vrijdag 24 februari 2023

Last minute vakantie


Het was een klein berichtje tussen al het grote en minder grote wereldnieuws en toch viel het me op:

 

“Koerier laat ronkende bus vol pakketjes achter op Schiphol en pakt vliegtuig.”

 

Het betrof een man die vlak na de kerst en jaarwisseling tijdens zijn bezorgdienst naar het vliegveld is gereden, zijn bus voor de vertrekhal parkeerde, uitstapte zonder de motor uit te doen, bij een balie incheckte en vervolgens... Ja, wat? Met vakantie ging?
Hij schijnt ieder geval met een vliegtuig vertrokken te zijn. Met welke bestemming? En voor hoe lang?
Op het moment dat ik het bericht las, was dit alles (nog) niet bekend.

 

O, er speelden meteen zoveel vragen door mijn hoofd:

- Op welk moment kwam het idee om weg (écht weg dus) te gaan in hem op? Ergens vlak voor het parkeren of al eerder toen hij de bus ophaalde?

- Had hij zulke traumatische feestdagen achter de rug of had hij juist de eindejaarsloterij gewonnen?

- Was de man ziek, impulsief, verstrooid of de hele mikmak meer dan zat?

- Is hij nu een held of een loser? (Wat vind ik?)

- Ik weet dat op lang-parkeren staan een fortuin kost (op kort-parkeren zo mogelijk nog meer) maar waarom die motor niet uitgedaan? (Of was dat laatste juist logisch omdat koeriers dat kennelijk alleen aan het eind van hun dienst doen?)

Was het een weddenschap, een ontsnapping of iets wat al zo lang op zijn bucketlist stond en nu eindelijk afgevinkt kan worden?
- Was dit zijn manier om van pre-vakantiestress af te komen? Om af te rekenen met vliegangst?

- Had hij in het vliegtuig stilletjes (of juist luidkeels) zitten juichen of zich de hele reis afgevraagd waar hij mee bezig was?

- Kent de man geen vliegschaamte?

- En ook: hoe komt zo’n man dan terug? Verwacht hij dan gewoon weer in zijn bus te kunnen stappen of verwacht hij opgehaald te worden door familie of vrienden met “Welkom Thuis!”-ballonnen?

- Kómt de man wel terug? 

Zoveel vragen en tot dusver nul antwoorden. Het enige dat ik weet is dat zijn enige strafbare feit het fout parkeren was en dat de man hoogstwaarschijnlijk zijn baan kwijt is. (Al weet je dat laatste niet zeker met het huidige personeelstekort.)

Fake nieuws is verderfelijk maar half nieuws is ook niet alles. 

 

 

 

vrijdag 17 februari 2023

Lentetradities

 

“Wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat begint bij ons de lente. De astronomische lente begint op het noordelijk halfrond meestal op 20 maart. De meteorologische lente begint op 1 maart.” 

 


Officieel duurt het dus nog zo’n twee weken (volgens de meteorologen) respectievelijk iets meer dan een maand (astronomisch gezien) tot de lente in ons land begint. 

Ik heb er geen onderzoek naar gedaan maar volgens mij is de lente het meest verwelkomde seizoen. En niet alleen in Nederland. Over de hele wereld wordt het begin van de lente gevierd. Vaak met heel bijzondere, eeuwenoude tradities. 

 

Zo kennen Japanners de Dag van de Eerste Kersenbloesem. De lente betekent voor velen daar een nieuwe fase in het leven. Op 1 april begint het nieuwe schooljaar en starten afgestudeerden aan hun eerste baan. Redenen genoeg voor feesten, wandelingen om de bloeiende bomen te bewonderen en uitgebreide picknicks. 

Voor de inwoners van Thailand is de eerste lentedag ook een soort nieuwjaarsdag. Drie dagen lang vieren zij dan het Waterfestival Songkran. Jong en oud gaat dan de straat op met emmers water, waterpistolen en tuinslangen om iedereen die zij tegenkomen nat te spuiten. 

Dan kan je misschien toch beter bij het Holi Phagwa in Noord India zijn. Daar word je niet nat gegooid of gespoten maar met gekleurd poeder bestrooid. Nadat oude spullen verbrand zijn en voordat je uitgebreid gaat eten. 

 

Natuurlijk zijn er ook feesten en gewoontes die met eieren te maken hebben. Zoals het eerste kievitsei waar hier in Nederland naar gezocht wordt of het gezamenlijk roereieren bakken tijdens Het Festival van het Roerei in het Bosnische Zenica. 

