donderdag 28 december 2023

Happy romjul!


Deze dagen tussen kerst en de jaarwisseling worden ook wel omschreven als: de periode waarin je niet weet welke dag het is, wie je zelf bent en wat je ook alweer zou doen.

 

Is dit herkenbaar?

En zo ja, wat vind je dan van deze dagen? Saai? Doelloos? Verveel je je suf ook al had je je van alles voorgenomen om te doen? Voel je je te lamlendig om naar buiten te gaan, een film uit te zoeken, aan een boek te beginnen?

Of is dit juist de periode waar je zo naar verlangde? De drukke kerst met alle voorbereidingen is eindelijk achter de rug, oudejaarsavond lijkt nog ver weg: even op adem komen in wat op het oog van de storm lijkt.

 

Of, en dat kan natuurlijk ook, zijn deze dagen voor jou net als andere dagen, ook al moet je misschien wat vaker in je agenda kijken om te checken of het inderdaad donderdag is of toch al vrijdag? Doe je gewoon de dingen die anders altijd doet, heb je misschien niet eens vrij van je werk (genomen)? De kliko moet op een andere dag aan de straat gezet worden maar je sportschool en de supermarkten zijn gewoon open.


Als kind vond ik dit deel van de kerstvakantie het fijnst. Twee leuke dagen waren dan wel voorbij maar er zou nog een speciale avond (nacht!) aankomen en in de tussentijd kon ik nagenieten, luieren en (natuurlijk) heerlijk lezen.

Nu is dat eigenlijk niet anders. Ik heb alleen nóg meer moeite dan "gewoon" om me te herinneren wat voor een dag het is, ik moet ook nóg harder nadenken wat ik ook alweer zou doen maar ik verveel me geen moment. Ik wandel mijn wandelingetjes, ren mijn rondjes, lees mijn boeken, zwem mijn baantjes en, al ben ik niet zo van het mediteren, ik denk wel terug aan wat ik allemaal gedaan heb en wat er allemaal gebeurd is in het afgelopen jaar. 

(Eigenlijk zijn deze dagen voor mij dus ook gewone dagen, minus het terugdenken en plus wat huishoudelijke klussen en sociale afspraken.)

 

Voor velen in Noorwegen is de periode tussen kerst en oudejaarsdag de tijd voor huiselijkheid en saamhorigheid, om terug te kijken op het bijna voorbije jaar en te mediteren over het leven. Die Noren, hè.  Ik heb dit ook onlangs pas geleerd; tot voor kort associeerde ik Noren enkel met prachtige fjorden, lelijke truien, boze goden en spannende misdaadfilms. Ze hebben zelfs een speciale naam voor deze periode: “romjul”. Ik vind het een wat raar woord (maar wat verwacht je ook van het Noors), het doet me aan rommel denken, toch past het op een bepaalde manier ook wel weer bij deze tijd. Bovendien: wíj́ weten deze dagen niet beter te omschrijven dan de-periode-waarin-je-niet-weet.... enzovoort.


Voor een welgemeende kerstwens ben ik nu te laat maar dankzij de Noren kan ik iedereen hier wel een rustige, niet-doelloze romjul toewensen en voor daarna een gezellige jaarwisseling!

 

 

 

zaterdag 25 november 2023

Kater

 


Onderstaande blogpost heb ik afgelopen donderdag geschreven. Recht uit mijn hart. Omdat ik (tja, ook door schade en schande) geleerd heb geen dingen te delen die in een eerste opwelling geschreven zijn, besloot ik het (nog?) niet online te zetten. De scherpe kanten zouden er misschien na een paar dagen wat afgaan. Toch?
Nee, deze keer dus niet. Ik bekijk mijn mede-wijkbewoners gelukkig niet met een blik van "Jij? Ook jij?" maar mijn mentale kater ben ik nog niet kwijt. Ik realiseer me dat er lezers kunnen zijn die mijn reactie overdreven vinden, die zich misschien zelfs, in hun ogen, onterecht aangesproken voelen. Ik wil niemand kwetsen maar ik verontschuldig me niet voor dit stukje. Vandaag is het zaterdag en d
e allerscherpste kanten zijn er een heel klein beetje af maar het schuurt nog erg en daarom deel ik deze post toch. 



