vrijdag 19 mei 2023

Afdingen: ik heb het gewoon niet in mij


“Hee, wat zie ik? Je hebt toch die fiets gekocht? Mooi, man! Heb je nog wat van de prijs af kunnen krijgen?”

“Af kunnen krijgen? Hoe bedoel je? Ik heb ‘m gewoon bij een echte zaak vandaan.”

“Echte zaak... Dan hoef je nog niet de volle pond te betalen!”

“Ja nou... Dat vind ik wat lastig...”

“Nee, nee, niks lastig! Je moet altijd, altijd afdingen. Dat hoort er gewoon bij!”

 

Meer dan dat heb ik van het gesprekje niet opgevangen maar mijn sympathie ging onmiddellijk naar de man met de nieuwe fiets uit. Ik weet hoe het voelt om in zijn schoenen te staan: je laat blij je nieuwe aanwinst zien, krijgt amper of zelfs geen bewonderende blikken maar wordt in plaats daarvan de les gelezen dat je “zomaar” de gewone prijs ervoor betaald hebt.

 

Dag, blijdschap.

Hallo, gevoel dat je (weer eens) een mooie deal hebt laten lopen.

Maar ook: weinig tot geen kans dat je het bij de volgende aankoop anders gaat doen, dat je dan wel wat van de prijs probeert af te krijgen. Je hebt het gewoon niet in je.

 

Ja, ik spreek uit ervaring. Ik houd niet van afdingen en ik kan niet afdingen. Sterker nog: ik vind het al ongemakkelijk als er geen prijskaartje ligt bij een artikel wat ik leuk vind zodat ik moet vragen wat het kost. Maar het toppunt van (mijn) ongemak is om met iemand te winkelen die wél kan afdingen en dat dan ook doet. Waar ik dus bij ben.
Zei ik toppunt van ongemak? Toppunt van schaamte is accurater.

 

Het was jarenlang een gewoonte om samen met mijn moeder onze wekelijkse boodschappen te halen. Het was altijd een gezellig uitje inclusief een lunch en een bloemetje om het weekend mee in te gaan. Als het hierbij bleef was het, zoals gezegd, alleen maar erg gezellig. Dat werd, (voor mij) anders wanneer mijn moeder een bepaalde extra aankoop op haar lijst had staan. Zo’n aankoop kon iets als een portemonnee zijn, een tas of een nieuw koffiezetapparaat maar het was wel bijna altijd iets waarop afgedongen kon worden. Volgens mijn moeder dan. Ik had daar een wat ander idee bij, iets in de trant van “O nee, niet met mij erbij!”.

 

“Ach meneer, dat hoeft toch niet zo duur? Kan ik het niet voor de prijs van die kleinere daar krijgen?”

“Klopt die prijs wel? Volgens mij was het in die andere winkel goedkoper. Ja toch, meid?”

Dat “Ja toch, meid” was dan tegen mij, haar zich doodschamende dochter die niet wist waar ze kijken moest.

“Wat vind je daar nu zo erg aan?” vroeg mijn moeder mij dan later als we weer (eindelijk!) buiten de winkel stonden, zij met haar afgeprijsde aankoop of op z'n minst een gratis pak koffie bij het apparaat, ik met een hoogrode kop.

“Ik weet niet, ik houd wel van koopjes maar dit lijkt zo op bedelen of zeuren of dat je gierig bent...” Maar mijn moeder lachte dat weg, voor haar was het heel normaal, bijna een sport. Bovendien: als je maar netjes blijft, kan je het altijd proberen.

“Ja toch, meid?”

“Liever niet, mam.”

 

Ondanks mijn moeders voorbeeld en al haar voordeeltjes die zij zo heeft kunnen binnenslepen, heb ik altijd een hekel aan afdingen en aan situaties waarbij afdingen "normaal" is gehad. Het is niet dat ik het afkeur, zeker niet (tenzij ik ernaast moet staan, dan keur ik het ook niet af, dan wil ik er alleen niet bij horen) - ik heb het gewoon niet in mij.

Mijn moeder heeft dit nooit begrepen en die ene marktkoopman ook niet. Toen ik tijdens een vakantie in Italië de leren jassen in zijn kraam bekeek, bleef hij om mij heen draaien en liet mij de ene jas na de andere zien en passen. Uiteindelijk vond ik er een die ik graag wilde hebben. De prijs was ook prima maar bij het afrekenen pakte de man niet het volledige bedrag aan. Had ik het prijskaartje niet goed gelezen, was de jas goedkoper dan ik dacht? Nee, kennelijk was de man zo verbaasd, bijna beledigd, dat ik zonder meer de volle pond wilde betalen, dat hij in vredesnaam maar zelf wat van de prijs afdeed.


Toen ik, na thuiskomst, mijn aankoop aan mijn moeder liet zien vond zij het prachtig. Het verhaal erachter dan, de jas vond zij gewoon mooi.
Ik heb het sindsdien aan meerdere mensen verteld. Aan andere niet-afdingers en, masochistisch als ik kan zijn, ook aan zij-die-afdingend-geboren-zijn. De reacties varieerden van "O, zo herkenbaar!" tot "Nee!! Op een Italiaanse markt nog wel! Je moet altijd, altijd afdingen!"


Afdingen. Altijd afdingen zelfs.

Nee, ik heb het gewoon niet in mij.




 

Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...