Tijdens deze periode van diploma-uitreikingen vind ik het extra leuk om door mijn wijk te wandelen. Het ziet er elk jaar weer zo vrolijk uit: al die vlaggen met een schooltas eronder. Herinneringen aan mijn eigen eindexamentijd en dan vooral aan het happy end daarvan komen dan onvermijdelijk naar boven. Flarden van herinneringen moet ik zeggen; het is te lang geleden om mij die periode tot in details voor de geest te halen. Soms, steeds vaker eigenlijk, vraag ik me dingen uit die tijd meer af dan dat ik ze nog weet.
Welke leraar belde om te vertellen dat ik geslaagd was? Heb ik lang op dat telefoontje moeten wachten? Hoe vaak zou ik “Echt?! Echt waar?!” geroepen hebben? Wat heb ik daarna gedaan? Geschreeuwd, gelachen, stil en stomverbaasd voor mij uitgestaard, gehuild, door de kamer gedanst? Een combinatie van dat alles?
Kwam er visite? Was er taart? Zeker geen sterkere drank dan cola, niet met mijn ouders. Er was wel een tuinfeest (met wel wat meer dan cola) met andere blije, opgeluchte vrienden bij de zus van ook geslaagde Peter. Maar hoe hadden we dat georganiseerd? En was het op de avond van dé uitslag? Van de diploma-uitreiking?
Ik weet nog wel dat ik mijn tas uit mijn slaapkamerraam gehangen heb. Aan een touwtje omdat wij geen vlaggenstok hadden. En toen ik, in de voortuin staand, zag dat het een wat raar gezicht was, zo’n donkergroen “iets” (ik had, volgens de mode uit die tijd en de gewoonte op mijn school, geen leren schooltas maar een legerpukkel uit een dumpstore), heb ik er bij gebrek aan iets wat voor een vlag door kon gaan wat plastic bloemen bijgehangen. “O, nu zie ik het; je bent geslaagd!” begreep een buurvrouw daarna.
Het moet òf een heel tactvolle buurvrouw zijn geweest òf eentje die geen idee had dat ik niet zo’n <kuch> ijverige leerling was (of ze was beide), anders had ze wel “Je bent tóch geslaagd?” gezegd. Met een vraagteken in plaats van een uitroepteken. Die goede uitslag was namelijk behoorlijk onverwacht. Waarbij "behoorlijk" zwak uitgedrukt is.
Ondanks dat ik geen wiskunde in mijn pakket had, had ik bij wijze van spreken meer tijd besteed aan het uitrekenen van mijn cijfergemiddelden en of een zesje mij zou redden of juist de das om zou doen, dan aan het leren zelf. Die uitkomst zag er niet zo goed uit. Vriezen was aannemelijker dan dooien net zoals het gegeven dat ik mijn wanhopige eindspurt toch (veel) te laat had ingezet. In het ergste scenario zou ik een heel schooljaar over moeten doen, in een minder erger scenario zou ik die zomer moeten blokken om alsnog voor een herexamen te slagen.
Ik kan het me gelukkig niet meer zo herinneren maar ik moet misselijk van de zenuwen zijn geweest. En mijn ouders met mij. Ik was namelijk niet alleen een <kuch> niet zo ijverige leerling - ik was ook een dwarse puber. Op de dag van de diploma-uitreiking en nog vele keren daarna vertelde mijn moeder dat zij nooit mocht vragen of ik niet eens moest leren, of ik mijn huiswerk al gedaan. Mijn reactie zou dan altijd “Tja, dan doe ik het juist niet...” zijn geweest. Arme mam, het zou voor ieders zenuwen beter zijn geweest als ik meer aandacht aan mijn schoolwerk dan aan mijn imago als puber besteed had.
De mededeling dat ik (toch!) geslaagd was, kwam dus echt onverwacht. Iedereen in mijn omgeving die meegeleefd en vooral meegeleden had was verrast. Iedereen behalve één: mijn altijd optimistische en bijna kritiekloos trotse vader zei dat hij niet anders van mij verwacht had. Mijn ook trotse maar wat meer realistische moeder reageerde met “Je kan het dus wel, maar waarom dan elke keer zo op het nippertje?”. Mijn antwoord: “Omdat de verrassing dan niet zo groot zou zijn!”.
Als er een examen hoe-zit-ik-mijn-ouders-maar-vooral-ook-mijzelf-dwars voor meer stoere dan slimme pubers had bestaan, zou ik daar met vlag en wimpel voor zijn geslaagd.
Maar dan was niemand verrast geweest.
En vast ook niet zo blij. Op mijn altijd trotse vader na natuurlijk 😉
Geen opmerkingen:
Een reactie posten