Donderdag 23 november, het is de dag na de verkiezingen en ondanks de korte nachtrust word ik vroeg wakker. Ik voel me, precies zoals ik een paar uur eerder uiteindelijk in slaap gevallen ben: moe, verdrietig en down. Vandaag, de
day after, heb ik een mentale kater om U tegen te zeggen.

Gisteren heb ik, met drie keer een paar uurtjes pauzes tussendoor, van kwart voor zeven ’s ochtends tot half een ’s nachts op een stembureau gezeten. De dag op zich was erg prettig. Ik had geboft met de andere stembureauleden, aardige en praktische mensen, en ook met de locatie, slechts vijf minuutjes lopen van mijn huis. Een groot aantal van de stemmers kende ik daardoor op z’n minst van gezicht: buren, klanten uit mijn bibliotheektijd, mensen die ik geregeld tegenkom tijdens wandelingen door de wijk of in de supermarkt.

 

Af en toe kwam men met groepjes tegelijk binnen (“het lijkt wel alsof ze elkaar buiten opwachten!”) en dan moesten we flink aan de bak maar over het algemeen liep het rustig door en was er tijd voor praatje, voor iets meer dan de gebruikelijke groet.

Als we naast het tellen van de stempassen ook een turflijst van veelgemaakte opmerkingen hadden bijgehouden, hadden naast “wat is het rustig!” of juist “zo, best druk, hè”, uitroepen als “jee, wat een lap!” (over het stembiljet) en “hoe vouw je dat ding?” (ook over het stembiljet) hoog gescoord.

Op een enkeling na, meestal iemand die gauw tussen het werk, kinderen ophalen of koken door binnen kwam rennen, was iedereen vriendelijk en opgewekt.

 

En toen werd het negen uur en konden we met het tellen beginnen. Tot dat moment had ik me niet beziggehouden met de peilingen en mogelijke uitslagen. Niet op die dag tenminste; natuurlijk had ik wel het nieuws gevolgd (niet de debatten, daar was ik al snel mee gestopt) en natuurlijk wist ik dat het erg spannend zou worden maar toen een van ons op zijn telefoon de exitpolls las en deze met ons deelde, sloeg de schrik en toch ook het ongeloof toe.

Het tellen van de stembiljetten begon zoals gebruikelijk met het in tweeën splitsen van de lijstnummers: de oneven nummers op de ene stapel en de even nummers op de andere. Tot mijn schrik zag ik de stapel met even nummers hoger en hoger worden. Lijst 4, nog een lijst 4, nog een, nog een, lijst 2 pfff, weer 4, nog een 4, nog een.... Daarna moesten we de stapels sorteren op lijstniveau en met het groeien van die lijst 4-bundel groeide mijn afgrijzen. Uiteindelijk telden we 185 stemmen voor de PVV. 185 van de 989.

 

Ik was echt niet zo naïef dat ik geen rekening had gehouden met een groei voor deze partij maar het besef dat zo’n 19%, dus bijna 1 van die 5 aardige, vriendelijke kiezers die ik die dag langs had zien komen op lijst 4 gestemd had vond ik behoorlijk confronterend.

Zijn zij het écht eens met een partij die van mensen met een andere afkomst en/of religie tweederangsburgers wil maken? Die niks wil weten van gendermaatregelen, die vindt dat de Coördinator tegen Discriminatie en Racisme weg moet, die het in haar partijprogramma heeft over “klimaatwaanzin” en “diversiteitsgeneuzel”?

Vinden deze mensen écht dat het financieren en subsidiëren van “linkse” clubs als Milieudefensie en de NPO gestopt moet worden?

Staan deze mensen waarvan ik een groot aantal dus op z’n minst van gezicht ken, met wie ik een vriendelijke “Hallo, goeiedag!” uitwissel als we elkaar tegenkomen, met wie ik weleens een gezellig koetjes-en-kalfjespraatje maak, écht volledig achter deze partij? Écht?

 

Ik kan het amper geloven.

Ik kan het me bijna niet voorstellen.

