Op 24 december, op de vooravond van kerst, heb ik samen met Paul, met onze dierbare naasten, familie, vrienden, buren, oud-collega's en andere aanwezigen afscheid genomen van Peter. Met mooie woorden, liefdevolle herinneringen, muziek die bij hem paste, fotopresentaties en een fleurige bloemenomhelzing om zijn kist.
Dit was mijn verhaal over hem, over ons. Over de prachtige mens die Peter was. Over onze liefde voor elkaar.
Ik heb gehuild bij het schrijven. Ik heb gehuild bij het spreken. Ik heb gehuild van verdriet en tegelijk ook van opluchting dat ik het heb kunnen doen. Dat ik, dwars door mijn pijn en tranen, heb kunnen vertellen hoeveel hij voor mij betekende en altijd zal blijven betekenen. Hij was het meer dan waard.
Afscheid.
Afscheid van Peter.
Afscheid van mijn Peetje, mijn allerliefste maatje.Hoe onrealistisch ook, ik had nooit gedacht ooit afscheid van hem te moeten nemen. Wat wij samen hadden was zo mooi, zo hecht, zo compleet...
Wij vulden elkaar aan zoals wij foto’s namen. Peet fotografeerde het landschap - ik zoomde in op de details. Dat leverde de mooiste plaatjes op.
Zoiets kan toch niet zomaar stoppen?
Wij zouden altijd bij elkaar blijven. Langer dan een leven lang. Want hoe zouden we ooit zonder elkaar kunnen? Hij zonder mij - ik zonder hem?
Nu moet het. Nu moet ik zonder hem.
En ik weet niet hoe dat moet.
Peter is (geen wás, het blijft voor altijd ís) mijn alles.
Mijn fundament, mijn rots, mijn thuis.
Altijd kon ik bij hem terecht. Nooit was het hem te veel, te gek, te overdreven. Hij wist al wat er in mij omging, nog voor ik het zelf door had.
Door hem ben ik geworden wie ik ben.
En het mooie is dat hij van mij hetzelfde zou zeggen. Dat te weten is van onschatbare waarde.
We begonnen ruim vijftig jaar geleden als klasgenoten.
We werden verliefd op elkaar en we werden onafscheidelijk.
Vijftig jaar. Een halve eeuw. We zijn samen opgegroeid, samen volwassen geworden. Van klasgenoten tot verliefd stelletje tot maatjes en geliefden. En tot ouders van twee prachtige zonen.
We hebben zoveel samen gedeeld. Samen meegemaakt, samen doorstaan ook.
Er is in die vijftig jaar geen dag, geen moment geweest waarin ik niet van hem hield. Ik ben alleen maar meer van hem gaan houden.
Toen ik op mijn zeventiende verliefd op hem werd, was dat omdat ik hem een ontzettend leuke jongen vond, een bijzonder type, geen meeloper. Authentiek, betrokken, integer, iemand die zijn eigen pad volgt, ook al is dat niet de meest gemakkelijke weg - dat beschrijft hem nauwkeuriger.
Peter was in heel veel zaken geïnteresseerd.
In politiek, maatschappelijke gebeurtenissen, klimaat, cultuur, duurzaamheid…
Hij was daarbij zeer kritisch maar nooit star. Hij stond altijd open voor andere meningen en of hij het ermee eens was of niet - hij bleef altijd respectvol en vriendelijk.
Peter kon zich enorm bewogen storten op zaken die zijn intellect en creativiteit prikkelden en waarbij hij zich betrokken voelde.
Of het nou om de aankoop van een huishoudelijk apparaat ging, om zaken op zijn werk, later in de raad, of het klussen in ons huis.
Alles pakte hij heel nauwkeurig aan. Nauwkeurig en ook pragmatisch. “Als het niet linksom kan, dan moet het maar rechtsom.” was een van zijn vaste uitspraken. Maar soms ook, als het echt niet anders kon: “Het is, wat het is.”
Dat laatste zei hij ook tegen mij toen ik voor de zoveelste keer zo verdrietig, zo wanhopig was na het horen van die vreselijke diagnose. Hij wilde alles doen wat nog mogelijk was maar hij stelde kwaliteit van leven beslist voorop. Dat leven waarin hij met heel zijn hart en wezen zoveel van zijn jongens en mij hield. Waarin hij er altijd voor ons was. Waarvan hij zo kon genieten.
Ik zal hem zo, zo missen.
Ik zal zijn “goeiemorgen mooiste meisje” in de ochtend missen, zijn dagelijkse “heb ik vandaag al gezegd dat ik van je houd?”.
Ik zal het samen delen van ons verdriet om het verlies van onze Max zo missen, het elkaar troosten.
Ik zal het zo missen om op de onderste traptree te staan waarna hij naar mij toekwam zodat we even op gelijke hoogte lekker konden knuffelen. Om thuis te komen en dat hij dan de voordeur al open had gedaan omdat hij voelde dat ik in de buurt was.
Ik zal het zo missen hoe hij kon genieten van een lekker glaasje op ons bankje in de zon, zich kon verheugen op onze jaarlijkse Amelandweek, dagen van tevoren uitkeek naar de dag waarop we Paul weer van Schiphol konden halen.
Ik zal het samen klussen missen, het samen zwemmen, samen wandelen. Samen plannen maken en deze net zo gemakkelijk weer omgooien. Het samen lachen en het samen stil zijn.
Ik zal zijn inspiratie missen, zijn geruststellingen en vertrouwen in mij, zijn zelfgebakken brood, zijn humor, zelfs zijn eigenwijsheid.
Ik zal onze gesprekken missen, over wat we die week zullen eten, de wereldpolitiek, wat we los van elkaar meegemaakt hadden.
Ik zal het zo missen om hem op de bank te zien zitten, intens genietend van zijn geliefde muziek.
Ik zal óns, ons samen zo missen.
Peter zal altijd voortleven in mij, in Paul, in iedereen die hem liefhad en in iedereen die hij geraakt heeft.
Ik ben diep dankbaar voor zijn grenzeloze liefde, voor de vader die hij voor Paul en Max was, voor elke dag die hij mij gaf.
Hij zal voortleven in zoveel liefdevolle herinneringen.
Maar ik zal hem zo, zo missen.