vrijdag 27 oktober 2023

Brief aan toekomstige ik


Lieve Syl-over-een-paar-weken-van-nu,

 

Herken je de situatie op de foto hierboven? Weet je nog hoe het er na twee weken uitzag?

Als het goed is is jouw badkamer inmiddels al een poosje af en is het precies zoals Peet en jij hebben bedacht.

De lades van het wastafelmeubel zullen nu al ingeruimd zijn (ik ben zo benieuwd of en hoe alles erin past!), er zal vast al een plant op het wastafelmeubel staan en je zal zeker al een paar keer uitgebreid gedoucht hebben en dus lekkerder ruiken dan ik op dit moment. (Nee hoor, grapje! Toch?)

 

Ik “moet” nog even, nog een volle week na vandaag. De muren zijn betegeld en ook een groot gedeelte van de vloer. Het begint er steeds meer als een badkamer, als d茅 badkamer, uit te zien en wanneer komende week het plafond gedaan wordt en alles gemonteerd en opgehangen wordt... O, kon ik de boel maar af k铆jken! Dit is geen oefening in geduld, dit is een complete workout in geduld!

Ik hoop dat ik, dat wij (Peter is hierbij nog erger dan ik) de werkmannen niet al te veel in de weg lopen bij het om de haverklap om het hoekje kijken. Niet meer dan we nu al doen tenminste 馃槈

 

Maar vertel eens, Syl-over-een-paar-weken-van-nu, zijn die drie weken echt zoals men beloofde omgevl贸gen?

Ben je nu alleen maar aan het bewonderen en genieten zonder aan die energievretende eerste week van slopen en lawaai terug te denken?

Loop je 's nachts gewoon weer slaapdronken naar je wc boven of heb je nog de neiging de trap af te stommelen?

Is je oude ochtendroutine van rustig wassen en opstarten weer terug of zit de haast van “vlug om half acht staat er weer een werkman voor de deur en ik loop nog in mijn ochtendjas” nog wat in je lijf?

Men zegt dat als alles achter de rug is, je al die rompslomp zo vergeten bent. Ik weet dat het geheugen heel mild kan zijn maar klopt dat ook in dit geval?

Ik denk het wel, h猫 - ik hoop in ieder geval dat het zo is. Ik verheug me steeds meer en meer op de tijd waarin jij nu al lekker zit. Ik verheug me heel erg op de badkamer die jij nu al hebt.

Echt, ik ben zo jaloers op jou! Wat ben je toch een ontzettende bofkont met je inloopdouche, je grote wastafelmeubel, met je spiegel van een meter doorsnee, inclusief verlichting en verwarming, en die prachtige tegels.

Maar natuurlijk gun ik het je van harte!

 

Veel liefs van je ongeduldige zelf

 

 

PS Probeer niet alles van die “narigheid” te vergeten. Je zal deze ervaring nodig hebben als volgend jaar het toilet beneden gesloopt en vervangen wordt. Zodat je dan heel relaxed (nou ja, zo relaxed mogelijk) kan denken: “O, zo’n wc’tje? Dat is toch niks vergeleken bij die badkamer van toen!”

Sorry voor deze misschien wat koude douche (en de woordspeling); het leek mij alleen een goede tip want jou, eh, mij kennende...

 


vrijdag 20 oktober 2023

Gesloopt


Ik zag er toch zo tegenop, weet je nog?

Tegen het voor dag en dauw klaar staan, tegen het gemis van een badkamer (douche! toilet!), tegen het lawaai en tegen het rondlopen van anderen (als in: niet-gasten) door ons huis, en dat alles zeker drie (3!) weken lang.

 

Nou, daar was niks de-mens-lijdt-het-meest-enzovoort voorbarigs aan. 