Ik wil het zo graag niet geloven.

Ik wil het me niet voorstellen.





 



 

dinsdag 14 november 2023

Met de groeten van een introvert


“Inwoners Zweedse plaats te introvert: gemeente wil dat ze elkaar meer groeten”

De Zweedse gemeente Lulea wil dat inwoners elkaar gedag gaan zeggen op straat. Dat zou hun welzijn enorm verbeteren, denkt de gemeente.

De 80.000 inwoners van Lulea zouden te introvert zijn en zwijgend door de straten lopen. Daar moet volgens de gemeente een einde aan komen in het belang van de sociale verwevenheid, de volksgezondheid, de veiligheid en het welzijn in het algemeen.

Daarom heeft de gemeente onder meer een campagne gelanceerd op sociale media. Ook zijn er aanplakbiljetten op stadsbussen en gemeentepanden geplakt. Bewoners worden op die manier opgeroepen 'Ha' te zeggen of op een andere manier voorbijgangers te groeten."


en

 

“De introverte houding zou ook een gevolg zijn van de kou in Noord-Zweden. In december schijnt de zon hooguit drie uur per dag in Lulea, dat ruim 700 kilometer ten noorden van Stockholm ligt. De gemiddelde temperatuur ligt er rond de -10 graden.”

 

Het was een klein en simpel artikeltje tussen al het grote wereldnieuws en misschien wel daarom viel het me op. Mij en, te zien aan de reacties daaronder, ook veel anderen. Vaak maken de opmerkingen en "meningen" juist de meest eenvoudige berichtjes het lezen waard. Veel van die reacties vond ik ook deze keer erg vermakelijk: mensen raakten met elkaar in de clinch waar het meest gegroet werd, in een dorp of toch juist in de stad, en op bijna agressieve toon werd beweerd dat het toch een kleine moeite was om elkaar te groeten. Je zou bijna vergeten dat het om een vriendelijk gebaar ging.


Ik wandel veel door onze wijk en ik vind het heel normaal en prettig om de mensen die ik dan tegenkom te groeten, op z’n minst toe te knikken en om eenzelfde reactie terug te krijgen. Het is, inderdaad, een kleine moeite en het maakt de dag wat gezelliger. In die zin begrijp ik de gemeente Lulea helemaal. Wat ik niet begrijp zijn de conclusies dat het gebrek aan groeten komt omdat die inwoners (te) introvert zouden zijn en dat er een verband is met de lage buitentemperaturen aldaar. Daarbij misten in mijn ogen wat nuances. Persoonlijkheidskenmerken worden immers door meer factoren bepaald dan enkel weersomstandigheden. En hoezo zouden alleen extraverten hun medemens groeten?

 

Ik ben geen 100% introvert (als zo iemand al bestaat), daar heb ik wat te veel extraverte kenmerken voor, maar de 70% haal ik volgens testen, zeker. Ik heb dan ook met de nodige vooroordelen te maken (zonder “gehad” er tussen haakjes achter).

Vooroordelen als: introverten zijn verlegen, saai, niet sociaal, onzeker, altijd ernstig, nooit eens impulsief en spontaan, en meer van dat al. De keren dat ik “Wat ben je stil.” en “Jij zegt ook niet veel, hè?” te horen heb gehad en nog wel krijg zijn ontelbaar. Dergelijke opmerkingen moedigden nooit aan om mijn mond open te doen, integendeel, ik werd er alleen maar (inderdaad) onzeker van. Tegenwoordig, inmiddels jaren ouder en verre van onzeker, reageer ik wel. Als ik er al zèlf behoefte aan heb tenminste 😜

 

Nu heb ik er behoefte aan om op te komen voor mijn mede-introverten en om dat rare vooroordeel dat wij niet ("spontaan") zouden groeten uit de wereld te helpen. Als wij dat onderweg niet doen hoeft dat niet te liggen aan ons introvert-zijn.

Misschien zijn wij wel zo in gedachten dat wij de ander niet direct opmerken.

Misschien lijkt die ander wel zo in gedachten dat wij haar/hem niet willen storen.

