dinsdag 18 oktober 2016

Seoul, deel II





Het is avond en na het eten lopen we langs drukke wegen en ook door smalle steegjes. “Is dit wel veilig? Het wordt toeristen toch altijd aangeraden om zulke straatjes te vermijden?” Maar Paul wandelt kalm en zelfverzekerd door, ik druk mijn arm nog wat steviger tegen die van hem aan en laat me door mijn zoon leiden.

De stad

Seoul is een mega-mega-grote stad en staat hoog in de “Top 10 Grootste steden ter wereld”. De hele metropool (stad plus voorsteden) is groter dan onze provincie Utrecht en er wonen zo’n 24,5 miljoen mensen. (Ter vergelijking: heel Nederland heeft 16,8 miljoen inwoners.)
Dit zijn feiten waar ik mij niet echt een voorstelling bij kon maken totdat wij vanaf Namsan Tower  (het hoogste punt van Seoul) de stad konden overzien. Toen wist ik dat die voorstelling mijn verstand echt te boven ging. Namsan Tower (ook wel Seoul Tower) staat midden in de stad, dit houdt in dat waar je ook kijkt, je ontelbare wolkenkrabbers en andere ongelooflijk hoge gebouwen ziet.

Namsan Tower 

Uitzicht door het glas (vandaar de blauwe gloed) vanaf de toren


Maar er zijn ook groene plekken. Seoul is beslist niet alleen maar steen en beton. Zoals op de foto's te zien is zijn er ook bergen en in de lange straten en lanen vind je veel groen. Er zijn parken en paleistuinen, en ook op de eilandjes en langs de oever van de rivier de Han kan je heerlijk wandelen en picknicken.






En Seoul is een veilige stad. Toen ik in een buffetrestaurant mijn tas niet onbewaakt bij onze tafel wilde achterlaten, moest Paul lachen: “Je bent hier in Seoul, hoor.” Ik moest er behoorlijk aan wennen. Elke keer als we uit een volle metro stapten waarin ik geen zicht had op mijn rugzak, was ik stiekem verbaasd dat er niks uit was gerold. Maar al snel voelde extra op mijn tas letten als een belediging voor mijn omgeving.

De mensen

Als je een Koreaan ziet, zie je een smartphone. Ik houd niet van generaliseren maar dit durf ik zonder meer te zeggen. In winkels, in restaurants, lopend op straat, in de metro... vooral in de metro, overal zijn ze ermee bezig. De meesten hebben dat ding gewoon standaard in hun hand. Zelfs ik (ja, ik kop hem er zelf wel in) stond er versteld van.


Ondanks dat ik er over had gelezen, kon ik het moeilijk geloven en toch was het zo: er zijn heel weinig Koreanen die Engels spreken. In winkels en restaurantjes kwamen zij vaak niet verder dan “Bag?” (om onze boodschappen in te doen) en “Cold?” (gewone of ijskoffie). Toen ik van een medewerker bij de ingang van een paleistuin wilde weten of de tuin ook ’s avonds toegankelijk was, kreeg ik als antwoord meer vriendelijke lachjes dan verstaanbare woorden. Dat zijn Koreanen overigens zeker: heel vriendelijk en heel behulpzaam. Je hoeft in een metrostation maar even wat verward om je heen te kijken of er komt direct een willekeurige (gelukkig wel Engelssprekende) passant vragen of je hulp nodig hebt. (En of je Guus Hiddink kent.)
Ondanks dat de gemiddelde Koreaan naar Westerse maatstaven vrij klein is, zijn er (uiteraard) uitzonderingen. Toch vonden velen Peter een bezienswaardigheid. Dat leverde een hilarisch moment op. Ergens in een paleistuin kwamen twee, voor de gelegenheid in traditionele kleding gestoken, meisjes met hun smartphone op hem af. Of hij een foto van hen wilde maken? Nee, of zij met hem op de foto mochten!



(wordt vervolgd)


1 opmerking:

Berna zei

Prachtig verhaal weer. Genieten om jullie te zien genieten. Het lijkt me een prachtig land.
Verheug me op het vervolg.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...