vrijdag 26 mei 2023

Pinnen of contant?


Zoals altijd tijdens onze jaarlijkse week op Ameland liep ik ook deze keer de boekwinkel in. Ook al koop ik er zelden iets, het snuffelen tussen de boeken, tijdschriften en andere hebbedingetjes hoort er voor mij gewoon bij. Terwijl ik aan het rek met ansichtkaarten draaide en me afvroeg of er nog mensen zijn die via de post vakantiegroeten naar het thuisfront sturen (de laatste keer dat ik een kaart verstuurde kan ik me amper herinneren en de laatste kaart die ik zelf ontving helemaal niet meer), legde een medetoerist net een stapeltje op de toonbank.
Waarna het gebruikelijke praatje tussen klant en verkoopster volgde.


“Postzegels erbij? Het gaat wel per velletje.”


“Nee, dank u, we hebben nog. Wat is het toch weer mooi hier!”


“Het is hier áltijd mooi.”


“Zeker, zeker! Lekker windje, zon, geen volle stranden... En die rust, daar genieten we ook erg van.”


“Rust is erg belangrijk. Rust, vrije natuur...”

“En die wolkenluchten, prachtig gewoon! En overal die spelende konijntjes.”

“Konijnen, hmm tja. Ik heb meer met vogels.”


“O ja, vógels! Al die bijzondere vogels!”

 

“Als u soms een vogelgids nodig heeft; ik heb ook...”

 

“Nee, dank u, zoiets heb ik al eerder hier gekocht. We komen hier al jaren, weet u.”


“Het is hier ook veilig. Geen stads gedoe.”


Vanaf mijn plek bij de kaartenmolen stond ik dit allemaal aan te horen. Het was een vermakelijk contrast: het blije gejubel van de man met de ansichtkaarten en de welwillende maar vooral nuchtere reacties van de verkoopster.


“Mijn vrouw en ik, we lopen en fietsen hier veel meer dan thuis.”


“Ik woon hier mijn hele leven al en ik maak elke dag een loopje over het strand.”


“O, natuurlijk het strand! En door de duinen en het bos. Vakantie in eigen land, we zweren erbij!”


“Ameland is het mooiste plekje van Nederland.”


“Helemaal mee eens! Hoewel de Veluwe ook...”


“Nooit geweest.”


“Oh, ja... Nou eh, ja, er is daar natuurlijk geen zee...”

“Ik zou nooit op het vaste land kunnen wonen.”


“Dat snap ik! Ameland is echt onze favoriete plek, van mijn vrouw en mij. Als we van de boot rijden, voelt het altijd meteen als thuiskomen.”


“Dat horen we van meer toeristen. Het is mooi om te zien hoe ze genieten van ons eiland.”


“We voelen ons hier ook altijd erg welkom.”


“Maar we zijn ook altijd weer blij als ze weer weg zijn.”

Pardon? Wat zegt zij nu?
Ansichtkaartenman keek minstens zo verbaasd als ik mij voelde. Hij deed een stap bij de balie vandaan en ik stopte met mijn gedraai aan de kaarten. 


“Ze? Eh, wie ze?"


“Jullie. De toeristen.”


Kennelijk besefte de verkoopster toen dat zij misschien wat te bot was geweest. Of zij begreep niet waarom zij zoiets moest uitleggen. Er was hoe dan ook een korte aarzeling, toen haalde ze haar schouders op en nam haar Friese nuchterheid het weer over.


“Goed, geen vogelgids dus, alleen de kaarten."

"Eh..."

"Pinnen of contant?”

 

 

 

vrijdag 19 mei 2023

Afdingen: ik heb het gewoon niet in mij


“Hee, wat zie ik? Je hebt toch die fiets gekocht? Mooi, man! Heb je nog wat van de prijs af kunnen krijgen?”

“Af kunnen krijgen? Hoe bedoel je? Ik heb ‘m gewoon bij een echte zaak vandaan.”

“Echte zaak... Dan hoef je nog niet de volle pond te betalen!”

“Ja nou... Dat vind ik wat lastig...”

“Nee, nee, niks lastig! Je moet altijd, altijd afdingen. Dat hoort er gewoon bij!”

 

Meer dan dat heb ik van het gesprekje niet opgevangen maar mijn sympathie ging onmiddellijk naar de man met de nieuwe fiets uit. Ik weet hoe het voelt om in zijn schoenen te staan: je laat blij je nieuwe aanwinst zien, krijgt amper of zelfs geen bewonderende blikken maar wordt in plaats daarvan de les gelezen dat je “zomaar” de gewone prijs ervoor betaald hebt.

 

Dag, blijdschap.

Hallo, gevoel dat je (weer eens) een mooie deal hebt laten lopen.

Maar ook: weinig tot geen kans dat je het bij de volgende aankoop anders gaat doen, dat je dan wel wat van de prijs probeert af te krijgen. Je hebt het gewoon niet in je.

