zaterdag 2 november 2013

Naaiwerk


Vroeger, “vroegah”, was ik vaak achter de naaimachine te vinden. Ik maakte kleding voor mijzelf en vooral voor onze jongens. Een eenvoudig patroontje, een voordelig lapje van de markt of uit een stoffenzaak, dat werk. Ik had hiervoor op zolder een grote tafel die ik niet elke keer hoefde op te ruimen en had er veel lol in om zo voordelig en origineel mogelijk het een en ander in elkaar te flansen. Toen werden de jongens groter (en kritischer), werd (kinder-)kleding goedkoper en deden de stoffenzaken een tien-kleine-negertjes-act, waardoor je bijna alleen nog maar op de markt terecht kon waar de gulden allang niet meer een daalder waard was. Oftewel, ik stopte van lieverlee met deze hobby en kreeg het met andere dingen druk.

Een flinke poos geleden, ik maak nu een grote sprong voorwaarts in de tijd, kwam het idee zomaar in me op: "Als ik weer eens zelf kleren zou gaan naaien..." Dat zomaar was natuurlijk niet zomaar, er was een aanleiding; Paul had een poos weer bij ons gewoond en was bezig zijn koffers te pakken om naar het buitenland te vertrekken en ik dacht dat ik daarna zeeën van tijd zou hebben.

In bovenstaande alinea staan twee dingen die niet helemaal of, beter gezegd, helemaal niet kloppen. Ten eerste pakte Paul slechts één koffer. (Wat dit betreft lijken wij totaal niet op elkaar; ik kan met gemak voor een midweekje vakantie twee koffers vullen en hij krijgt die ene van hem niet eens vol als hij voor onbepaalde tijd vertrekt.) En ten tweede was ik beslist niet zo druk toen hij weer bij ons woonde. Integendeel eerder. Ik zou helemaal geen tijd krijgen die ik moest opvullen, ik had een hol gevoel in mijn maag dat ik moest opvullen. Maar goed, ik zwaaide Paul uit en had vervolgens nog geen minuut extra over waardoor dat naai-idee uit mijn hoofd was voor ik er erg in had. Het holle gevoel werd gevuld met de wetenschap dat het goed gaat met hem.


En toen, ruim een jaar later, overleed mijn moeder. En weer waren er zo’n akelig hol gevoel in mijn maag en het idee zeeën van tijd te hebben. Alleen nu klopte dat laatste wel. Nadat de zorg voor haar wegviel had ik ècht zeeën van tijd opeens. Daar moest ik heel erg aan wennen. Aanvankelijk werd dat overschot aan tijd opgevuld door zomer-vakantiedingen. Maar de vakantie ging voorbij en de zomer uiteindelijk ook. “Als ik weer eens zelf kleren zou gaan naaien...” Deze keer bleef die gedachte hangen.

We zijn nu ruim een maand verder en inmiddels heb ik een jurk, een tuniek en een trui gemaakt. Ik heb al het patroon van een rok overgenomen en de stof ervoor gekocht; ik kan niet wachten om ermee aan de slag te gaan. Na jaren, ik denk wel zo’n twintig jaar, niet meer achter de naaimachine gezeten te hebben voor iets anders dan het inkorten van een broek of het naaien van gordijnen, was het even wennen maar als snel voelde het als “vanouds” (en was het ver na middernacht voor ik er erg in had).


Het fijne van deze hobby is niet alleen de lol van kleding, one of a kind kleding, te hebben in “mijn” kleuren, zonder (in mijn ogen) overbodige frutsels en met een taille op de juiste hoogte en niet te laag omdat ik nu eenmaal geen gemiddelde lengte heb. Het is daarnaast ook de lol van lekker, rustig bezig-zijn. Creatief bezig-zijn. Op mijn gemak in mijn kamertje, easy listening muziek op en de tijd even vergeten. En dan heb ik het nog niet eens over de vele complimentjes: “Wat leuk! Wat? Zelf gemaakt? Wow!” (Ik beken hierbij eerlijk dat ik zelf nog zo verbaasd-trots over mijn creaties ben, dat ik soms schaamteloos naar dergelijke complimentjes loop te vissen.)


Maar wat het extra speciaal voor mij maakt is dat dit mijn moeder met mij verbindt. Als kind wist ik niet beter dan dat zij onze kleren naaide. Altijd gauw-gauw tussen de huishoudbedrijven door (zij had geen plek waar zij de naaiboel de naaiboel kon laten), vaak met een patroon dat zij zelf tekende zodat het altijd precies paste. Wij, mijn zusjes en ik, mochten stofjes en modellen uitzoeken, en zij maakte het voor ons. Nee, mijn moeder heeft mij niet leren naaien. Wat dat betreft ging het net als bij koken: “Laat mij maar even...” en “Ach, het hoeft toch niet zo precies, gewoon zo toch... geef maar hier...” Ik heb daarom maar een naaicursus gevolgd (en op kookgebied in het begin veel naar niks laten smaken of zelfs aan laten branden) en daarnaast lees ik de beschrijvingen vooraf zorgvuldig door (mam: “Lees jij maar, ik begin wel vast, ja...”). 

Dat ik deze extra tijd, de uren die “vrijgekomen” zijn nu mijn moeder er niet meer is, nu aan naaien besteed, uitgerekend aan naaien, dat vind ik een fijne gedachte. Als ik achter mijn naaimachine zit en het snorrende geluid hoor, dan denk ik vaak aan haar terug. Ik mis het alleen om, net als vroeger, te kunnen zeggen: "Kijk mam, zelf gemaakt! Hoe vind je het?". Daarom denk ik het dan maar stilletjes en dan zie ik haar in gedachten goedkeurend knikken: "Hu-uh, mooi, ja. Zo pienter toch, schat!" En dan vult dat mijn holle gevoel steeds wat meer op.



2 opmerkingen:

Berna zei

Ha die syl, welkom in lapjesblogland! Enjoy de club want een lappie is nou eenmaal een lappie, waarvoor je het ook gebruikt.
Leuk dat je er weer zo'n lol in krijgt en dat deze hobby een heel klein beetje de holtes opvullen.
En wil je complimentjes? Ook dan ben je hier aan het goeie adres! Het ziet er top uit!
Fijn e zondag in je mooie jurk ��

Piet P. zei

Echt geweldig, dat je dit óók al kunt!
En nu er hier wat meer rust komt ga ik ook het borduren weer oppakken, om ongeveer dezelfde reden als jij het naaien en knippen weer opvat.
Alleen zit mijn moeder vast ergens op een wolk wat meewarig mee te kijken omdat ik zo'n kluns ben in wat zij tot in de perfectie beheerste.
Maar wel lief meewarig en voor mij voelt het toch aan als bezig zijn met iets van háár, een eerbetoon.
Jouw stukje heeft me dat pas echt doen beseffen, of liever: jij gaf woorden aan een totnutoe ongedefinieerd gevoel.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...