Dat vroege klaar staan en het poedelen aan het aanrecht, zelfs het slaapdronken de trap af moeten om naar het toilet te gaan, daar zijn we inmiddels (we zitten nu op dag 5) wel wat, nou ja, iets, aan gewend. Dat er de hele dag mensen in, en in en uit en in en uit, ons huis lopen is een ander verhaal oftewel: dat zal nooit wennen. Maar het ergste, daar waar ik heel erg en, zo bleek al snel, heel terecht tegenop zag, is met stip nummer 1 het lawaai. Dat oorverdovende lawaai van het breken en trillen en slijpen en schuren en boren. In mijn meest dramatische bui had ik niet verwacht hoeveel impact zoveel lawaai kan hebben. Met elk stukje badkamer dat werd gesloopt, werden ook onze zenuwen gesloopt. Horen, zien, denken, elk gevoel voor samenhang en zelfs richting - alles verdween om pas uren later weer enigszins terug te komen.

 

Arjen Lubach liet laatst in zijn satirische programma testen wat de impact is als je beschenen wordt met een laserpen. Dit naar aanleiding van een voetbalwedstrijd waarin onder andere een speler op die manier zo afgeleid werd bij het nemen van een strafschop dat hij miste. (Nou schijnt die man een geschiedenis van gemiste penalty's te hebben maar dat doet hier niet ter zake.) Lubach liet een laserpen richten op de “voetbaldeskundige” van zijn show en vroeg hem ondertussen namen van voetballers te noemen. De man bakte er niks van, plakte niet bestaande voornamen bij willekeurige achternamen, riep hakkelend namen van acteurs en schrijvers - zijn concentratie was kortom totaal weg.

Nou, ik heb aan den lijve ondervonden dat zoiets ook met je gebeurt als er tegels van je badkamervloer en -muren getrild worden. Peter en ik waren als zombies in ons door werkmensen, lawaai en stof overgenomen huis, en aan het eind van de dag, als iedereen vertrokken en de rust wedergekeerd was, zaten we elkaar nog lang wezenloos aan te staren. (Ik schrijf hier wel “waren” en “zaten”, maar op dit moment worden er sleuven gefreesd, dus er is vooralsnog weinig verleden tijd aan.)




Om te voorkomen dat dit alles wat al te negatief overkomt en ook voor de broodnodige volledigheid, mogen de positieve kanten niet ongenoemd blijven. Zoals het feit dat er hard en ook netjes gewerkt wordt en dat de werkmannen met wie wij (in ieder geval tot dusver) te maken hebben absoluut niet in het vakje botte horken vallen. Er wordt veel lawaai gemaakt (ja, sorry, het blijft een terugkerend thema in dit stukje) maar er wordt ook gelachen, gezongen zelfs, en, veel belangrijker, goed met ons overlegd. Koffiepauzes worden niet gerekt en de tussendeur naar het halletje wordt zorgvuldig gesloten als het in- en uitlopen het ook maar even toelaat (wat heel prettig is met deze buitentemperaturen!).

Verder ligt onze complete, oude badkamer in de paarse container en is men al, iets eerder dan gepland (hoera, hoera!!) met de opbouwfase bezig. Wat (uiteraard) niet geruisloos gebeurt.




Natuurlijk wil ik dat deze verbouwing geen minuut langer duurt dan noodzakelijk maar ik verheug me op vanmiddag vier uur als de mannen naar huis gaan om maandag pas weer terugkomen.

Even twee dagen geen vroege wekker, alleen maar rust, stilte en tot in de middag in mijn ochtendjas rondlopen.

Ik heb sinds mijn prepensioen niet eerder z贸 naar het weekend uitgekeken.

 

 

 

vrijdag 13 oktober 2023

"Verjaardagscadeautjes"


Een deel van onze bovenverdieping staat sinds eergisteren vol met stapels tegels, zakken lijm/voegsel, tubes kit en dozen met badkamerspullen. En net werd er een paarse (!) container voor het huis gezet.

Peter vindt het leuk om te zeggen dat dat mijn verjaardagscadeautjes zijn. Want vandaag ben ik dus jarig. Hoera voor mij! Ik heb vaak lieve, originele, gewenste, verrassende en ook onverwachte cadeautjes gekregen, nooit eerder zat daar een container in ook nog een van mijn favoriete kleuren bij. (En dat terwijl met een volle auto naar de stort gaan een van mijn favoriete uitjes is. Jammer wel dat we al zoveel opgeruimd hebben.)

 

Die container en al die spullen boven zijn dus voor onze aanstaande badkamermetamorfose.

