donderdag 26 mei 2022

Meesje

 

Onze tuin hebben wij niet voor onszelf. Onze buren blijven wel netjes achter de afscheiding maar alles wat kan vliegen komt met grote regelmaat, eh, ja, aanvliegen dus. Vlinders, hommels, bijtjes, vogels... en ze zijn (op muggen na uiteraard) allemaal welkom. 

 

Eén van onze, bij mijn weten, jongste vaste gastjes is Mees. Mees is een pimpelmeesje en is nog maar kortgeleden geboren in een nestkastje van een paar huizen verderop. Mees is eigenlijk dus nog maar Meesje. 

Het is niet mijn gewoonte om een vogel, hoe klein en (dus) schattig ook, een naam te geven maar Mees, Meesje, is een wat apart exemplaar. Een vrije vogel, een brutale vogel zelfs.

Tijdens een waarschijnlijk iets te overmoedige poging tot zelfstandig vliegen is het (ik heb geen idee of Meesje een meisje of jongetje is) onlangs bij ons in de klimhortensia neergestort en kwam zo tussen onze regenton en het raam terecht. 

Deze pechvogelcrash leek gelukkig pijnloos verlopen te zijn. Ik zag geen lam vleugeltje, hoorde geen paniekerig gefladder, dacht alleen een “Heb ík dat weer!”-uitdrukking op het mezengezichtje te zien.



Eenmaal hersteld van de schrik (of was het toch wat lichte schaamte vanwege het gestuntel?) keek Meesje om zich heen en ook, behoorlijk vrijpostig vond ik wel, zomaar bij ons naar binnen. Kennelijk zag het daar iets wat het wel aantrok want voor ik er erg in had, fladderde Mees, nog steeds wat onbeholpen maar totaal niet gehinderd door het vliegengordijn, het huis in. Recht, nou ja, min of meer recht, op de boekenkast af. 

Met deze actie stal Meesje mijn hart. Een vogeltje, niet zijnde een onhygiënische duif, dat niet naar een plant, niet naar een stoel of tafel maar naar een boekenkast vliegt: ik werd er gewoon “Ach, kijk nou, wat schattig, en bij mijn Agatha Christie-boeken ook nog, wat een goede smaak!” van. 



Ik maakte een (helaas wat onscherpe) foto en heb Meesje daarna toch maar zachtjes naar buiten begeleid. Het kwam namelijk bij mij op dat het niet zozeer op mijn spannende detectives af was gekomen maar misschien in het logo van de uitgeverij een soortgenoot dacht te herkennen. En zou dat dan een verstoord zelfbeeld op kunnen leveren met een getraumatiseerde rare vogel tot gevolg? Mees had zo gebiologeerd zitten kijken...
Of had het beestje trek gekregen en ging het in het mezenbreintje van honger naar wurmen en van boeken naar boekenwurmen?  
Hoe en wat dan ook: "Hup kleintje, het was gezellig maar nu weer de tuin in met jou."

Meesje had wat overredingskracht nodig; het was totaal niet bang voor mij en even, heel even, leek het mij wel leuk om een huismees te hebben. Maar nee... ik hield het vliegengordijn opzij en: "Dag Meesje, de groeten aan je ouders!"
Eenmaal buiten keek Mees nog een keertje om en toen was het vogeltje weer gevlogen. (Voor zover je dat nog wat onbeholpen gefladder vliegen kan noemen.)

Weg richting het ouderlijk nestje.
 

Of een andere boekenkast. 



 

 

 

vrijdag 20 mei 2022

Zonlicht


Er wordt op dit moment stevig geklust, voornamelijk geverfd, in ons huis.  

Hoofdklusser is Peter, ik draag ook wel mijn steentje bij maar werk er voornamelijk omheen. Soms met ook een verfroller in mijn handen, iets vaker met afplaktape. Verder ruim ik voornamelijk op en geef ik spullen aan (en ja, ik weet het verschil tussen een combinatietang en een kruiskopschroevendraaier).  