Misschien hebben wij inderdaad zoveel last van de kou (- 10 graden, ga je dan nog vrijwillig naar buiten??) dat de ander door de sjaal voor onze mond onze groet niet hoort.

Misschien hebben we wel, al dan niet aangespoord door een gemeentelijke campagne, als eerste gegroet maar hebben we de kous op de kop gekregen net als de schrijver van onderstaande reactie:

 

“Ik probeer dat ook altijd maar ik kreeg laatst te horen van een man van de vrouw die ik altijd groette dat dat niet door hem gewaardeerd werd. Misschien zoekt hij er wat achter. Maar dat is echt niet nodig.”


Misschien, beste gemeente Lulea, is het een idee om op jullie aanplakbiljetten ook uit te leggen wat "sociale verwevenheid" inhoudt. Dat zou de "veiligheid en het welzijn" in het algemeen en zeker van mensen als de hierboven geciteerde reageerder vast ten goede komen.

O, en stel dan meteen jullie beeld van introverten wat bij!



 

 


zondag 5 november 2023

De grote badkamermetamorfose


“Van oude badkamers, de dingen die voorbij gaan.”

Toen ik deze titel overwoog voor mijn badkamerverhalen vond ik hem wat te literair, te chic voor een paar simpele verslagen. Inmiddels is de badkamer opgeleverd en alles is zó mooi, zó precies als we gedacht en gehoopt hadden, dat geen titel onze badkamer te chic is.



Het is dus volbracht, de klus is geklaard, het stof is neergedaald (en inmiddels ook al opgezogen en opgedweild): de badkamerrenovatie is (zo goed als*) klaar en wij zijn blij, trots en vol bewondering tegelijk. 

Afgelopen vrijdag was de officiële oplevering en gisterochtend, toen de kit droog was, mochten we voor het eerst onder de douche. We hebben het ‘s avonds met een glaasje** bubbels gevierd.

 

Dit weekend hebben we niet alleen de nieuwe, o zo mooie badkamer uitgebreid gepoetst, gezogen en gedweild maar ook de rest van het huis. Dat was in meerdere opzichten hard nodig. Ten eerste vanwege al dat stof dat overal maar dan ook echt óverál lag en ten andere eerste omdat we zo ons huis weer tot òns huis konden maken na drie weken mensen over de vloer gehad te hebben. En de badkamer natuurlijk ook vanwege de nieuwigheid en omdat we er niet op uitgekeken raken. Zo mooi! Zo chic! Zo anders! Ik heb foto's nodig om me te herinneren hoe de oude situatie er uitzag.



Ik kan niet zeggen dat de afgelopen drie weken mij meegevallen zijn. De eerste week was de ergste, dat was letterlijk en figuurlijk een sloopweek. De tweede week was, in vergelijking met die eerste en ook dankzij een rustige en sympathieke tegelzetter, redelijk te doen. Week drie duurde wat mij betreft een paar dagen te lang; het is zwaar rennen als de finish al in zicht komt.

Die drie weken voelen beslist niet als omgevlogen, ze zijn gelukkig wel voorbij gegaan. En met wat we voor die oude badkamer terug hebben gekregen***... trotsere en blijere (en schonere) mensen zijn er hier in Ede even niet te vinden.




* Er moet nog wat aan een deel van de verlichting gebeuren, daar komt eind van de week iemand voor terug.

 

** Natuurlijk is het niet bij één glaasje per persoon gebleven want, zoals iedereen weet, er zitten meer dan twee glazen in een fles en het is echt, geloof mij maar, een fabel dat je een fles bubbels langer dan een dag goed kan houden. Ons is het in ieder geval nooit gelukt 😇

 

*** Dat “gekregen” is uiteraard bij wijze van spreken. Het kwam nu extra goed uit dat we prosecco lekkerder dan “echte” champagne vinden én dat die prosecco ook nog in de bonus zat 😉

 

 

vrijdag 27 oktober 2023

Brief aan toekomstige ik


Lieve Syl-over-een-paar-weken-van-nu,

 

Herken je de situatie op de foto hierboven? Weet je nog hoe het er na twee weken uitzag?