We hebben er maanden op moeten wachten maar maandag gaat het dan toch beginnen. Eerst wordt er gebroken, gesloopt en heel veel in die container gegooid, en dan kunnen er leidingen worden aangelegd. Daarna gaat men aansmeren, tegelen en voegen, en daar weer na kan de inhoud van al die dozen gemonteerd en opgehangen worden. Een week of drie, zoiets gaat het duren. Aldus de zeer beknopte samenvatting van de opperinstallateur (of hoe zo iemand ook officieel heet).

Meneer de opperinstallateur en ook Peter hebben er alle vertrouwen in; ik doe mijn best.

 

O, het zal vast wel goedkomen, die drie weken zullen omvliegen (zo is mij verzekerd....) en als alles eenmaal achter de rug is en de badkamer er precies zo uitziet zoals wij bedacht (en besteld) hebben, dan.... O, dan zal ik mijzelf vast een verwende aanstelster vinden met mijn hoe-kom-ik-die-tijd-zonder-douche-en-met-vanaf-’s ochtends-vroeg-al-mensen-over-de-vloer-door-?-!-gezeur. Dan zal ook dat spiertje naast mijn oog niet meer zo trillen. Dan zal Peter ook niet meer de neiging hebben om mij met mijn drama-gedrag achter het behang te plakken. Maar tot die tijd... Of juister: gedurende die tijd...

 

Gedurende die tijd zal ik er zeker over schrijven. Schrijven is voor mij nu eenmaal ook van mij afschrijven en ik denk dat ik dat de komende tijd nodig zal hebben. (En anders mijn omgeving wel!) Het lijkt mij bovendien leuk (o, laat het vooral leuk zijn!) om later terug te kunnen lezen hoe het ook weer was om elke werkdag voor dag en dauw al een monteur van koffie te moeten voorzien, hoe we samen met de oude badkamertegels wegtrilden, de tegels van de muur en wij van onze stoel (ik neem tenminste aan dat dat zo zal gaan), om ons te wassen in de keuken in het zicht van overburen en passanten (notitie voor onszelf: luxaflex dicht!), om niet even snel (of juist lekker lang) te douchen wanneer we er gewoon zin in hebben, om voor een nachtelijke plas naar beneden te moeten  zonder van de trap af te lazeren en alles wat we nog meer zullen tegenkomen.

 

Jullie kunnen via dit kanaal meekijken en meeleven; hier en daar misschien ook wat tips en/of idee毛n opdoen. (Of besluiten n贸贸贸it aan zoiets te beginnen.)

Ik twijfel nog over de titel.

“Mijn tijd zonder badkamer”? (Pakkend maar toch iets te dramatisch.)

“Hoe een interne verbouwing te overleven”? (Dat zou wel erg de goden verzoeken zijn.)

“Van oude badkamers, de dingen die voorbij gaan”? (Klinkt wel literair...)

“Van Afvoer tot Zeep”? (Mwah, tenzij ik voor Afvoer iets leukers kan bedenken.)

 

Dan toch maar gewoon “de grote badkamermetamorfose”, net als de serie rond onze boekenkast. Natuurlijk ook met voor-, tijdens en na-foto’s. En hopelijk met net zo’n goed resultaat.

 

Duimen, eh, lezen jullie mee?

 

 

 

vrijdag 6 oktober 2023

Goed genoeg is goed genoeg


Ongeveer een jaar nadat ik voor het eerst serieus begon 茅n, in tegenstelling tot eerdere pogingen, door ging met hardlopen deed ik mee aan een offici毛le loop. Het was een memorabele dag waarvan ik voor 95% van genoten heb. Die missende 5% is te wijten aan het feit dat het een, zeker voor die tijd, zeer warme dag was en het voor mij daardoor heel, heel stevig afzien werd. Het was leuk en gezellig, ik heb die 5 bloedhete kilometers uit kunnen lopen maar, zo beloofde ik mijzelf, dat was eens en nooit meer. Hardlopen moet leuk en ontspannen blijven. Dat was medaille nummer 1.

 

Een jaar later schreef ik mij toch weer voor een loop in. 