En wat te denken van The White House Easter Egg Roll? Op paasmaandag mogen kinderen in de tuin van het Witte Huis paaseieren rollen met houten lepels. Er zijn dan prijzen te winnen en in het publiek staan de Amerikaanse president, zijn gezin en, jawel, de paashaas.  

Volgens eerdergenoemde astronomen en meteorologen is op de dag van dat eieren rollen de lente al even bezig maar ik kende deze traditie niet en vond het te apart om niet in dit rijtje te noemen.  

 

En naast al deze grootse feestelijkheden hebben Peter en ik ook onze eigen bescheiden voorjaarstraditie. 

Wij storen ons daarbij niet aan data als 1 of 20 maart, we checken ook niet of de zon wel of nog niet loodrecht boven de evenaar staat. Wij kijken dan alleen of er ergens op een terrasje een tafeltje in de zon staat, hoeven niets te overleggen maar gaan lekker zitten, desnoods met onze jas nog losjes aan, en leunen dan gelukzalig achterover. Zonder waterpistolen, gekleurde poeder of eieren, wél met een glas rosé. 

 

Op dit moment van schrijven is het weer wat grijs en miezerig maar afgelopen dinsdag hebben we precies op die manier al van onze traditionele eerste-rosé-van-het-jaar kunnen genieten.  

Volop kunnen genieten. 


En, o, wat smaakte dat naar meer (mooie lentedagen)! 




 

 

vrijdag 10 februari 2023

Uitgespeeld, niet uitgelezen


Iets meer dan een jaar geleden schreef ik over mijn boekenbingo. Oorspronkelijk was het een ter plekke verzonnen challenge toen ik maar niet van hardnekkige pogingen om mij bij een leesclub in te lijven af kon komen. Eenmaal thuis begon het idee van zo’n bingo mij steeds meer bezig te houden en ook aan te trekken.

Ik verzon wat onderwerpen, fröbelde een kaart en vertelde er in een blogstukje over. Tot mijn verbazing en plezier bleken er een paar (een klein handjevol, maar toch...) lezers die het zo leuk vonden dat zij eraan mee wilden doen. In ieder geval voor een paar onderwerpen. Op eentje na dan, zij tilde de bingo naar een literair niveau waar ik niet aan zou kunnen tippen, als ik al zou durven, eh...willen.

 

Mijn bingokaart heb ik ruim binnen het afgelopen jaar vol kunnen spelen. Het was niet altijd simpel maar wel erg leuk om te doen om alleen al de juiste boeken op te snorren.

Een historische roman is zo gevonden maar welke omslag valt het meest op? Een boek uit mijn geboortejaar vergde ook wat gegoogle.

Aanvankelijk vond ik dat spelregels overbodig waren en waren meerdere titels in één hokje “toegestaan”, net als één boek in meerdere hokjes. Maar voor mijn uiteindelijke lijst heb ik toch (met pijn, moeite en ook wat spijt) gekozen voor twaalf boeken, elk in een “eigen” hokje.

Er zitten wel een paar tussen die ik voor de tweede (sommige zelfs voor de derde) keer gelezen heb; dit overigens voor mijn plezier, niet voor de bingo.

(En, eigenlijk een wat mij betreft en daarom tussen haakjes, overbodige toevoeging: het zijn niet alleen papieren boeken maar ook luisterboeken en boeken die ik op mijn iPad gelezen heb. Eentje, een hele serie eigenlijk, in het Engels.)

 

En dan nu, op verzoek (ja, echt) en misschien ook ter inspiratie (wie weet), deel ik hierbij (zonder iets van een uitgebreide recensie alleen met een korte aantekening) mijn boekenbingolijst:

 

Historische roman: Rosa’s oorlog, van Tanya Commandeur.

(In 1942 was het Rotterdamse Katendrecht verboden gebied voor Duitse soldaten, dit om te voorkomen dat zij prostituees zouden bezoeken. Het gevolg was dat er veel onderduikers en verzetsmensen woonden en dat daar verboden jazz gespeeld kon worden. Het was een onbekend stukje geschiedenis voor mij.)

 

Opvallende titel: De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzat in een Ikea-kast, van Romain Puértolas.

(Met toch echt meer diepgang dan de grappige titel doet vermoeden.)

 

Verhalenbundel: Als het maar niet op ons lijkt, van Eva Hoeke en Marcel van Roosmalen.

(Of zij de beste en leukste columnisten zijn, durf ik niet zonder meer te beweren maar dat zij heel goed en heel leuk schrijven zeker wel.)

 

Dier in de hoofdrol: Lessen in chemie, van Bonnie Garmus.