Uit oogpunt van veiligheid wil ik graag, eigenlijk heel beslist, in de buurt zijn als Peter hoog (op een huishoudtrap met meer dan twee treden en helemaal met een ladder) bezig is. Dan kan ik tenminste die ladder vasthouden en waarschuwingen roepen. 

Een ongeluk zit immers in een klein hoekje, nietwaar? 

Als ik toch tijdens het klussen weg moet, is mijn standaardvraag daarom: “Niet eng doen als ik er niet bij ben, he!” en dan belooft hij dat. 

Het was daarom wat onverwacht toen ik na zo’n uitje bij thuiskomst een wat schaapachtig kijkende Peter trof: “Als je erbij was geweest...” 

Ondanks dat hij er zonder deuken en bulten bij stond en ik alleen verfvlekken en geen bloed op zijn shirt zag, was er toch even iets van schrik bij mij. 

Ik moest mee naar boven, naar de kamer waar de verfspullen stonden. Daar wees hij naar het tapijt. 

“Ik zag dat er wat verf op het tapijt zat.”  

“O...” Ik keek nog eens goed maar zag alleen een vochtige plek. Een grote vochtige maar wel schone plek. 

“Dus toen ben ik meteen met water en een spons aan het poetsen gegaan...” 

“Ja...”  

“En toen was de vlek eruit!” 

“Omdat het verf op waterbasis is”, snapte ik. 

“Precies! Maar toen ik de spons had opgeborgen en terugkwam, zag ik de vlek weer.” 

“Ja...” 

“Maar dan net náást de plek die ik had schoongemaakt. Dus ik weer met water en spons aan de gang.” 

“En toen was het weg?”  

“Eerst wel maar daarna zag ik hem weer! En weer er vlak naast! Hij leek te verplaatsen! Ik kon wel aan de gang blijven!"

“Huh? Had je te veel water gebruikt?” Ik snapte er niet veel van. Zou je kunnen hallucineren van verf op waterbasis?
En toen met weer die schaapachtige blik en ook wel een lach: 

“Het was geen vlek."

"Géén... vlek...?"

"Niet van de verf. Het was van de zon op het tapijt!” 

“Zon? Je hebt staan poetsen op zonlicht??” 

“O, als je erbij was geweest.... Je had me zo hard uitgelachen!” 

Dat klopt. 

Dat klopt helemaal! Het werd echt zo'n kietellach, die nog dagen erna op kon borrelen.

Zo zie je maar weer: ik moet echt niet weggaan als hij aan het klussen is! Dan kan ik tenminste de ladder vasthouden, waarschuwingen roepen en lachen. Vooral lachen. 

Zonlicht! 

O man!

O die man, die verder gelukkig zo handige man!

woensdag 11 mei 2022

Achter de geraniums


Ik weet niet of de duvel ermee speelde, dat het toeval was of omdat ik weer eens een "ik heb alle tijd van de wereld en ik geniet"-blik op mijn gezicht had staan maar gisteren kreeg ik binnen een uur  van twee verschillende kanten de uitroep "Wat? Je bent alweer een jaar weg bij de bieb?!". 
"Een jaar en zo'n anderhalve week," knikte ik blij.
Hoe dat jaar nu was bevallen, vroeg men toen verder. O, en of ik mijn werk niet erg miste, zo "achter de geraniums".

Nou... Het gaat meer dan prima, hier achter die geraniums.

Het was een jaar (plus anderhalve week) waarin: 

  

🌸  Ik niet meer tegen Peter "Komende zaterdag kunnen we niet naar de markt fietsen en daarna gezellig ergens iets drinken want dan moet ik werken" hoefde te zeggen. 


🌸  Ik metéén dat mooie, spannende, boeiende biebboek mee naar huis kon nemen én erin kon beginnen en niet pas aan het eind van de werkdag. 