Als het goed is is jouw badkamer inmiddels al een poosje af en is het precies zoals Peet en jij hebben bedacht.

De lades van het wastafelmeubel zullen nu al ingeruimd zijn (ik ben zo benieuwd of en hoe alles erin past!), er zal vast al een plant op het wastafelmeubel staan en je zal zeker al een paar keer uitgebreid gedoucht hebben en dus lekkerder ruiken dan ik op dit moment. (Nee hoor, grapje! Toch?)

 

Ik “moet” nog even, nog een volle week na vandaag. De muren zijn betegeld en ook een groot gedeelte van de vloer. Het begint er steeds meer als een badkamer, als dé badkamer, uit te zien en wanneer komende week het plafond gedaan wordt en alles gemonteerd en opgehangen wordt... O, kon ik de boel maar af kíjken! Dit is geen oefening in geduld, dit is een complete workout in geduld!

Ik hoop dat ik, dat wij (Peter is hierbij nog erger dan ik) de werkmannen niet al te veel in de weg lopen bij het om de haverklap om het hoekje kijken. Niet meer dan we nu al doen tenminste 😉

 

Maar vertel eens, Syl-over-een-paar-weken-van-nu, zijn die drie weken echt zoals men beloofde omgevlógen?

Ben je nu alleen maar aan het bewonderen en genieten zonder aan die energievretende eerste week van slopen en lawaai terug te denken?

Loop je 's nachts gewoon weer slaapdronken naar je wc boven of heb je nog de neiging de trap af te stommelen?

Is je oude ochtendroutine van rustig wassen en opstarten weer terug of zit de haast van “vlug om half acht staat er weer een werkman voor de deur en ik loop nog in mijn ochtendjas” nog wat in je lijf?

Men zegt dat als alles achter de rug is, je al die rompslomp zo vergeten bent. Ik weet dat het geheugen heel mild kan zijn maar klopt dat ook in dit geval?

Ik denk het wel, hè - ik hoop in ieder geval dat het zo is. Ik verheug me steeds meer en meer op de tijd waarin jij nu al lekker zit. Ik verheug me heel erg op de badkamer die jij nu al hebt.

Echt, ik ben zo jaloers op jou! Wat ben je toch een ontzettende bofkont met je inloopdouche, je grote wastafelmeubel, met je spiegel van een meter doorsnee, inclusief verlichting en verwarming, en die prachtige tegels.

Maar natuurlijk gun ik het je van harte!

 

Veel liefs van je ongeduldige zelf

 

 

PS Probeer niet alles van die “narigheid” te vergeten. Je zal deze ervaring nodig hebben als volgend jaar het toilet beneden gesloopt en vervangen wordt. Zodat je dan heel relaxed (nou ja, zo relaxed mogelijk) kan denken: “O, zo’n wc’tje? Dat is toch niks vergeleken bij die badkamer van toen!”

Sorry voor deze misschien wat koude douche (en de woordspeling); het leek mij alleen een goede tip want jou, eh, mij kennende...

 


vrijdag 20 oktober 2023

Gesloopt


Ik zag er toch zo tegenop, weet je nog?

Tegen het voor dag en dauw klaar staan, tegen het gemis van een badkamer (douche! toilet!), tegen het lawaai en tegen het rondlopen van anderen (als in: niet-gasten) door ons huis, en dat alles zeker drie (3!) weken lang.

 

Nou, daar was niks de-mens-lijdt-het-meest-enzovoort voorbarigs aan. 

Dat vroege klaar staan en het poedelen aan het aanrecht, zelfs het slaapdronken de trap af moeten om naar het toilet te gaan, daar zijn we inmiddels (we zitten nu op dag 5) wel wat, nou ja, iets, aan gewend. Dat er de hele dag mensen in, en in en uit en in en uit, ons huis lopen is een ander verhaal oftewel: dat zal nooit wennen. Maar het ergste, daar waar ik heel erg en, zo bleek al snel, heel terecht tegenop zag, is met stip nummer 1 het lawaai. Dat oorverdovende lawaai van het breken en trillen en slijpen en schuren en boren. In mijn meest dramatische bui had ik niet verwacht hoeveel impact zoveel lawaai kan hebben. Met elk stukje badkamer dat werd gesloopt, werden ook onze zenuwen gesloopt. Horen, zien, denken, elk gevoel voor samenhang en zelfs richting - alles verdween om pas uren later weer enigszins terug te komen.