 

Ja, ik spreek uit ervaring. Ik houd niet van afdingen en ik kan niet afdingen. Sterker nog: ik vind het al ongemakkelijk als er geen prijskaartje ligt bij een artikel wat ik leuk vind zodat ik moet vragen wat het kost. Maar het toppunt van (mijn) ongemak is om met iemand te winkelen die wél kan afdingen en dat dan ook doet. Waar ik dus bij ben.
Zei ik toppunt van ongemak? Toppunt van schaamte is accurater.

 

Het was jarenlang een gewoonte om samen met mijn moeder onze wekelijkse boodschappen te halen. Het was altijd een gezellig uitje inclusief een lunch en een bloemetje om het weekend mee in te gaan. Als het hierbij bleef was het, zoals gezegd, alleen maar erg gezellig. Dat werd, (voor mij) anders wanneer mijn moeder een bepaalde extra aankoop op haar lijst had staan. Zo’n aankoop kon iets als een portemonnee zijn, een tas of een nieuw koffiezetapparaat maar het was wel bijna altijd iets waarop afgedongen kon worden. Volgens mijn moeder dan. Ik had daar een wat ander idee bij, iets in de trant van “O nee, niet met mij erbij!”.

 

“Ach meneer, dat hoeft toch niet zo duur? Kan ik het niet voor de prijs van die kleinere daar krijgen?”

“Klopt die prijs wel? Volgens mij was het in die andere winkel goedkoper. Ja toch, meid?”

Dat “Ja toch, meid” was dan tegen mij, haar zich doodschamende dochter die niet wist waar ze kijken moest.

“Wat vind je daar nu zo erg aan?” vroeg mijn moeder mij dan later als we weer (eindelijk!) buiten de winkel stonden, zij met haar afgeprijsde aankoop of op z'n minst een gratis pak koffie bij het apparaat, ik met een hoogrode kop.

“Ik weet niet, ik houd wel van koopjes maar dit lijkt zo op bedelen of zeuren of dat je gierig bent...” Maar mijn moeder lachte dat weg, voor haar was het heel normaal, bijna een sport. Bovendien: als je maar netjes blijft, kan je het altijd proberen.

“Ja toch, meid?”

“Liever niet, mam.”

 

Ondanks mijn moeders voorbeeld en al haar voordeeltjes die zij zo heeft kunnen binnenslepen, heb ik altijd een hekel aan afdingen en aan situaties waarbij afdingen "normaal" is gehad. Het is niet dat ik het afkeur, zeker niet (tenzij ik ernaast moet staan, dan keur ik het ook niet af, dan wil ik er alleen niet bij horen) - ik heb het gewoon niet in mij.

Mijn moeder heeft dit nooit begrepen en die ene marktkoopman ook niet. Toen ik tijdens een vakantie in Italië de leren jassen in zijn kraam bekeek, bleef hij om mij heen draaien en liet mij de ene jas na de andere zien en passen. Uiteindelijk vond ik er een die ik graag wilde hebben. De prijs was ook prima maar bij het afrekenen pakte de man niet het volledige bedrag aan. Had ik het prijskaartje niet goed gelezen, was de jas goedkoper dan ik dacht? Nee, kennelijk was de man zo verbaasd, bijna beledigd, dat ik zonder meer de volle pond wilde betalen, dat hij in vredesnaam maar zelf wat van de prijs afdeed.


Toen ik, na thuiskomst, mijn aankoop aan mijn moeder liet zien vond zij het prachtig. Het verhaal erachter dan, de jas vond zij gewoon mooi.
Ik heb het sindsdien aan meerdere mensen verteld. Aan andere niet-afdingers en, masochistisch als ik kan zijn, ook aan zij-die-afdingend-geboren-zijn. De reacties varieerden van "O, zo herkenbaar!" tot "Nee!! Op een Italiaanse markt nog wel! Je moet altijd, altijd afdingen!"


Afdingen. Altijd afdingen zelfs.

Nee, ik heb het gewoon niet in mij.




 

vrijdag 12 mei 2023

Zangoefeningen


Onlangs kwam ik weer eens een leuk berichtje over vogels tegen. Ik vertel weinig nieuws als ik zeg dat vogels tot mijn meest favoriete dieren behoren maar mijn kennis over hun is tot mijn spijt zachtgezegd niet zo groot. Mijn aandacht was daarom meteen gepakt, helemaal toen ik al bij de eerste zin van het artikel begreep dat het ging over hun gezang en de manier waarop zij proberen te voorkomen dat er valse noten uit hun keeltjes klinken.
Elk vogelfeitje is altijd welkom bij mij en van hun methode om zo zuiver mogelijk te zingen zou ik, met mijn grote wens om op z'n minst wijs te kunnen houden, misschien wel wat kunnen leren. (Never not learning en een mens mag blijven hopen.)