 

Mijn “weloverwogen” argument was dat ik een soort goedmakertje voor die eerste loop wilde. Het was geen alleen maar fijne ervaring en het voelde daardoor onaf. Dankzij een aangenamere temperatuur, het was zelfs regenachtig, en mijn inmiddels nog wat betere conditie werd het inderdaad een goedmakertje. Missie volbracht en zo kwam ik aan medaille nummer 2. 

 

Een jaar later...


Nee, nee, er kwam geen jaar later waarin ik me toch weer inschreef, die tweede medaille moest mijn laatste worden en is ook mijn laatste gebleven. Ik wilde niet het risico op toch weer een niet zo prettige (understatement) dag lopen. Twee medailles dus, geen drie, wat het toch iets “completer”, iets meer “af” zou maken. Ik heb lang die twee medailles aan het prikbord op mijn kamer voor mijn neus zien hangen en, ja, er leek toch iets te missen, toch heb ik het daar bewust bij gelaten. Het is voor mij met mijn neiging (ahum) tot perfectionisme een soort reminder dat goed genoeg ook inderdaad goed genoeg kan zijn.

 

Ergens tussen die twee hardloopevenementen in leerde ik T. kennen. T. was lid van “mijn” bibliotheek en liep ook hard. Onze gesprekken gingen van boeken naar hardlopen en op een gegeven moment vroeg zij of ik zin had een keer met haar een rondje te doen. Ondanks dat zij een ervaren marathonloopster was en ik heel beslist niet hebben we heel wat rondjes door de bossen hier gerend. Ik met mijn tong op mijn schoenen, zij langzamer dan ze normaal liep omdat ze vaak moest aftrainen na weer een marathon. Buiten het lopen om was T. wat stilletjes, bijna onopvallend, maar tijdens het rennen glom zij van enthousiasme en energie en praatte zij voor twee. Wat mij wel goed uitkwam als ik weer eens buiten adem was.

 

Op een gegeven moment zijn we elkaar wat uit het oog verloren. Door haar wisseling van baan en de toename van mijn mantelzorgtaken moesten we onze vaste loopmiddag te vaak afzeggen. Ik bleef wel hardlopen, juist in die tijd van mantelzorgen had ik het zo nodig. En zij...

Een maand of wat geleden kwamen we elkaar na lang weer tegen. T. herkende mij eerder dan ik haar. Ik had moeite om in haar wat gebogen gestalte de marathonloopster van toen te zien. Na de gewone vragen van “hoe is het met je?” en “wat doe je nu?” kwam het onvermijdelijke “loop je nog?”. Nee, T. liep al een paar jaar niet meer. Tijdens een wedstrijd had ze iets verrekt en dat was een langdurige blessure gebleven. Op advies van een fysiotherapeut en na een second en zelfs third opinion moest ze besluiten om geen lange afstanden meer te lopen. Dat was een bittere pil.

“Ik kon amper tien kilometer rennen, moest telkens tussendoor wandelen. Vijf aan een stuk, meer lukte niet. En daar doe ik het niet voor. Dus, nee, ik loop niet meer.”

 

Ik wist niet goed hoe ik moest reageren. “Maar vijf kilometer is toch ook goed? Het is toch altijd beter dan niks?”. Maar T. haalde haar schouders op; vijf is wel goed, ja, maar niet genoeg, niet voor haar.
“Je genoot er altijd zo van! En wat doe je nu dan?”. Weer haalde ze haar schouders op.

Uiteindelijk hebben we elkaar nog een fijne dag toegewenst en zijn we uit elkaar gegaan. Toen ik omkeek, zag ik haar verder lopen: stilletjes, bijna onopvallend en zonder een spoortje van die oude energie, laat staan enthousiasme.

 

Eenmaal thuis heb ik mijn twee medailles uit een laatje gevist. Misschien moet ik ze toch maar weer eens ophangen. Ik loop ook niet meer zo ver en “snel” als toen T. en ik nog samen renden. Van blessures heb ik (nog) geen last maar bij wat langere afstanden moet ik toch wat vaker wandelmomenten inlassen. Het is wat het is. Ik geniet in ieder geval nog erg van mijn loopjes en dat lopen en genieten wil ik zo lang en zo goed mogelijk volhouden.

Och, T. toch...

Goed genoeg is toch goed genoeg?


En niet alleen op hardloopgebied trouwens.

 

 


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...