 

Arjen Lubach liet laatst in zijn satirische programma testen wat de impact is als je beschenen wordt met een laserpen. Dit naar aanleiding van een voetbalwedstrijd waarin onder andere een speler op die manier zo afgeleid werd bij het nemen van een strafschop dat hij miste. (Nou schijnt die man een geschiedenis van gemiste penalty's te hebben maar dat doet hier niet ter zake.) Lubach liet een laserpen richten op de “voetbaldeskundige” van zijn show en vroeg hem ondertussen namen van voetballers te noemen. De man bakte er niks van, plakte niet bestaande voornamen bij willekeurige achternamen, riep hakkelend namen van acteurs en schrijvers - zijn concentratie was kortom totaal weg.

Nou, ik heb aan den lijve ondervonden dat zoiets ook met je gebeurt als er tegels van je badkamervloer en -muren getrild worden. Peter en ik waren als zombies in ons door werkmensen, lawaai en stof overgenomen huis, en aan het eind van de dag, als iedereen vertrokken en de rust wedergekeerd was, zaten we elkaar nog lang wezenloos aan te staren. (Ik schrijf hier wel “waren” en “zaten”, maar op dit moment worden er sleuven gefreesd, dus er is vooralsnog weinig verleden tijd aan.)




Om te voorkomen dat dit alles wat al te negatief overkomt en ook voor de broodnodige volledigheid, mogen de positieve kanten niet ongenoemd blijven. Zoals het feit dat er hard en ook netjes gewerkt wordt en dat de werkmannen met wie wij (in ieder geval tot dusver) te maken hebben absoluut niet in het vakje botte horken vallen. Er wordt veel lawaai gemaakt (ja, sorry, het blijft een terugkerend thema in dit stukje) maar er wordt ook gelachen, gezongen zelfs, en, veel belangrijker, goed met ons overlegd. Koffiepauzes worden niet gerekt en de tussendeur naar het halletje wordt zorgvuldig gesloten als het in- en uitlopen het ook maar even toelaat (wat heel prettig is met deze buitentemperaturen!).

Verder ligt onze complete, oude badkamer in de paarse container en is men al, iets eerder dan gepland (hoera, hoera!!) met de opbouwfase bezig. Wat (uiteraard) niet geruisloos gebeurt.




Natuurlijk wil ik dat deze verbouwing geen minuut langer duurt dan noodzakelijk maar ik verheug me op vanmiddag vier uur als de mannen naar huis gaan om maandag pas weer terugkomen.

Even twee dagen geen vroege wekker, alleen maar rust, stilte en tot in de middag in mijn ochtendjas rondlopen.

Ik heb sinds mijn prepensioen niet eerder zó naar het weekend uitgekeken.

 

 

 

vrijdag 13 oktober 2023

"Verjaardagscadeautjes"


Een deel van onze bovenverdieping staat sinds eergisteren vol met stapels tegels, zakken lijm/voegsel, tubes kit en dozen met badkamerspullen. En net werd er een paarse (!) container voor het huis gezet.

Peter vindt het leuk om te zeggen dat dat mijn verjaardagscadeautjes zijn. Want vandaag ben ik dus jarig. Hoera voor mij! Ik heb vaak lieve, originele, gewenste, verrassende en ook onverwachte cadeautjes gekregen, nooit eerder zat daar een container in ook nog een van mijn favoriete kleuren bij. (En dat terwijl met een volle auto naar de stort gaan een van mijn favoriete uitjes is. Jammer wel dat we al zoveel opgeruimd hebben.)

 

Die container en al die spullen boven zijn dus voor onze aanstaande badkamermetamorfose.