 

Voor vogels is het heel belangrijk dat hun gezang zo mooi mogelijk klinkt. Met gewoon wat hard en desnoods vals krijsen kunnen ze concurrenten en vijanden wel op afstand houden maar voor het aantrekken van een partner kan het niet zuiver genoeg zijn. (Gelukkig, zeker voor mij, tellen er bij mensen ook andere kwaliteiten mee.)
Omdat oefening ook bij vogeltjes kunst baart, trainen zij dagelijks hun stembanden. Niet alleen jonge vogels overigens, ook oudere moeten hun skills zo bijhouden. Alles ten behoeve van de zangkwaliteit en vooral die van de voortplanting.

Plat gezegd: wat wij als onschuldig gefluit en gekwetter beschouwen is dus eigenlijk de vogelversie van flirten, daten en het versieren van een geschikte nestpartner. (En dat 's ochtends vroeg onder je slaapkamerraam, ja.)

  

Toen ik dit alles las, kwam mijn fantasie meteen in actie.  Er verschenen beelden van ma en pa merel die op de rand van het nest streng aan hun kroost vragen of zij hun toonladders wel geoefend hadden, van een duif die maar geen duivin om mee te tortelen kan vinden en daarom op zangbijles gaat en van lijsters die zo mooi kunnen zingen dat zij aan elke veer een partner kunnen krijgen. Ik begon me af te vragen hoe mussen hun liedjes zouden doornemen: in koorverband of toch als solist? (En ook of het woord "zangzaad" echt maar één betekenis heeft...)

 

Het was voor mij een leerzaam artikel. Het komt kennelijk zelfs de beste zangvogel niet zomaar aanwaaien. Ik had geen idee van die zangoefeningen, ik had altijd aangenomen dat mooi kunnen fluiten en zingen voor vogels een aangeboren iets was.

Dat dat laatste voor mensen anders is, dat wist ik dan weer wel. Helaas en maar al te goed zelfs.

Misschien moet ik toch maar eens wat met toonladders en zo doen.
Zodra de buren aan beide kanten met vakantie zijn.
Een lieve partner heb ik gelukkig al 😉

 

 

Disclaimer: Mocht er iemand zijn die in deze post een vergelijking met welke deelnemer(s) dan ook aan het songfestival denkt te zien, dan snap ik niet hoe die persoon daarbij komt. Dat dit stukje in de week van dat liedjesspektakel geschreven is berust op louter toeval.

Echt waar.



maandag 8 mei 2023

Pijn


zoveel soorten van verdriet

ik noem ze niet

maar één, het afstand doen en scheiden,

en niet het scheiden doet zo'n pijn,

maar het afgesneden zijn...



Uit: Sotto voce - M. Vasalis 


vrijdag 5 mei 2023

In de stiltecoupé


"Ja, ben ik weer. Moest even overstappen maar de trein stond er gelukkig al. En deze coupé is zo goed als leeg. Wel zo rustig dus. Heerlijk na dat drukke gedoe van net.

 

Maar goed, verder over haaspee.

 

Haaspee, ja. Haa. Es. Pee. 

 

Precies! Dat zeg ik toch, hyper sensitive, nog wat. Super gevoeligheid, dus.

 

Nou, dat ben ik dus inderdaad. Hooggevoelig, ja. Ik heb er een stuk over gelezen en ik ben dus echt een haaspee’er.

 

Nee, moet je horen! Er was zo’n lijst, zeg maar, en ik herkende bijna álles! Zonder overdrijven!

 

Nou, zoals die films die jij vaak kijkt, die zijn bijna altijd te heftig voor mij. En ik kan niet tegen te veel prikkels en harde geluiden. Ik ben snel moe en ik houd niet van conflicten en...

 

Hè? Wanneer? Met wie?


Niet! Dat lag niet aan mij! Ik kan er écht niet tegen, dan klap ik gewoon dicht. Ik ben heel erg gevoelig voor wat andere mensen vinden en dan houd ik meer rekening met hun dan met mijzelf en...

 

O, wacht even. Iemand hier zegt wat.

 

Sorry, heeft u het tegen mij?

 

O? Nou, dan zal ik wat zachter praten.

 

Ja hoor eens, u kunt toch ook ergens anders zitten!

 

Ach, prima, hoor, ik hang wel op. Pfff...

 

Hee, ik bel later wel terug. Ik schijn hier in een stiltecoupé te zitten en iemand hier wil dat ik niet bel.

 

Wat? Nou, ik vind het wel wat overdreven. Ik schreeuw toch niet of zo.

 

Rustig maar, ik mag toch zeker mijn gesprek wel fatsoenlijk beëindigen?

 

Nou meid, tot later dus. Dag! Doei!!

 

Nu tevreden?"

 

 


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...