maandag 23 maart 2015

Still Alice - de film


En dan nu iets over de film dus. De hamvraag is natuurlijk: komt het overeen met het boek?

Ja en nee.

Om met het laatste te beginnen: er is, begrijpelijk, nogal wat weggelaten. Van sommige dingen vind ik dat heel jammer. Er is het een en ander op een andere manier weergegeven. Ook dit is soms jammer maar ook begrijpelijk omdat in een boek natuurlijk meer en duidelijker verteld kan worden. (Om spoilers te voorkomen licht ik mijn mening niet verder toe. Niet hier in ieder geval.) De manier echter waarop Julianne Moore Alice speelde, de manier waarop zij de wanhoop, het onbegrip en de angst van Alice tot uitdrukking bracht vond ik heel, heel knap. En daarom dus ook: ja, het komt in die zin (genoeg) overeen met het boek.

Toen ik over het boek vertelde waren er nogal wat reacties als “ik weet niet of ik dat aan kan”. Ik snap dit helemaal. Ik zou dit ook niet zomaar als een leestip aanraden. Maar als iemand toch meer over Alice Howland wil weten, als iemand toch meer wil weten wat de impact van Alzheimer kan zijn op niet alleen de patiënt maar ook diens omgeving: sla het boek dan desnoods over en kijk de film. Het boek is vele malen schrijnender maar de film is duidelijk en aangrijpend genoeg om naast inzicht te geven ook over te brengen hoe belangrijk het is. Voor iedereen maar zeker voor mensen met Alzheimer: meer dan het nu hebben zij niet. Laten wij dat moment dan zo fijn mogelijk maken. 



dinsdag 17 maart 2015

Ik mis mezelf / Still Alice


Vanochtend stond ik in de keuken mijn ontbijt klaar te maken. Dat ging als vanzelfsprekend, gewoon op de automatische piloot, je kent het vast wel. In mijn geval is het water in de koker, kommetje uit de kast, yoghurt uit de koelkast en tegelijk een lepeltje uit de la, theeglas naast de koker, theezakje er alvast in. Gewone, simpele handelingen. En toen gingen mijn gedachten naar Alice Howland, de hoofdpersoon uit het boek dat ik net uit heb.

Alice Howland is een vijftigjarige hoogleraar psychologie aan Harvard. Een nog lang niet oude en behoorlijk kiene dame kortom. Steeds vaker echter betrapt zij zichzelf erop dat ze niet op woorden kan komen en dat ze afspraken vergeet. Eerst schrijft ze het aan drukte toe, aan de overgang misschien, maar als ze tijdens een hardlooprondje, nota bene vlak bij haar huis, de omgeving totaal niet herkent, gaat ze eindelijk naar de dokter. Dan krijgt ze de diagnose: vroege Alzheimer. Vroege Alzheimer: ongeneeslijk, hooguit iets te vertragen en, bij wijze van bonus, ook nog erfelijk.

Lisa Genova, de auteur van dit boek "Ik mis mezelf" (de originele titel is “Still Alice” en hoogstwaarschijnlijk begint er nu een belletje te rinkelen; ik kom hier later op terug) beschrijft schrijnend duidelijk wat er met Alice gebeurt. Hoe zij met allerlei foefjes probeert om nog een beetje grip op haar leven te houden maar deze strijd steeds meer verliest. Hoe onherkenbaar de wereld voor haar wordt. Hoe zij steeds minder Alice wordt. En ook, en op dit punt kromp ik gewoon in elkaar, hoe zij haar plan om “op tijd” deze nachtmerrie zelf te beëindigen niet meer kan uitvoeren.