We hebben er maanden op moeten wachten maar maandag gaat het dan toch beginnen. Eerst wordt er gebroken, gesloopt en heel veel in die container gegooid, en dan kunnen er leidingen worden aangelegd. Daarna gaat men aansmeren, tegelen en voegen, en daar weer na kan de inhoud van al die dozen gemonteerd en opgehangen worden. Een week of drie, zoiets gaat het duren. Aldus de zeer beknopte samenvatting van de opperinstallateur (of hoe zo iemand ook officieel heet).

Meneer de opperinstallateur en ook Peter hebben er alle vertrouwen in; ik doe mijn best.

 

O, het zal vast wel goedkomen, die drie weken zullen omvliegen (zo is mij verzekerd....) en als alles eenmaal achter de rug is en de badkamer er precies zo uitziet zoals wij bedacht (en besteld) hebben, dan.... O, dan zal ik mijzelf vast een verwende aanstelster vinden met mijn hoe-kom-ik-die-tijd-zonder-douche-en-met-vanaf-’s ochtends-vroeg-al-mensen-over-de-vloer-door-?-!-gezeur. Dan zal ook dat spiertje naast mijn oog niet meer zo trillen. Dan zal Peter ook niet meer de neiging hebben om mij met mijn drama-gedrag achter het behang te plakken. Maar tot die tijd... Of juister: gedurende die tijd...

 

Gedurende die tijd zal ik er zeker over schrijven. Schrijven is voor mij nu eenmaal ook van mij afschrijven en ik denk dat ik dat de komende tijd nodig zal hebben. (En anders mijn omgeving wel!) Het lijkt mij bovendien leuk (o, laat het vooral leuk zijn!) om later terug te kunnen lezen hoe het ook weer was om elke werkdag voor dag en dauw al een monteur van koffie te moeten voorzien, hoe we samen met de oude badkamertegels wegtrilden, de tegels van de muur en wij van onze stoel (ik neem tenminste aan dat dat zo zal gaan), om ons te wassen in de keuken in het zicht van overburen en passanten (notitie voor onszelf: luxaflex dicht!), om niet even snel (of juist lekker lang) te douchen wanneer we er gewoon zin in hebben, om voor een nachtelijke plas naar beneden te moeten  zonder van de trap af te lazeren en alles wat we nog meer zullen tegenkomen.

 

Jullie kunnen via dit kanaal meekijken en meeleven; hier en daar misschien ook wat tips en/of ideeën opdoen. (Of besluiten nóóóit aan zoiets te beginnen.)

Ik twijfel nog over de titel.

“Mijn tijd zonder badkamer”? (Pakkend maar toch iets te dramatisch.)

“Hoe een interne verbouwing te overleven”? (Dat zou wel erg de goden verzoeken zijn.)

“Van oude badkamers, de dingen die voorbij gaan”? (Klinkt wel literair...)

“Van Afvoer tot Zeep”? (Mwah, tenzij ik voor Afvoer iets leukers kan bedenken.)

 

Dan toch maar gewoon “de grote badkamermetamorfose”, net als de serie rond onze boekenkast. Natuurlijk ook met voor-, tijdens en na-foto’s. En hopelijk met net zo’n goed resultaat.

 

Duimen, eh, lezen jullie mee?

 

 

 

vrijdag 6 oktober 2023

Goed genoeg is goed genoeg


Ongeveer een jaar nadat ik voor het eerst serieus begon én, in tegenstelling tot eerdere pogingen, door ging met hardlopen deed ik mee aan een officiële loop. Het was een memorabele dag waarvan ik voor 95% van genoten heb. Die missende 5% is te wijten aan het feit dat het een, zeker voor die tijd, zeer warme dag was en het voor mij daardoor heel, heel stevig afzien werd. Het was leuk en gezellig, ik heb die 5 bloedhete kilometers uit kunnen lopen maar, zo beloofde ik mijzelf, dat was eens en nooit meer. Hardlopen moet leuk en ontspannen blijven. Dat was medaille nummer 1.

 

Een jaar later schreef ik mij toch weer voor een loop in. 

 

Mijn “weloverwogen” argument was dat ik een soort goedmakertje voor die eerste loop wilde. Het was geen alleen maar fijne ervaring en het voelde daardoor onaf. Dankzij een aangenamere temperatuur, het was zelfs regenachtig, en mijn inmiddels nog wat betere conditie werd het inderdaad een goedmakertje. Missie volbracht en zo kwam ik aan medaille nummer 2. 