(In dit boek speelt het bewuste dier, een hond met de naam Half Zeven, niet een hoofdrol maar wel een zeer mooie bijrol. Daarbij is het een boek waarvan gezegd wordt dat het de allergrappigste, slimste en origineelste roman van het jaar is, en daar sluit ik me helemaal bij aan.)

 

Dagboek: Ik zie je bij de uitgang, van Joosje Duk. (Joosje hield dit dagboek bij voor haar vader, een van de eerste corona-patiënten, zodat hij zijn ic-tijd later beter kan verwerken. Het is grappig, ontroerend en confronterend tegelijk.)

 

Van/over bekend persoon: Intens, het verhaal van Diederik Gommers, van Wilma de Rek.

(Verbazingwekkend, of toch niet zo 👵🏽, hoeveel ik vergeten was van die coronaperiode.)

 

Uit geboortejaar (1957): Wiplala, van Annie M.G. Schmidt.

(Dit boek, en het tweede deel, heb ik jaaaaren geleden onze oudste voorgelezen. Met stemmetjes en al. Leuk boek, mooie herinneringen.)

 

Uit mini-bieb: De jongen, de mol, de vos en het paard, van Charley Mackesy.

(Ik beken hierbij dat ik het boek, dit prachtige boek, niet teruggebracht of op mijn beurt weer in een andere mini-bieb gezet heb, in plaats hiervan wel een ander 😇 )

 

Getal in titel: De zeven echtgenoten van Evelyn Hugo, van Taylor Jenkins Reid.

(Evelyn Hugo is een fictieve Hollywoodster en de associatie met Elizabeth Taylor is gauw gelegd maar klopt uiteindelijk niet helemaal...)

 

Niet-westerse auteur: Het verhaal van de kat die boeken wilde redden, van Sosuke Natsukawa.

(Een Japanse bestseller. Een aanrader voor boekenliefhebbers en ook/zelfs voor zij die zichzelf niet tot de groep kattenmensen rekenen.)

 

Opvallende omslag: De mug en de olifant, van Wim Meyles.

(Dit boek was oorspronkelijk dé kandidaat voor het hokje “Dier in de hoofdrol” maar kijk naar de foto boven dit stukje en zeg nou zelf: een olifant op een tak! 😂)

 

Verfilmd: Alle Harry Potter-boeken, van J.K. Rowling.

(Dit is ook zo'n "valsspelertje" omdat ik ze al eerder gelezen heb, dus/maar voor de bingo heb ik de Engelstalige geluisterd. En ik heb daarna ook alle films weer gekeken.)


BINGO!




vrijdag 3 februari 2023

Roadtrip


Het was ergens tussen kerst en de jaarwisseling in 1979: Peter en ik zaten met vriend K. wat te kletsen over van alles en vakanties. Het begon met wat flauwekullen, daarna werd het wat gerichter fantaseren en uiteindelijk (met dank aan een flinke dosis meligheid en wat pilsjes) borrelde het plan op met ons drietjes een “echt verre” reis te maken.

Moskou was een optie met daarnaast de VS. Nou zijn er veel meer plekken die onder “echt ver” vallen maar ik heb geen idee meer hoe we juist op die twee, qua politiek en samenleving, uitersten kwamen. Volgens Peter had het vooral te maken het eerdergenoemde pilsjes toch kan dat niet alleen de reden zijn geweest aangezien ik geen pilsdrinker was (en nog steeds niet ben). 

Hoe dan ook: aan het eind van de avond wilden we naar Moskou of naar de VS, en afgesproken werd dat Peet en ik zouden onderzoeken wat de mogelijkheden, de voors en de tegens van die bestemmingen waren.

Een paar dagen later zaten we (1979/1980: geen internet, geen computer, geen tripadvisor) op een reisbureau en weer een paar dagen later hakten we, samen met K., de knoop door: het zou Amerika worden.

 

Een zeer voordelige aanbieding en de romantiek van rondtrekken in een camper wonnen het van de stedentrip. We regelden, via dat reisbureau, vliegtickets, visa, de huur van de camper. We kochten, bij gebrek aan creditcards, traveler checks om ter plekke onze guldens in dollars om te kunnen zetten en verhoogden de dekking van onze aansprakelijkheidsverzekering voor het geval we ge-sued zouden worden. (Amerikanen stonden ook toen al bekend om het voor het minste geringste aanklagen van elkaar en dus waarschijnlijk, zo werden wij gewaarschuwd, helemaal van argeloze toeristen.) 