Er zijn mensen die denken dat je bij Alzheimer je kortetermijngeheugen verliest en "alleen" de woorden niet mee kent maar Alzheimer is nog erger: de patiënt kent op een bepaald moment nagenoeg geen betekenissen meer, niet die van woorden maar ook niet die van objecten en handelingen. Als iemand als Alice haar ontbijt zou willen klaarmaken zoals ik hierboven beschreven heb, zou zij geen idee hebben wat dat ding (de waterkoker) op het aanrecht was. Misschien had zij er zelfs de yoghurt in geschonken. Als ze al had beseft wat dat witte spul was. Als ze al had geweten hoe ze de koelkastdeur open had kunnen trekken. Als ze al de keuken in haar huis had kunnen vinden en als ze al zonder vallen haar slaapkamer uit had kunnen komen. Mensen met Alzheimer kunnen in een bepaald stadium geen afstanden meer schatten en wanneer je dan “even” kwijt bent wat een drempel is...

Jaren geleden vroeg iemand mij wat ik het meeste vreesde dat mij qua gezondheid zou kunnen overkomen. Ik heb geen seconde getwijfeld: dat ik mijn verstand zou verliezen. Na alles wat ik heb meegemaakt, vind ik dat nog steeds. Tijdens het lezen van “Ik mis mezelf” was ik op een gegeven moment mijn horloge kwijt en ik moest echt moeite doen om een gevoel van paniek te onderdrukken. (Als ik eenmaal in een boek zit....) Ik heb mijn horloge teruggevonden op de manier waarop je dingen zoekt: eerst geprobeerd het uit mijn hoofd te zetten (wat een uitdrukking in deze context!) en daarna, na een poos, terug te gaan naar het punt waarop ik het nog had, vervolgens stap voor stap vooruit. Toen ik in de broekzak van mijn spijkerbroek taste en het daar inderdaad in bleek te zitten, was mijn opluchting (ik kan nog iets terugvinden!) groter dan mijn blijdschap (yes, horloge is terecht). Ik heb een hele poos elke ochtend sudoko’s gemaakt bij wijze van geheugentraining, inmiddels weet ik dat dat niet helpt. Het enige waarvan men weet (vermoedt? hoopt?) dat goed is, is bewegen. Veel bewegen. Een groot deel van mijn passie voor hardlopen komt ook daar vandaan.

Nu terug naar dat belletje dat je wellicht hoorde rinkelen bij het lezen van de Engelse titel: de verfilming van dit boek heet (ook) “Still Alice” en draait momenteel in de bioscopen. Het is de laatste tijd volop in het nieuws geweest. Vanwege het onderwerp en omdat hoofdrolspeler Julianne Moore een Oscar heeft gewonnen voor haar rol als Alice. We gaan er binnenkort naar toe. Ik wil het graag maar ik zie er ook een beetje tegenop. Er waren veel stukken in het boek die mij vreselijk naar de keel grepen, ik kreeg het er soms letterlijk benauwd van. Nou is het bij mij zo dat iets lezen meer impact heeft en meer emoties oproept dan het zien van een film. Of dat bij deze film ook zo zal zijn? Als hij ook maar half zo goed gemaakt is als Lisa Genova haar boek heeft geschreven, vrees ik voor mijn zakdoek.



donderdag 5 maart 2015

Overstekend wild


“Loop je daar nog steeds?” vroeg mijn ene zusje met afgrijzen in haar ogen. “Daar tussen die wilde beesten? Nee toch, hè!” Zelf was zij tijdens een wandeling een Beest tegengekomen waarvan zij zo erg geschrokken was dat het elke keer als zij erover vertelt steeds groter, woester en agressiever wordt. Nou kan ik wel heel stoer beweren dat ik niet zo bang ben als zij maar dan overdrijf ik (ook). Het is alleen zo dat dieren in het wild tegenkomen (eekhoorntjes, dat ene zwijn, hertjes, af en toe een groep paarden en ja, dus ook runderen) extra bijdraagt aan dat heerlijke gevoel van vrij en één met de natuur zijn. Al kan ik er soms ook wel wat van schrikken. 

