen worden?”
Laatst las ik een stukje over een “bekende” vrouw (aanhalingstekens omdat ik nog nooit van haar gehoord had) die vertelde dat zij al jaren wachtte op dé vraag van haar vriend. Ze waren al heel lang samen, gelukkig samen, maar (citaat) “elk meisje droomt er natuurlijk van om ten huwelijk gevraagd te worden”.
Vanwege dat “meisje” en vooral “elk meisje” ben ik gestopt met lezen; het leven is te kort om tijd te verspillen aan, in mijn ogen, klinkklare onzin.
Ten eerste was dat “meisje” al achtendertig (en als je jezelf dan nog zo noemt, heb je toch een kronkel in je hoofd) en ten tweede ben ik ooit ook een meisje geweest en tussen al míjn meisjesdromen zat er niet eentje waarin een jongen/man voorkwam die op zijn knieën mij een ring aanbood, dus hoezo “elk” en "natuurlijk"?
O, en ten derde: waarom wachten op een vraag die je toch ook zelf kan stellen??
Toen ik Peter leuk, leuker, de leukste en vervolgens ook de liefste begon te vinden (en hij mij) wilde ik wel graag met hem trouwen maar ik droomde er eerder van dat wij dan samen naar dat punt zouden groeien en dat ons besluit een logische volgende stap zou zijn, dan dat ik droomde van een “totaal onverwacht” aanzoek.
Begrijp me niet verkeerd: ik kan genieten van verhalen over ontroerende, “toch nog” verrassende huwelijksaanzoeken (inclusief zenuwen, tranen en een ring die net te klein of juist te groot is) en ik ben ook zeker niet afkerig van wat romantiek op z’n tijd - ik zag alleen zo’n scene met mij als een van de hoofdrolspelers gewoon niet voor me.
Ik was dan ook totaal overrompeld toen...
“Wil jij met mij trouwen? Zouden wij het samen eens kunnen worden?”
Ik was zó overrompeld, zó van mijn stuk dat ik mij in eerste instantie vooral verbaasde over dat ouderwetse “samen eens kunnen worden” maar toen zag ik zijn nervositeit, zijn trillende handen en sloeg de vertedering toe.
Het was die dag nog maar een paar maanden geleden dat wij elkaar voor het eerst zagen. Hij stond toevallig in zijn tuin en ik fietste, op weg naar mijn werk, langs. Aan het eind van de dag herhaalde zich dat en wij knikten elkaar toe. Toen we elkaar de volgende dag weer zagen werd dat toeknikken een vriendelijke zwaai, de dagen daarna een zwaai met een lach, een groet.
Dat werd zoetjesaan een gewoonte, het was een uitzondering als ik langsfietste en hij dan niet in zijn voortuin stond of daar op een bankje zat. Met toeval kon het weinig meer te maken hebben.
Hij leek wel in voor meer dan een opgestoken hand en “Hallo! Fijne dag!” maar ik...., nee, iets in mij zei me afstand te houden. Dat lukte tot de dag dat ik weer langsreed en ik hem niet zag. Net toen ik mij daarover verwonderde, kwam er iemand naast mij fietsen.
Ja, hij dus.
“Dag,” zei hij, “hallo, leuk om je eindelijk te spreken.”
“O, eh, ja. Dag.” Ik was een beetje van mijn stuk toen ik hem zo opeens van dichtbij zag. Daarna stelde hij dé vraag, dé vraag waar volgens die “bekende” vrouw “elk meisje” van droomt:
“Wil jij met mij trouwen? Zouden wij het samen eens kunnen worden?”
Och, hij vertederde mij zo. Die man, die oude man, die, zo wist ik van een collega die bij hem in de buurt woonde, al jaren alleen was. Die, zoals zij pas na dat voorval vertelde, elke vrouw die vriendelijk voor hem was vroeg of zij “het samen eens konden worden”.
Zo kwam ik aan een (maar dan echt) totaal onverwacht huwelijksaanzoek. Van een eenzame, oude man, niet op zijn knieën maar al slingerend op zijn fiets.
Ik had het mij in mijn wildste dromen niet voor kunnen stellen.
“Maar... maar ik ben al getrouwd. Het spijt mij...”
“O, jammer. Ja. Jammer.”
Toen fietste hij verder. (Op zoek naar de volgende vriendelijke vrouw?) Ik heb hem daarna niet meer gezien. Eerst omdat ik uit ongemak zeker een maand een andere route nam en later, toen ik toch weer langs zijn huis reed, hij niet meer op die bepaalde tijden in de tuin stond.
“O, jammer. Ja. Jammer.”
Peter heeft mij overigens nooit gevraagd. Ik hem ook niet. Ons huwelijk is gestart zoals ik het mij droomde: zonder officieel aanzoek, wel als een logische volgende stap in onze relatie. Met samen uitgezochte ringen. Die perfect pasten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten