vrijdag 23 september 2022

Woonprogramma


Woonprogramma’s op tv: het is overdreven om te zeggen dat ik er een haat-liefdeverhouding mee heb, daarvoor kijk ik er net iets te vaak en te graag naar. Maar... maar ik heb dan wel heel veel op- en aanmerkingen. Behoorlijk kritische op- en aanmerkingen die ik vervolgens niet bepaald in stilte maak. Zelfs niet als ik in mijn eentje ben en van niemand een antwoord of minstens een reactie kan verwachten.  

 

“Leuk zo’n kant en klare make-over! Maar waar ligt het snoer van de lamp die zo decoratief midden in de kamer naast de bank staat?”  

“Hallo! Ze hadden toch meer kastruimte gevraagd en wat moeten zij nu met alle boeken? Waar is het speelgoed van hun kinderen gebleven?”  

“Fraai, hoor, zo’n lichte en ruime gang maar hoe ziet die eruit als de kapstok vol met jassen hangt?”  

“Ja, meneer-die-duidelijk-aangaf-een-hekel-aan-landelijk-te-hebben, ben je echt zo blij met dat koeienvel onder de eettafel?”  

“En mevrouw-die-alles-licht-wilde, waren die tranen in je ogen bij het zien van die donkerblauwe muur echt van blijdschap of...?” 

 

Gelukkig voor al die omroepen en kijkers (en misschien iets minder lucratief voor relatietherapeuten) zijn er genoeg stellen die zich voor dergelijke programma's opgeven. Stellen die zich geen raad weten met die rare hoek, de te kleine keuken of juist te grote woonkamer. Stellen die elkaars kleurkeuze onacceptabel vinden. Stellen waarvan de een “less is more” als levensmotto heeft en de ander bijna maandelijks met tassen vol van een rommelmarkt thuiskomt.  

Stellen waarvan je je afvraagt of ze niet beter elk hun eigen woonruimte zouden moeten hebben. 

 

Gelukkig voor al die stellen en kijkers (en misschien toch ook lucratief voor eerdergenoemde relatietherapeuten, want zijn die stellen écht wel zo tevreden met het resultaat??) is er die ene speciale ("O, ik hoopte al dat jij het zou zijn!") interieurstylist. Die stylist bekijkt met overdreven afgrijzen de huidige inrichting, bespreekt de moodboards ("Ha, twee tó-táál verschillende smaken. Toch kan ik daar wel wat mee!") en gaat vervolgens gewoon haar of zijn eigen weg. Uiteraard met een groot team van schilders, behangers en timmerlieden, want het enige wat die style-persoon gedurende de aflevering doet, naast het uitleggen (“Ik werk het liefst met natuurlijke materialen en organische vormen. En met die gebloemde wand en industriële stoel komen hun beider smaken samen.”), is het uitrollen van het vloerkleed en het aansteken van om en nabij achttien kaarsen en waxinelichtjes.  

 

Aan het eind van de uitzending worden de inmiddels bloednerveuze bewoners opgehaald en kan de kijker turven hoe vaak er "O!!!", "Kijk daar nou!" en "Hè, oooo!" geroepen wordt. “Ik herken mijn eigen huis niet meer!” is ook een regelmatig terugkerende zin. Dan komt de interieurtovenaar om het hoekje kijken, wordt alles nog eens aangewezen, nog wat traantjes weggepinkt en zijn er bubbels. Uiteraard in glazen die pèrféct bij dat ene bijzettafeltje passen. 

 

Ik doe nu wel cynisch maar, ach, het resultaat is vaak best mooi. Als het je stijl is. En soms (eigenlijk vaak) vraag ik me af òf het inderdaad wel de stijl van de kandidaten is, van béide kandidaten, en of ze ook de volgende dag, als de camera's weg zijn, nog steeds zo tot tranen toe blij zijn met hun nieuwe inrichting. 

Het is, hoe dan ook, vermakelijke tv. 

 

Persoonlijk zou ik de inrichting van mijn huis nooit aan een ander willen overlaten. Ik zou dit idee niet eens bij wijze van grap aan Peter voorleggen, dat zou te wreed zijn. Daar zijn wij beiden veel te kritisch en kieskeurig voor.  

Natuurlijk zijn wij het samen niet altijd 100% eens over meubels, inrichting of kleuren maar we naderen wel de 90% en over de resterende 10 zijn goede compromissen te sluiten. Daarbij vinden wij het veel te leuk om zelf met ons huis bezig te zijn. 

"Als we nou eens daar.... Wat dacht jij van een kleur als.... O, en dan glas in die deur zodat het licht..." 

 

Zo zijn we de afgelopen maanden flink bezig geweest. Met een aannemer voor een nieuwe pui (er zijn grenzen aan wat wij zelf willen/kunnen doen), met liters verf, meters afplakband en heel veel toch weer andere ideeën. We hebben gesausd, getimmerd, gekit, behang afgestoomd en ander behang geplakt.   

 

Het eind van onze klussenlijst is nog niet in zicht maar ik vind nu al dat een binnenhuisarchitect het niet beter had kunnen doen. Niet beter, zeker niet beter bij ons passend maar vanwege dat grote team van schilders, behangers enzovoort ongetwijfeld wel sneller en met veel, veel, véél minder inspanningen. 

Maar of dat laatste nou zo leuk en bevredigend zou zijn?* 

Bovendien zijn wij graag creatief bezig (zeker met onze inrichting), hebben wij (pensionado’s) nu ruim de tijd en vinden wij het heel fijn om samen zo te klussen.

Win - win - win.

Ook voor de bouwmarkten, minder voor relatietherapeuten en interieurstylisten van woonprogramma’s. 

 


(*Vraag, die beter niet gesteld kan worden als ik aan het eind van een klusdag uitgeteld op de bank lig met pijn in mijn rug en hardnekkige verf onder mijn nagels. Sta ik daarentegen de volgende dag weer fit en vrolijk het resultaat van ons werken te bewonderen, dan is het antwoord een volmondig “JA!”) 

 

 


Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...