De eerste keer dat ik Spaanse runderen op de hei tegenkwam, was op een mooie vroeg-lentedag tijdens een fietstocht met Peter. We waren afgestapt en verwonderden ons over het wat ongewone uitzicht. Midden op die hei, aan weerskanten van “ons” fietspad liepen grote zwarte stieren. Er zullen vast ook vrouwtjes tussen gelopen hebben maar vanwege de vervaarlijke indruk die zij maakten noem ik ze simpelweg stieren. We maakten wat foto’s en besloten het er toch maar op te wagen om tussen de kudde door onze weg te vervolgen, waarbij ik ernstig twijfelde tussen zo rustig mogelijk fietsen en met een bloedgang racen om zo snel mogelijk voorbij het “gevaar” te zijn. Het werd iets krampachtigs er tussen in.


Maanden later besloten zwager Frans en ik onze zondagochtendloop in het natuurgebied waartoe dat bewuste stuk hei behoort te houden. Ik had hem wel verteld over die stieren maar we kwamen ze in de zomer niet tegen. Omdat ze daardoor wat in mijn herinnering weggezakt waren en het er zo mooi is, ging ik er ook in mijn eentje hardlopen toen Frans in het najaar met vakantie was. Peter zette mij die keer aan het begin van het bos af en reed naar het eindpunt om daar te wandelen en mij op te wachten. Op zo’n driekwart van mijn loop, ik had net een wildrooster gepasseerd, kwam ik op het open stuk dat ik herkende (ja-ja, soms herken ik zomaar iets ;p ) van onze fietstocht. Ik keek wat beter en zag.... jawel, dé stieren en ik schrok. Ze liepen vlak langs het pad waarover ik moest gaan. Ik was alleen, ik was niet op een snelle fiets ėn ik had een rood shirt aan. Ik belde Peter op.

“Pee, die stieren van een paar maanden geleden, hè...”
“Ja?”
“Die staan weer hier! Het zijn toch Spáánse runderen?”
“Uh... Ja?”
“Ik heb een rood shirt aan!! ROOD!”
“Kan je er niet omheen lopen? Langs de bosrand of zo.”
“Dat is heel ver en dan weet ik de weg niet en ik ben al best moe.”
“Volgens de boswachter zijn het rustige dieren en doen ze niets.”
“Weet je dat of hoop je dat??”
“Uh.... Ga je terug?”


Ik ben niet terug gegaan. Ik ben zo nonchalant mogelijk langs de beesten opgelopen. Bang maar niet zo bang dat ik geen foto’s maakte. De keer daarna kwam ik ze midden op een bospad tegen. Het was een nog grotere groep en er liepen kalfjes tussen. Weliswaar met wat minder grote hoorns dan hun ouders maar daarentegen een stuk nieuwsgieriger kijkend. Toen klopte mijn hart wat harder in mijn keel. Stel dat zo’n jonkie wil weten wat ik doe, hoe ik ruik? En stel dat jonkies moeder mij dan als een bedreiging ziet? Na zeker een kwartier dralen, twijfelen, inschatten of ik het zou halen om nòg een uur (terug) te lopen, besloot ik ook toen om toch door te gaan. Niet omdat ik niet bang (genoeg) was maar meer uit een soort hoopvolle overtuiging dat “men” toch geen echt gevaarlijke dieren los zou laten in een natuurgebied waar veel gewandeld en gefietst wordt. En ook omdat ik, als ik dat niet zou doen, het hoogstwaarschijnlijk niet gauw meer zou durven om die prachtige route (al dan niet alleen) te lopen.


Sindsdien komen we, zwager Frans en ik, die beesten vaker tegen. Soms lopen we (zo rustig mogelijk) door, soms maken we een bochtje om de kudde heen. Inmiddels weten we namelijk dat het àfgeraden wordt om kuddes te doorkruisen en áángeraden om flinke afstand te bewaren.


Gelukkig kan je met een iPhone ook inzoomen want het zijn wel prachtige beesten. 


Al kan ik daar mijn zusje maar niet van overtuigen.






Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...