 

Een jaar later...


Nee, nee, er kwam geen jaar later waarin ik me toch weer inschreef, die tweede medaille moest mijn laatste worden en is ook mijn laatste gebleven. Ik wilde niet het risico op toch weer een niet zo prettige (understatement) dag lopen. Twee medailles dus, geen drie, wat het toch iets “completer”, iets meer “af” zou maken. Ik heb lang die twee medailles aan het prikbord op mijn kamer voor mijn neus zien hangen en, ja, er leek toch iets te missen, toch heb ik het daar bewust bij gelaten. Het is voor mij met mijn neiging (ahum) tot perfectionisme een soort reminder dat goed genoeg ook inderdaad goed genoeg kan zijn.

 

Ergens tussen die twee hardloopevenementen in leerde ik T. kennen. T. was lid van “mijn” bibliotheek en liep ook hard. Onze gesprekken gingen van boeken naar hardlopen en op een gegeven moment vroeg zij of ik zin had een keer met haar een rondje te doen. Ondanks dat zij een ervaren marathonloopster was en ik heel beslist niet hebben we heel wat rondjes door de bossen hier gerend. Ik met mijn tong op mijn schoenen, zij langzamer dan ze normaal liep omdat ze vaak moest aftrainen na weer een marathon. Buiten het lopen om was T. wat stilletjes, bijna onopvallend, maar tijdens het rennen glom zij van enthousiasme en energie en praatte zij voor twee. Wat mij wel goed uitkwam als ik weer eens buiten adem was.

 

Op een gegeven moment zijn we elkaar wat uit het oog verloren. Door haar wisseling van baan en de toename van mijn mantelzorgtaken moesten we onze vaste loopmiddag te vaak afzeggen. Ik bleef wel hardlopen, juist in die tijd van mantelzorgen had ik het zo nodig. En zij...

Een maand of wat geleden kwamen we elkaar na lang weer tegen. T. herkende mij eerder dan ik haar. Ik had moeite om in haar wat gebogen gestalte de marathonloopster van toen te zien. Na de gewone vragen van “hoe is het met je?” en “wat doe je nu?” kwam het onvermijdelijke “loop je nog?”. Nee, T. liep al een paar jaar niet meer. Tijdens een wedstrijd had ze iets verrekt en dat was een langdurige blessure gebleven. Op advies van een fysiotherapeut en na een second en zelfs third opinion moest ze besluiten om geen lange afstanden meer te lopen. Dat was een bittere pil.

“Ik kon amper tien kilometer rennen, moest telkens tussendoor wandelen. Vijf aan een stuk, meer lukte niet. En daar doe ik het niet voor. Dus, nee, ik loop niet meer.”

 

Ik wist niet goed hoe ik moest reageren. “Maar vijf kilometer is toch ook goed? Het is toch altijd beter dan niks?”. Maar T. haalde haar schouders op; vijf is wel goed, ja, maar niet genoeg, niet voor haar.
“Je genoot er altijd zo van! En wat doe je nu dan?”. Weer haalde ze haar schouders op.

Uiteindelijk hebben we elkaar nog een fijne dag toegewenst en zijn we uit elkaar gegaan. Toen ik omkeek, zag ik haar verder lopen: stilletjes, bijna onopvallend en zonder een spoortje van die oude energie, laat staan enthousiasme.

 

Eenmaal thuis heb ik mijn twee medailles uit een laatje gevist. Misschien moet ik ze toch maar weer eens ophangen. Ik loop ook niet meer zo ver en “snel” als toen T. en ik nog samen renden. Van blessures heb ik (nog) geen last maar bij wat langere afstanden moet ik toch wat vaker wandelmomenten inlassen. Het is wat het is. Ik geniet in ieder geval nog erg van mijn loopjes en dat lopen en genieten wil ik zo lang en zo goed mogelijk volhouden.

Och, T. toch...

Goed genoeg is toch goed genoeg?


En niet alleen op hardloopgebied trouwens.

 

 


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...