🌸  De zondagavond gewoon een fijne avond was en niet een "Pfff, morgen weer aan de slag"-avond. De vrijdagmiddag daarentegen niet meer een “Heerlijk, eindelijk weekend”-middag, maar je kunt niet alles hebben 😏


🌸  Ik ook op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag afspraken kon plannen in plaats van alleen op de vrije donderdag.  


🌸  Ik dan zomaar kon app'en: "Noem maar een dag, ik kan dan vast wel", wat meestal ook zo was. 


🌸  Ik niet al in januari hoefde door te geven wanneer ik met vakantie wilde, het liefst een periode waarin niet de 4-wekelijkse zaterdagdienst zou vallen omdat “men” ooit had bepaald dat die diensten dan geruild moesten worden (ja, ik weet het: meest stomme regel ooit; ik ben er nu in ieder geval van af!).


🌸  Ik daarna niet hoefde af te wachten of die opgegeven weken inderdaad nog beschikbaar waren. 


Het was een jaar (plus anderhalve week) waarin:


🌸  Ik na een gezellige kop koffie of thee met ex-collega's "Werkze, bedankt voor het bakkie, ik ga er weer vandoor!" kon zeggen, natuurlijk zonder al te enthousiast te klinken maar gewoon zo nonchalant mogelijk 😇


🌸  Ik die ex-collega's niet hoefde te missen omdat zij (en ik "toen") immers niet in een kantoor of een andere voor "onbevoegden" niet toegankelijke ruimte werken maar in een openbare gelegenheid (en ik bovendien met de leukste ook privé afspreek) .


🌸  De bieb voor mij weer alleen maar een plek was om naar leesvoer te snuffelen, tussen de tijdschriften te kijken, te kletsen met bekenden, dat eerdergenoemde bakkie te doen. 


🌸  Bleek dat ik geen werkroutine nodig heb om actief, betrokken en geïnteresseerd bezig te zijn (integendeel bijna...). 


🌸  Ik in december weliswaar geen kerstpakket kreeg maar ook niet het vervelende gedoe van te veel (nooit te weinig) gewerkte uren en wanneer moesten die dan gecompenseerd worden?? 


🌸  Ik tot mijn grote plezier en ook opluchting (en vast ook die van mijn opvolgers) heel onbevangen mijn oude werkplek kon bezoeken en bekijken zonder ook maar één gedachte als "Ik had dat anders gedaan..." 

 

Begrijp me goed: ik heb van mijn werk genoten. Het was niet altijd rozengeur en maneschijn maar het waren wel voornamelijk goede en leerzame jaren. Die ruim achttien jaren van werken in de bibliotheek waren als een jas die mij heel goed paste en die steeds fijner is gaan zitten. Op een gegeven moment was het ook een jas waar ik op uitgekeken was, die wat begon te slijten aan de randen en die hoognodig aan vervanging toe was. 
Ik besef heel goed dat het ook dankzij die jas is dat ik het afgelopen jaar (plus anderhalve week)  goed en leerzaam heb kunnen invullen en beleven. 


Dit uitgebreide antwoord hadden de vraagstellers kunnen krijgen. Maar ja, ik had dan wel alle tijd - zij hadden dat niet.
Daarom heb ik het maar wat samengevat en gezegd dat het heel prima bevalt "achter de geraniums" en dat ik het werken in de bieb geen seconde niet mis. 

"Ach," zeiden zij toen. Niet vanwege mijn reactie maar vanwege hun vraag die, zo vonden zij zelf, eigenlijk totaal overbodig was.

Mijn "ik heb alle tijd van de wereld en ik geniet"-blik was op zich al duidelijk genoeg geweest.


Nou dan!



zondag 8 mei 2022

Altijd


Jij bent altijd
Nooit missen wij jou niet
Nooit wordt er niet aan jou gedacht
Nooit ben jij niet bij ons
Jij bent nooit nooit, nooit niet
Jij bent
Altijd



Max 20 januari 1987 - 8 mei 2004
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...