"Khebeeneenddoodgereden."
"Hè, wat zeg je?"
"Ik. Heb. Een eend doodgereden!"
"En je bent niet gestopt?"
"Nee, dat kon niet! En wat had ik dan moeten doen?! Ik kon er echt niks aan doen!"
Het was een moeilijke bekentenis en dat op een dag die zo normaal begon. Zo bijna normaal. Ik was vrij, het huis kon wel een schoonmaakbeurt gebruiken en ik had een boeiend luisterboek op mijn iPhone. Om eerlijk te zijn is dit een combinatie die wel vaker voorkomt en dan doe ik toch andere (vaak minder nuttige) dingen, maar, zoals ik al zei, het was een
bijna normale dag en ik ben dus flink aan de slag gegaan.
Had ik het hier nou maar bij gelaten. Had ik nou maar alleen schoongemaakt en had ik nou maar niet gevonden dat de verse bloemen die bij een schoon huis horen, meteen gehaald moesten worden. Maar helaas, na het poetsen stapte ik in de auto en ik reed met een kalm gangetje naar het winkelcentrum. En daarna met bloemen en andere boodschappen weer net zo kalm terug. Ik nam een bocht, stuurde om een rijtje geparkeerde auto's heen en zag opeens vanuit het niets een fladderende eend voor mij opduiken!
Gedurende een tel scheen de wereld stil te staan. Een tel waarin de eend en ik elkaar dodelijk geschrokken door de voorruit aanstaarden. Een tel waarin ik niet remde. Toen was er weer wanhopig gefladder en kwam het geluid terug.
"Waaah!"
BOINK!!!
"Nee toch, hè, neeeee..."
Ik dook in elkaar en gluurde in mijn spiegel: "Wat deed de chauffeur achter mij? Stopte hij? Nee! Kon ìk stoppen? Wat moest ik doén als ik kon stoppen? Hoe reanimeer je een eend? O, jakkes die eend!"
Eenmaal thuis ben ik voorzichtig uitgestapt en heb ik aarzelend onder mijn auto gekeken. Vraag me niet waarom. De "boink" was duidelijk genoeg geweest en stel je voor dat er iets te zien was bij de wielen... Maar ik zag niets gelukkig. Geen veertjes, geen... Nou ja, niets dus. Ik heb stilletjes de bloemen in het water gezet en ik ben gaan koken. Ik heb geprobeerd niet meer aan de eend en de boink te denken. Ik heb geprobeerd mij niet schuldig te voelen. Maar dat lukte niet zo goed.
Ik heb nu besloten om deze week een extra vleesloze dag in te lassen. Het is magertjes, maar ik moet toch wat. Uit respect voor de eend, om van dat schuldgevoel af te komen en bovendien, vooral, omdat Peter zijn vraag niet uit verontwaardiging stelde, maar vanwege de conclusie die hij meende te moeten trekken:
"Hmm, niet gestopt... Dus daarom eten we vandaag tòch kip."