Peter, K. en ik, wij werden alleen maar enthousiaster: drie weken langs de westkust van Amerika trekken! USA, here we come!
Natuurlijk was niet iedereen even enthousiast over onze plannen. Er waren wel bewonderende reacties ("Jullie durven!") maar ook wat minder positieve als “Waarom? Waarom zo ver?”, zelfs “Vind je dat niet wat onverantwoordelijk?” en ook “Hoe kunnen we jullie daar ooit bereiken als er iets is?”.
Die laatste opmerking was de enige die, wat ons betreft, hout sneed, al heeft het ons geen tel doen twijfelen. K. had nog de fout gemaakt om zijn ouders te beloven dat hij zou bellen zodra wij aangekomen waren maar dat heeft hij niet kunnen waarmaken. Telefoneren naar Nederland kon alleen met een creditcard, die wij dus niet hadden, of vanuit een hotel maar dan moest je daar wel een kamer hebben.
We hebben onze ouders wat aangedaan, ja.

Maar we hebben wel een onvergetelijke vakantie gehad.
We zijn bijna ingesneeuwd in een van de mooiste parken van Amerika, we hebben een woestijn in bloei gezien, onze armen om de stam van een immens grote sequoia geslagen en op de rand van de Grand Canyon gezeten.
We hebben uren naar bevers die in hun burcht bezig waren gekeken, eekhoorntjes gevoerd, de fraaiste watervallen en gebergten gezien.
We hebben een gezellige avond met een stel uit Israël doorgebracht en onze maaltijd bij een kampvuur met hen gedeeld (omdat zij geen vlees aten, wilden wij hen verrassen met pannenkoeken, immers echt Nederlands. “Ah, flensjes!” was hun reactie.).
We hebben ons vergaapt aan al die bijzondere landschappen en uitzichten en, met onze neus dichtgeknepen vanwege de zwavelgeur, de prachtige kleuren van geisers bewonderd.
We hebben zo Amerikaans mogelijk geknauwd en toch de vraag gekregen waar wij vandaan kwamen (“Holland? That’s in Sweden, right?”).
En we hebben ki-lo-me-ters gereden. Ruim zevenenhalf duizend kilometers hebben we gereden.



Van tevoren hadden we bedacht dat het niet alleen gezellig zou zijn om deze roadtrip met ons drietjes te maken maar ook wel zo slim. Stel dat Peter en ik alleen waren en er zou een van ons twee iets overkomen, dan zou de ander het moeten oplossen, op z’n minst in zijn of haar eentje die grote camper moeten besturen. Het was al snel duidelijk hoe verstandig (hoe niét-onverantwoordelijk) die beslissing was: de camper (een automaat) had geen losse stoelen maar één grote bank voor de bestuurder en de passagiers. Het voordeel was dat we alle drie voorin zaten, het nadeel dat die bank niet naar voren of achteren geschoven kon worden. Voeg daar het feit bij dat ik krap de 1.60 meter haal en je snapt meteen dat ik niet een van de chauffeurs kon zijn aangezien mijn voeten niet eens in de buurt van de pedalen konden komen.

Nogmaals: het was een onvergetelijke vakantie. Het doorkijken van de drie fotoalbums die we daarvan gemaakt hebben is na al die jaren (ruim veertig!) nog steeds een heerlijke
 walk down memory lane.
Nu vraag ik mijzelf wel eens af hoe die reis verlopen zou zijn als er al wel internet en smartphones en sociale media hadden bestaan.
Toen hadden we een cassetterecorder en spraken we een soort reisverslag in, zouden we nu uitgebreide verhalen op Facebook of een site als waarbenje.nu geplaatst hebben?
Toen maakten we foto’s met dat ene toestel dat Peter bij zich had, zouden we nu het thuisfront in een groepsapp gespamd hebben met foto’s, filmpjes en berichtjes als “Onze eerste bizon!!” en “Het is nog mooier dan we hadden verwacht...”?
Toen wisten we wel welke parken we wilden bezoeken en welke routes we wilden rijden, een navigatiesysteem zou daarbij goed van pas gekomen zijn maar dat uitvouwen van een kaart, het zoeken naar de beste weg en het glijden met je vinger van dat ene puntje naar het andere op die kaart voegden beslist iets avontuurlijks toe.

Ik zou nu niet meer zonder mijn iPhone kunnen en vooral willen maar dat we die trip, toen in april 1980, met "alleen maar" papieren wegenkaarten, het weerbericht uit de autoradio en de borden langs de wegen hebben “moeten” maken, vind ik met de jaren alleen maar bijzonderder worden. En stoerder, dat ook. Maar onverantwoordelijk: beslist niet!




 

 

 


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...